Verslag van de vergadering van 28 juni 2022 (2021/2022 nr. 35)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 9.03 uur
De heer Ganzevoort i (GroenLinks):
Voorzitter, dank. We hebben vandaag een bijzonder debat. Het wijzigen van de Grondwet gebeurt niet zo heel vaak, en terecht. De stabiliteit van onze rechtsstaat betekent dat de Grondwet en het Statuut voor het Koninkrijk niet voor elk wissewasje worden veranderd, maar het is wel mogelijk. Zo houden we de Grondwet actueel en levend. Zo blijft de Grondwet ook richtinggevend en kaderstellend, ook als we hier debatteren en wetten toetsen. Het is niet zonder betekenis dat wij, zoals we hier zitten, allemaal trouw hebben gezworen aan de Grondwet. We mogen elkaar daar misschien ook weleens wat vaker op aanspreken.
Vandaag is extra bijzonder omdat we zes wijzigingsvoorstellen bespreken, waarvan er twee zelfs voortkomen uit een motie in deze Kamer. We hebben geen initiatiefrecht, maar moties hier kunnen soms toch zin hebben. Inhoudelijk is het debat al een keer gevoerd, want het is de tweede lezing en alle voorstellen lijken ook wel een meerderheid te zullen halen. Mijn fractie zal ze in elk geval allemaal steunen; dat geef ik alvast weg. Daarom ga ik vandaag alleen kort de verschillende voorstellen langs met een enkele vraag en opmerking.
Allereerst de bepaling over het recht op een eerlijk proces, naar aanleiding van de motie van oud-collega Lokin-Sassen. Die expliciteert wat vanzelfsprekend is in een democratische rechtsstaat: burgers worden beschermd tegen willekeur en machtsmisbruik door de overheid. Dat is helaas, ook in Nederland, hard nodig omdat de overheid niet altijd betrouwbaar blijkt en omdat de toegang tot het recht en tot een goede rechtsbijstand niet altijd gegarandeerd is. Ook uit het rapport van onze eigen parlementaire onderzoekscommissie blijkt dat het niet eenvoudig is om je recht te halen wanneer je gediscrimineerd wordt. Maar ook voor bijvoorbeeld mensen die hier asiel vragen, blijkt het moeilijk om een eerlijk proces te krijgen. Deze passage in de Grondwet mag dus geen dode letter blijven.
(Echo via een speaker: "Deze passage in de Grondwet mag dus geen dode letter blijven.")
De heer Ganzevoort (GroenLinks):
Daar ben ik het mee eens!
(Hilariteit)
De heer Ganzevoort (GroenLinks):
Het is altijd fijn als je jezelf met enige vertraging terughoort.
De voorzitter:
De heer Ganzevoort vervolgt.
De heer Ganzevoort (GroenLinks):
Ja. Ziet de regering dat ook zo? Ziet de regering dit grondwetsartikel dan ook als een verplichting tot een actieve verbetering van de toegang tot het recht?
Dan 35785, het kiescollege niet-ingezetenen voor de verkiezing van de Eerste Kamer. Bij de eerste lezing hebben we gediscussieerd over de methodiek. We zullen bij de Wet kiescollege niet-ingezetenen ook toetsen of de bij eerste lezing gedane toezegging is nagekomen dat bij de aanpassing van de Kieswet de evenredigheid van de stemwaarden zal worden geoptimaliseerd. Dat wordt nog een heel technische discussie, maar die voeren we dan wel.
Het andere punt is de positie van Nederlanders die in een van de Caribische Koninkrijkslanden wonen en die hier nu worden uitgesloten. Daarover heb ik echt een vraag. Is er inmiddels, anders dan bij de eerste lezing, wel overleg geweest met de drie landen? Hoe denkt men daar over het probleem dat mensen daar wel worden geraakt door wetgeving — gewone wetten, geen rijkswetten — die we hier aannemen, maar waar zij geen inspraak op hebben?
Ik kom bij het wetsvoorstel 35786 over de algemene bepaling dat Nederland een democratische rechtsstaat is. Opnieuw voortkomend uit een motie van deze Kamer van het toenmalige lid Engels. Opnieuw explicitering van een vanzelfsprekendheid. Het verbaast mijn fractie dat er partijen zijn die zich bij eerdere behandeling tegen het wetsvoorstel hebben verzet. Misschien is hun tegenstem wel de beste illustratie waarom dit echt nodig is. Maar laat ik het inhoudelijker formuleren: het is bij uitstek de kerntaak van deze Kamer om elk voorstel dat hier langskomt te toetsen op democratische en rechtsstatelijke gronden. Ik begrijp het echt als mensen deze expliciete preambule onnodig vinden, maar ik begrijp het niet als partijen hierop tegen zijn.
Dan het wetsvoorstel 35787 over het vervallen van uitgewerkte bepalingen. Dat lijkt ons een no-brainer.
Dan het wetsvoorstel 35789, de wijziging van de Grondwetsherzieningsprocedure. Ik heb bij eerste lezing al gezegd dat we daarmee akkoord zijn. Jazeker, het zal elk van ons soms politiek beter of minder goed uitkomen, maar dit is gewoon de zuivere benadering; dus die steunen we.
Dan het wetsvoorstel 35790 over onschendbaarheid van het brief- en telecommunicatiegeheim. Nu er meer e-mails dan telegrammen worden verzonden, is het mooi dat ook de Grondwet bij de tijd wordt gebracht.
Voorzitter. Enigszins staccato brengt mij dat dan toch bij het einde van mijn termijn. Ik zie uit naar het antwoord op twee vragen: een over de toegang tot het recht en een over de Nederlanders in de Caribische Koninkrijkslanden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u. Dan is vervolgens het woord aan de heer Van Hattem. Hij spreekt namens de PVV-fractie.