Verslag van de vergadering van 28 juni 2022 (2021/2022 nr. 35)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.22 uur
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter. Nogmaals felicitaties aan de heer Van den Berg met zijn maidenspeech. Ik heb al even mogen interacteren met de heer Van den Berg. Net als de vorige spreker heb ik ook net even het portret van zijn voorvader in de gang bekeken. Ik zie toch wel enige gelijkenis. De ietwat serieuze, ietwat strenge blik zag ik meteen terug in de blik van meester Philipse, die maar liefst achttien jaar achter elkaar Kamervoorzitter is geweest, van 1852 tot 1870. U heeft wat dat betreft nog heel wat jaren te gaan.
Voorzitter. Ik heb al een interruptie van de heer Schalk voordat ik goed en wel ben begonnen.
De voorzitter:
De heer Schalk gaat reageren op iets wat u nog moet zeggen.
De heer Schalk i (SGP):
Precies, voorzitter. De heer Otten begon natuurlijk met het feliciteren van de heer Van den Berg. Zojuist plaatste hij ook een interruptie. Ik wilde het toen niet ingewikkelder maken door hem toen te interrumperen, maar de heer Otten zei toen iets wat bij mij bleef hangen. Hij zei dat hij dacht dat confessionele partijen geloven dat God de schepper is van de Grondwet. Ik wilde dat even corrigeren door te zeggen dat confessionelen geloven dat God de schepper is van hemel en aarde. Hij heeft wel een geweldige wet gegeven, de tien geboden, die heilzaam zijn voor iedereen.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Ik zei het niet precies zoals de heer Schalk het nu zegt. Ik zei: in de jaren vijftig was er vanuit confessionele hoek een poging om een dergelijke preambule in de Grondwet te krijgen, dat deze Grondwet ons door God gegeven was. Ik noemde toen de exacte bewoordingen die ik nu even kwijt ben. Dat is toen niet doorgegaan. Dat was ter verheldering. Goed om te zien dat de heer Schalk hierop aanslaat.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Otten (Fractie-Otten):
De tien geboden hebben wij natuurlijk ook hoog in het vaandel staan. "Gij zult niet liegen" zou ik in het kader van de Omgevingswet aan de minister voor Volkshuisvesting door willen geven.
Voorzitter. We kijken terug op een interessant debat over de talrijke grondwetswijzigingen. Dank aan de minister voor de beantwoording en de interactie. Zoals gezegd werden we onderbroken door een wonderlijk intermezzo met de minister voor Volkshuisvesting over de Omgevingswet. Wij kijken terug op een interessant debat.
Voorzitter. De motie-Lokin-Sassen/Koole, waarmee het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter wordt geïmplementeerd in de Grondwet, vinden wij een heel goede oplossing.
Het kiescollege in de Eerste Kamer voor de 1 miljoen buitenlandse kiezers is ook een dringend noodzakelijke modernisering. Dat zeg ik ook in de richting van de heer Schalk. De tijden zijn echt veranderd. Er wonen nu natuurlijk veel meer Nederlanders in het buitenland dan in de jaren vijftig, waar we het net over hadden. Ook de technische middelen zijn heel anders. Mensen kunnen zich veel beter informeren. Dit is wat ons betreft een dringend noodzakelijke modernisering.
We sluiten ons aan bij het verzoek van de heer Dittrich om — ik had dat ook al even in een interruptie aan de minister gevraagd — toch even alles op alles te zetten om dit voor de Eerste Kamerverkiezing van 2023 ingevoerd te hebben. Zo ingewikkeld is het namelijk ook weer niet. Als je het grootste wetgevingsproject sinds 1848 in een paar maanden kunt afraffelen, dan moet dit in een jaar zeker goed geregeld kunnen worden. Wij sluiten ons dus aan bij dat verzoek. Misschien kan de minister toezeggen dat ze echt haar best gaat doen om dat te realiseren. Ik wil er nog wel op wijzen dat diverse parlementen, zoals in Italië, Frankrijk en Portugal, speciale, gereserveerde zetels hebben voor inwoners in het buitenland. Zo revolutionair is dit allemaal niet, zo zeg ik ook tegen de SGP.
Dan de algemene bepaling over het doel dat Nederland een democratische rechtsstaat moet zijn. Ik ben het eens met de heer Koole dat dat vooral een doelstelling is. Dat is nog niet overal even goed gerealiseerd, zoals de heer Van Hattem al aankaartte. Het is natuurlijk mooi om dit met de mond te belijden, maar zoals we kunnen concluderen, komt het in de praktijk nog niet altijd even goed uit de verf. Er is nog een zekere angst voor de burger, angst om de touwtjes te laten vieren. Wat ons betreft is die ongegrond. Wij hebben die angst niet.
De democratische legitimatie van bijvoorbeeld de veiligheidsregio's en de vele benoemde functionarissen vormt een fundamenteel punt, dat een belangrijke oorzaak is van het verdwijnende vertrouwen in de politiek. Ik vond de minister nog niet heel erg duidelijk qua uitleg van wat nou precies de democratische legitimatie is van de heer Bruls. Niet Kruls maar Bruls, zeg ik tegen de heer Koole. Dat kwam wat ons betreft nog niet helemaal goed uit de verf. Dat is het probleem: als de minister het al niet goed kan uitleggen, hoe moet de burger het dan begrijpen?
Voorzitter, ik rond af. Zoals ik al in de eerste termijn zei, zullen wij voor alle voorstellen stemmen, zodat er in ieder geval een tweederdemeerderheid, zo niet meer, kan worden behaald voor deze belangrijke grondwetswijzigingen. Wij danken de minister en iedereen voor het zeer boeiende debat.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Ik schors op verzoek tot 22.35 uur.