Plenair Otten bij behandeling COVID-19-onderwerpen en de langetermijnaanpak



Verslag van de vergadering van 5 juli 2022 (2021/2022 nr. 36)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. De tractie van het covidbeleid bij de bevolking is helemaal weg na twee jaar onkunde en oneerlijke voorlichting door de voorganger van minister Kuipers, Hugo de Jonge. Dat is het kernprobleem van de keuzes voor de lange termijn waarmee minister Kuipers nu geconfronteerd wordt.

Tijdens het eerste debat dat deze Eerste Kamer met minister Kuipers voerde, op 21 februari van dit jaar — de minister was net aangetreden — adviseerden wij het volgende. Ik citeer: "Het kabinet-Rutte IV bevat een belangrijke constructiefout. De voorganger van minister Kuipers maakt nog steeds onderdeel uit van het kabinet, zij het op een andere post. Hierdoor is het voor minister Kuipers niet goed mogelijk om de nu dringend noodzakelijke catharsis door te voeren en afstand te nemen van het slechte beleid van zijn voorganger. Toch adviseren wij minister Kuipers om dit wel te doen, want dat is de eerste noodzakelijke voorwaarde om van Nederland weer "een gaaf en lief land" te maken, om de woorden van premier Rutte te gebruiken, en om de polarisatie te beëindigen." Tot zover ons advies aan minister Kuipers van 21 februari 2022.

Catharsis is hier het kernwoord: een reinigende, zuiverende therapie waarmee met traumatische gebeurtenissen uit het verleden wordt afgerekend, zodat die verwerkt kunnen worden en mensen weer vooruit kunnen met hun leven. Deze essentiële stap, die minister Kuipers bij de wisseling van de wacht met zijn voorganger richting de Nederlandse bevolking had moeten nemen, werd echter uit politieke berekening achterwege gelaten. Ook Jeroen Dijsselbloem, de voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, die vorige week zijn onderzoek naar de covidaanpak publiceerde, constateerde dit. Ik citeer de heer Dijsselbloem in de Volkskrant van afgelopen week. Dijsselbloem zei: "De vorige minister en de vorige secretaris-generaal hebben tot het laatst toe ferm verdedigd wat ze hebben gedaan. Er was geen ruimte of tijd om te reflecteren. De nieuwe minister heeft reflectie ook overgeslagen." Wat hier had moeten gebeuren, is dat deze nieuwe minister, met een gedegen medische achtergrond, ons, de Nederlandse bevolking, meteen eerlijk tegenmoet was getreden met een slechtnieuwsgesprek: "Mensen, het spijt me, u bent twee jaar lang behandeld door een kwakzalver." Maar d Dat is niet gebeurd. De minister besloot om politieke redenen om te doen alsof er niets mis was gegaan. Hij bedekte de fouten van zijn voorganger met de mantel der liefde.

Voorzitter. Mensen zijn natuurlijk niet gek. Met knullige campagnes en langdradige persconferenties werden we aangespoord om te gaan prikken, prikken, prikken. We prikken ons uit deze crisis. Daarmee heeft minister Hugo de Jonge de bevolking een valse voorstelling van zaken gegeven. Hij heeft een ongekende polarisatie veroorzaakt in dit land. Zo'n grote polarisatie is er niet meer geweest sinds de Hoekse en Kabeljauwse Twisten in de vijftiende eeuw. Dat was een verwarde, ruzieachtige toestand tussen twee groepen Nederlanders, de Hoeken en de Kabeljauwen, in Holland, Utrecht en Zeeland. Die heeft uiteindelijk ruim 150 jaar geduurd. Laten we hopen dat het deze keer wat minder lang duurt.

De eendimensionale en niet altijd eerlijke transparante aanpak van De Jonge heeft de voedingsbodem gecreëerd voor deze tweedeling, die helaas nog eens flink verergerd is door complotdenkers en ophitsers. Ik zag toevallig vanochtend dat de ophitsende wappie-neuroloog Jan Bonte gisterenavond is gearresteerd door justitie wegens allerlei criminele activiteiten. Ik mocht ook vele malen — dat gebeurde zelfs nog vorige week — het doelwit zijn van allerlei ophitsingen en bedreigingen van deze neuroloog op Twitter. Hij noemt zichzelf The Stinging Bumblebee. Hij is ondertussen overigens van Twitter verwijderd, zag ik.

Voorzitter. Ondertussen nemen de spanningen in de samenleving nog verder toe, met boeren die woest worden van absurde stikstofplannen die hen per decreet worden opgelegd, en met de Nederlandse middenklasse die de rekeningen niet meer kan betalen door snel stijgende inflatie en exploderende energierekeningen. Heeft de minister wel goed op de radar wat er door twee jaar onnavolgbaar coronabeleid van zijn voorganger allemaal is aangericht? Hoe gaat de minister het vertrouwen bij aanzienlijke delen van de Nederlandse bevolking herstellen? Dat is de eerste stap die nodig is voor een succesvolle langetermijnaanpak van het coronavirus. Als het vertrouwen niet terugkomt, is elke aanpak die we hier bespreken gedoemd te mislukken.

Gisteren kondigde de minister aan dat de GGD'en zich moeten voorbereiden op een ongekende vaccinatiecampagne in het najaar. Er moeten 1,5 miljoen prikken per week gezet worden. De minister vergeet daarbij wel één ding. Toen de Nederlandse bevolking zich massaal wilde laten vaccineren, eind 2020, stonden er kilometerslange files voor vaccinatiecentra. Toen met name ouderen massaal een booster wilden halen, eind 2021, hadden Hugo de Jonge en de GGD — de GGD geleid door een uitgerangeerde politicus — de zaak niet op orde. Het was een puinhoop, net als bij het testen in 2020. Tot overmaat van ramp dacht het kabinet in de zomer van 2020 dat corona voorbij was en verzuimde men voorbereidingen te treffen voor volgende golven.

Het absolute dieptepunt was de door Hugo de Jonge zelf gecreëerde "Dansen-met-Janssen"-coronaexplosie in de zomer van 2021. Toen had hij echt meteen moeten worden vervangen door een competent medicus. Wij hebben bij wijze van hoge uitzondering toen ook een motie ingediend in deze Eerste Kamer om minister De Jonge te vervangen door een competent medicus. Dat gebeurde echter niet. Een meerderheid van deze Kamer wilde doorgaan met De Jonge, die ons van de wal in de sloot hielp. U allen hier draagt dan ook mede de verantwoordelijkheid voor de enorme polarisatie in de Nederlandse samenleving, zeg ik tegen alle partijen die toen tegen deze motie stemden. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden!

Nu minister Kuipers het eindelijk goed wil gaan organiseren, hebben veel Nederlanders geen behoefte meer aan nieuwe vaccinaties. Dat komt door hun ervaringen van de afgelopen twee jaar. Mensen voelen zich belazerd en zien het nut er niet meer van in, ook omdat ze vaak, ondanks de prikken, toch een coronabesmetting hebben doorgemaakt, soms zelfs meerdere malen. Is deze minister zich bewust van deze stemming in het land? Hoe gaat hij de tractie voor zijn beleid, die verdwenen is bij de bevolking, weer herpakken?

Voorzitter. Als ik mensen om mij heen spreek die net als ik gevaccineerd zijn, dan merk ik toch bijzonder weinig animo om zich opnieuw te laten vaccineren. Men vindt het wel mooi geweest. Men is bereid het coronavirus te accepteren als een hinderlijk virus waarmee men zal moeten leren leven.

Voorzitter. U kent ons als praktische mensen die middenin de samenleving staan. Welke elementen zijn nu dan van belang voor de langetermijncovidaanpak? Wij hebben ons oor te luisteren gelegd, ook bij medici, en daaruit kwamen een aantal do's-and-don'ts voor de toekomstige coronastrategie. Ik begin met de don'ts, dus met wat we absoluut niet moeten doen bij toekomstige corona-uitbraken. Allereerst: geen nieuwe lockdowns. Ten tweede: niet de scholen weer sluiten. Onze jongeren hebben forse leerachterstanden opgelopen en het kost nu al veel moeite om die achterstanden in te halen. Met name bij pubers is er een soort onverschillige houding ingetreden na twee jaar corona. Het heeft hun leven danig ontregeld, zeker dat van de beginnende middelbare scholieren, die eigenlijk hun hele middelbareschoolperiode niet anders dan met corona te maken hebben gehad. Ten derde: niet de universiteiten weer sluiten. Ten vierde: niet de winkels weer sluiten en, tenzij het echt niet anders kan, niet de horeca weer dicht. En ook heel belangrijk: niet het vaccineren an sich opnieuw als de magic bullet-oplossing presenteren, zoals Hugo de Jonge deed, maar een scala aan mogelijkheden gebruiken, presenteren en uitleggen aan de bevolking, als ware het een mengpaneel waarvan je de schuifjes, al naar gelang de situatie, kunt wijzigen. Dat moet er dus allemaal níet gebeuren.

Wat moet er wel gebeuren, mocht corona toch weer terugkomen? Allereerst: duidelijkheid over de maatregelen op een eerlijke en transparante wijze, met name voor kwetsbare groepen. Leg bijvoorbeeld uit dat vaccinaties helpen om minder ziek te worden als je toch met corona besmet wordt. Leg ook uit dat het helpt om long covid te voorkomen. Hierover verscheen deze week nog een uitgebreide Italiaanse wetenschappelijke studie. Na twee vaccinaties daalt het risico op long covid al enorm, zo blijkt uit deze studie van Azzolini en Levi, zeg ik tegen de minister, die daar ongetwijfeld bekend mee is. Leg dit soort zaken dan ook uit aan de bevolking, is ons advies.

Mevrouw Prins i (CDA):

Ik zou even een punt van orde willen maken. We hebben het over het beleid van de afgelopen twee jaar van het kabinet. Ik vind het toch wel heel bijzonder om daar elke keer één minister uit te lichten, ook al was hij daar primair voor verantwoordelijk. Het was het beleid van het kabinet. De minister is ook niet aanwezig om zich te verdedigen. Ik zou dat dus graag iets neutraler willen zien. Dat even als punt van orde.

Als tweede heb ik een vraag. Ik hoor u aan de ene kant zeggen dat voor de toekomst — ik kijk ook graag naar de toekomst, lerende van het verleden — vaccinatie niet de oplossing moet zijn. Tegelijkertijd hoor ik u zeggen: vertel aan de mensen dat vaccinatie helpt tegen long covid et cetera. Is vaccinatie niet een van de basisbeschermingen, los van allerlei andere dingen die we kunnen doen, juist om ervoor te zorgen dat covid zo min mogelijk impact op ieders leven heeft?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik ga eerst even in op dat punt van orde van mevrouw Prins; het verbaast me niet dat ze daarover begint. In ons staatsrecht is het zo geregeld dat de minister de opvolger is van en verantwoordelijk is voor zijn voorganger. Er zijn in het verleden ook bewindslieden afgetreden vanwege dingen waar zij part noch deel aan hadden, maar die hun voorganger had gedaan. Ik noem de heer Van der Steur op Justitie, die via de Teevendeal moest aftreden. Daar waren allemaal voorgangers bij betrokken. We hebben de heer Van Eekelen van de VVD gehad, die als minister van Defensie, samen met uw partijgenoot Van der Linden, jaren later moest aftreden vanwege de paspoortenaffaire. Het is niet zo dat we kunnen zeggen: de vorige minister is weg en daar heeft deze minister verder geen boodschap aan. Hij treedt als het ware in de voetsporen van het beleid van zijn voorganger. En die voorganger heeft er toch wel een potje van gemaakt. Dat wilt u niet horen, omdat hij van uw partij is, maar dat is wel de realiteit. Daar hebben we nu mee te dealen. Het is wat Jeroen Dijsselbloem zegt, namelijk dat er geen enkel moment van reflectie is geweest. Die catharsis, die reiniging van "jongens, er is van alles fout gegaan, we gaan met een schone lei beginnen" is er nooit geweest. Ik ben het dus best met mevrouw Prins eens dat vaccinatie heel erg nuttig kan zijn, zeker voor kwetsbare groepen. Maar heel veel mensen in Nederland zijn door het beleid van de voorganger van de minister, uw partijgenoot De Jonge, zeer sceptisch geworden over vaccinatie. Daar hebben we mee te dealen. Daarom kaart ik dit aan.

Als je de patiënt wilt behandelen, moet je beginnen bij de diagnose. Je moet dan constateren dat de vorige arts geen goede behandeling heeft toegepast. Dat zullen we moeten accepteren en moeten internaliseren. Dan kunnen we met de goede behandeling beginnen, zeg ik tegen mevrouw Prins.

Mevrouw Prins (CDA):

Ik wil hier toch nog even op ingaan. Natuurlijk ken ik net zo goed als u de geschiedenis van hoe we omgaan met de opvolging van de verantwoordelijkheden. Die is ook mij bekend. Tegelijkertijd hebben we het nog steeds over het beleid van het kabinet. Consequent blijft u de naam van een minister noemen. Dat is waar het mij om gaat. Het wordt daarmee een persoonlijke aanval, en niet een aanval op het beleid. Natuurlijk kunnen we kritisch zijn over het beleid. Dat ontzeg ik niemand, maar ik vind de aanval op een persoon iets te makkelijk. Dat was de opmerking die ik graag wilde maken. De vraag over reflectie moet u aan dit kabinet stellen. De onderzoeksrapporten en ook straks de parlementaire enquêtes komen deze periode uit. Ik ben net als u benieuwd naar de antwoorden op deze vraag, maar ik ga ervan uit en ik ben ervan overtuigd dat er dan een zekere reflectie zal komen. Ik hoop dat ons gesprek in dit debat daartoe de aanleiding zal zijn.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Daar wil ik nog even op reageren. Ik wil natuurlijk niet alleen de heer De Jonge noemen. Ik wil best ook de naam Mark Rutte hierbij uitspreken. Die heeft hier denk ik ook een heel grote verantwoordelijkheid in. Hij heeft uw partijgenoot De Jonge in de praktijk vooral als een soort "boksbalminister" gebruikt om de klappen op te vangen. Dat is de praktijk. De premier draagt hier denk ik ook een grote verantwoordelijkheid voor. Hij heeft met een hoop spin en beeldvorming geprobeerd de coronacrisis te managen. Dat is aantoonbaar slechter gegaan dan in heel veel andere landen, doordat men intuïtief en met gebrekkige kennis vaak niet de goede keuzes heeft gemaakt. Dat geldt niet alleen voor uw partijgenoot De Jonge, maar zeker ook voor de minister-president. Dat heb ik al vaker aangekaart. In die zin wil ik u daarin wel enigszins tegemoetkomen, zeg ik tegen mevrouw Prins.

De voorzitter:

Ik dacht dat er nog een tweede element was in de interruptie van mevrouw Prins. Dat was de impact van de injecties.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Vaccinaties. "Injecties" is een woord dat vooral door wappies wordt gebruikt, voorzitter. Dat woord zou ik niet in de mond durven nemen.

De voorzitter:

Daar wil ik me niet mee associëren.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik ben zelf gevaccineerd. Ik ben niet tegen vaccinaties. Over wat de vaccinatie met name bewerkstelligt, heb ik me laten informeren door medici en mensen met kennis van zaken. De heer Van der Voort heeft natuurlijk ook veel expertise op dit vlak. Je hebt twee soorten afweer: de humorale afweer en de cellulaire afweer. De humorale afweer verdwijnt vrij snel na de vaccinatie, maar de cellulaire afweer door T-cellen blijft vrij lang actief, ook na een vaccinatie. Uit het nieuwste wetenschappelijke inzicht blijkt dat mensen die ziek worden minder long covid krijgen als ze gevaccineerd zijn. Zij worden ook minder ziek. Mensen die ziek worden, zijn toch vooral oudere mensen en mensen met overgewicht van boven de 55 of 60. Bepaalde groepen worden ook minder goed bereikt met vaccinatie. Daar kom ik zo nog op.

U zult ons hier niet horen roepen dat vaccinatie vergif is, of al die kreten die u de hele dag van al die ophitsers hoort. Absoluut niet. Mensen zijn daar niet objectief genoeg over voorgelicht. Ze hebben twee jaar lang gehoord: prikken, prikken, prikken, dan kunnen we weer overal naartoe en kunnen we weer op vakantie; neem een prik en alles is opgelost. Die eendimensionale aanpak met een soort wishful thinking is natuurlijk gevolgd. We moeten nu met de consequenties daarvan dealen. Met name minister Kuipers heeft daarmee te maken. Daarom zeg ik: kom met een catharsis, een reiniging, of een reflectie, zoals Jeroen Dijsselbloem dat noemt. Dan kun je dit achter je laten en kunnen we verder. Maar dat moment is overgeslagen, omdat men die politieke afrekening niet wil doen en bang is dan in de problemen te komen. Nou, dan denk ik: wat is er nou belangrijker? De volksgezondheid van Nederland of de politieke probleempjes van een of andere minister, die het gewoon aantoonbaar niet zo goed gedaan heeft? Dat zal dan over twee jaar wel in een enquête worden vastgesteld, maar dat is mosterd na de maaltijd. Als je gelooft in vaccineren, dan moet je de mensen dat nu kunnen uitleggen. Persoonlijk denk ik dat mensen die zich wel gevaccineerd hebben, niet allemaal nog een keer drie, vier, vijf keer een prik gaan halen. Dat geldt zeker voor de jongere mensen, zo is mijn gevoel gebaseerd op wat ik om mij heen hoor. Voor oudere mensen is het een ander verhaal en zou ik adviseren om dat wel te doen. Ik ben geen medicus, ik geef ook geen medische adviezen, maar daar is het natuurlijk wel een ander verhaal. De heer Van der Voort en de heer Kuipers kunnen ons daar ook heel goed over adviseren. Wij zijn ontzettend blij dat er in ieder geval nu een goede medicus op deze post zit. Daar hebben wij ook altijd op aangedrongen, ook al tijdens het begin van de crisis.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Het had alleen toen moeten gebeuren. Beter laat dan nooit, maar er is wel veel kostbare tijd verloren gegaan. Zal ik mijn betoog vervolgen, voorzitter?

De voorzitter:

Een moment. Ik stel vast dat het begrip "prik" wel kan, in tegenstelling tot "injectie".

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dat zei minister Hugo de Jonge: prikken, prikken, prikken. Dus dat neem ik dan maar over.

De voorzitter:

Ik kijk naar mevrouw Prins voor een allerlaatste interruptie.

Mevrouw Prins (CDA):

Ik ben blij dat we het op één punt met elkaar eens zijn, meneer Otten. We vinden allebei dat vaccinatie heel belangrijk is en dat wij allebei en iedereen hier er alles aan moeten doen om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen zich laten vaccineren, indachtig wat meneer Van der Voort heeft voorgesteld. Meneer Van der Voort, volgens mij heeft u uw steun al binnen.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Met die aantekening dat ik niet ben voor het onbeperkt vaccineren van kinderen. Ik denk dat met name risicogroepen zich moeten vaccineren. Daar moet het beleid meer op gericht zijn. Dat blijkt ook uit de ic-cijfers. De ic's lagen tijdens de vorige golf vol met met name ongevaccineerde vijftigers en ouder. Het gaat vooral om de risicogroepen, bijvoorbeeld mensen met onderliggende medische problemen.

Voorzitter. Ik vervolg mijn betoog. Wat moet er nu wél gebeuren? Duidelijkheid over de maatregelen, voornamelijk voor kwetsbare groepen, op een eerlijke transparante wijze. Ik heb al op long covid gewezen. Leg de wetenschappelijke feiten beter uit, luidt ons advies. Dat kan best met onzekerheid gepaard gaan. Dat hebben ze in Denemarken bijvoorbeeld ook gedaan. Daar heeft men gezegd: wij maken deze keuze; op basis van de huidige wetenschappelijke inzichten denken wij dat we dit moeten doen, maar het kan zijn dat we het verkeerd hebben en dat we het beleid moeten veranderen. Zoiets is in Nederland nooit gebeurd, omdat het kabinet een soort angst voor de bevolking heeft dat men dan zelf gaat nadenken. Om dat te voorkomen kwam er een campagne in de trant van "dit is het verhaal, prikken, prikken, prikken, het komt allemaal goed en dan kun je weer op vakantie". Dan neem je de mensen niet serieus.

Ik zeg: neem de mensen serieus en behandel ze niet als kleine kinderen, zoals in de afgelopen jaren wel is gebeurd. En start een gerichte vaccinatiecampagne voor 70-plussers, want daar zitten de grootste risicogroepen, zo blijkt mij uit gesprekken met medici. Vanaf 60-plus, 65-plus, ergens in die contreien, beginnen de risico's aanmerkelijk groter te worden.

Daar komt bij: hoe overtuig je moeilijk bereikbare groepen zoals bijvoorbeeld — ik kies mijn woorden heel voorzichtig — de oudere eerste generatie niet-westerse allochtonen. Van medici hoor ik dat zij een significant deel van de ic-patiënten met corona uitmaakten. Misschien kan de heer Van der Voort dat bevestigen. Hoe overtuig je deze groepen van het nut van vaccineren? Heeft de minister hier inmiddels een gericht beleid voor ontwikkeld en kan hij ons daar de contouren van schetsen?

We hopen natuurlijk allemaal dat het nu klaar is met die corona en dat het niet terugkomt. Maar heeft de minister een duidelijk beleid voor mondkapjes in verpleeg- en bejaardentehuizen als het toch weer terugkomt? Wordt dat duidelijk gecommuniceerd? Zijn er nog voldoende beschermingsmiddelen op voorraad? Er is in 2020 voor miljarden aan mondkapjes, handschoenen, jassen en dergelijke ingekocht, maar kunnen deze beschermingsmiddelen nog gebruikt worden als we weer met nieuwe problemen worden geconfronteerd in 2023 en 2024? Ook zouden we graag duidelijkheid van de minister vragen over de vereisten voor vakanties en reizen naar het buitenland. Is daar een herstelcertificaat of QR-code voor nodig? Wat is de stand van zaken van het DCC, het zogenaamde digitaal coronacertificaat? Ik denk dat mensen er ook graag duidelijkheid over willen hebben hoe dat zit.

Voorzitter. Is de besluitvormingsstructuur inmiddels gestroomlijnd, of gaan we weer elke dag allerlei elkaar tegensprekende OMT-leden en virologen in de talkshows zien, zodat de bevolking er wederom helemaal geen touw aan vast kan knopen?

En het volgende is heel belangrijk. Hoe gaat de minister organiseren dat de reguliere zorg bij een nieuwe corona-uitbraak wél goed doorgang kan vinden en niet, zoals de afgelopen twee jaar, het kind van de rekening wordt? Volgens medici en experts zou de aanhoudende oversterfte wel degelijk te maken kunnen hebben met het na-ijleffect van de uitgestelde zorg tijdens de coronapandemie. Onze fractie heeft inmiddels, net als vele media, al inzage gehad in het RIVM-rapport dat net is gepubliceerd. Het is een uitgebreid rapport over de uitgestelde zorg. De conclusies van deze RIVM-studie, die vanochtend ook alle voorpagina's domineerde, liegen er niet om. Die zijn buitengewoon schokkend. Door uitgestelde zorg zijn er namelijk meer dan 320.000 gezonde jaren verloren gegaan tijdens de coronacrisis. Dat is op zich niet verwonderlijk als alle aandacht van de zorgsector en het kabinet exclusief uitgaat naar corona. Dan vallen er dus heel veel anderen buiten de boot. Dat blijkt uit deze studie van het RIVM nu helaas dus nog veel erger te zijn dan velen al dachten. Ik las vanochtend in de krant ook de interviews met de onderzoekers. Zij zeiden ook: dat het zo erg was, hadden we eigenlijk niet verwacht.

De les die hieruit getrokken kan worden, is dat de zogenaamde "rule of rescue", het principe dat de grootste nood voorgaat, ook in coronatijd het leidende principe moet zijn. Het RIVM zoekt de oplossingen vooral in de richting van zelfstandige behandelcentra, privéklinieken en buitenlandse ziekenhuizen. Maar is het, als de pandemie terugkomt, niet verstandiger om oplossingen te zoeken via regionale coronacentra, zodat de reguliere zorg zo veel mogelijk doorgang kan vinden?

Voorzitter. Hoe staat het met de chief medical officer, ter vervanging van het omslachtige OMT en het uiterst tijdrovende en stroperige Gezondheidsraadgepolder? Hierover zijn afspraken gemaakt in het regeerakkoord en de minister heeft mij in het debat van 21 februari dit jaar toegezegd dat hij met een nadere uitwerking van de chief medical officer zou komen. Onze vraag is of die uitwerking al beschikbaar is. Kan de minister die ons verstrekken?

En, nu we toch bezig zijn met vragen voor de minister: waarom sprak de minister eigenlijk niet de duizenden huisartsen toe die vrijdag op het Binnenhof demonstreerden tegen de totale bureaucratisering van hun vak, die tot een bizarre administratieve werkdruk heeft geleid? Het verbaasde onze fractie dat de minister niet even de moeite nam om met deze belangrijke groep professionele zorgverleners, die een sleutelrol vervult in het Nederlandse zorgstelsel, in gesprek te gaan.

Voorzitter. Dan komen we tot slot op het punt van de wetgeving voor de lange termijn. Het ministerie heeft nu tweeënhalf jaar de tijd gehad om via de Wet publieke gezondheid een deugdelijk, permanent wetsvoorstel voor te bereiden. Het ministerie is er te lang van uitgegaan dat men wel eindeloos de disproportionele Tijdelijke wet maatregelen covid-19 kon blijven gebruiken. Dat is de disproportionele wet die in mei dit jaar eindelijk door deze Eerste Kamer buiten werking werd gesteld wegens veel te zware inbreuk op onze grondrechten. Onze fractie had daar vanaf dag één voor gewaarschuwd.

Voorzitter. We zien nu wel weer een beetje dezelfde gemakzucht bij het maken van permanente wetgeving. Waarom duurt dit zo ontzettend lang? Is er onvoldoende juridische expertise op het ministerie van VWS? Dan moet daar snel iets aan gedaan worden. Of is er een andere reden? Wat is de oorzaak van deze hardnekkige vertragingen? Is het wellicht een idee dat de minister van Justitie bijspringt? Want in het verleden hield het ministerie van Justitie een toeziend oog op alle wetten van de departementen. Het bemoeide zich met de juridische aspecten. Laten we geen tijd verdoen, zo is ons advies.

Voorzitter. Wij zijn benieuwd naar de langetermijnplannen van de minister, waarmee we een manier kunnen vinden om te leven met de gevolgen van corona zonder dat het onze maatschappij opnieuw gigantisch verstoort en ontwricht, zoals in de afgelopen twee jaar. We zien uit naar de beantwoording van onze vragen en naar de uitleg van de langetermijnplannen van de minister.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Er is een interruptie van de heer Verkerk.

De heer Verkerk i (ChristenUnie):

Ik heb met belangstelling naar het verhaal van de heer Otten geluisterd. De heer Otten heeft een aantal mooie dingen gezegd. Wanneer de heer Otten terugkijkt op het beleid van het vorige kabinet, valt het mij op dat hij steeds zegt: denk erom, ik wist het; ik wist het al weken en ik wist wat er had moeten gebeuren. De heer Otten kan zelfs tot in detail bekijken wat er mentaal in het kabinet gebeurt en ook de huidige minister zal moeite hebben om zich daaraan te onttrekken. Ik constateer dat ik dat bijzonder vind.

Mijn vraag is echter de volgende. De heer Otten zegt dat er voor het huidige kabinet een aantal don'ts gelden: dit mag nooit gebeuren en dat mag nooit gebeuren. Mijn vraag is: hoe kan de heer Otten dat stellen als hij niet kan voorspellen hoe besmettelijk een toekomstig virus is en hoe groot de ziektelast is?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik zal eerst even op het eerste punt reageren. De heer Verkerk heeft heel scherp gezien dat wij hier vanaf het begin al voor hebben gewaarschuwd. Het mooie van deze Eerste Kamer is dat wij hele goede Handelingen hebben en dat onze Griffie een hele goede videoservice heeft, zodat u alle speeches kunt terugkijken. U hoeft alleen maar "Otten" in te typen en te zoeken naar "activiteiten plenair". Daar kunt u alle speeches terugzien. U kunt alle speeches over corona vanaf 2020 terugkijken. Wij hebben gezegd: "Met het RIVM-model loop je achter de feiten aan. Je moet vooruitkijken en niet achteruit. Daar deugt methodologisch helemaal niks van, maar de minister begrijpt dat niet, dus: ga daar anders mee om. Neem het niet zo absoluut." Dat hebben we allemaal gezegd. We hebben gezegd: boost the booster; waar blijft die booster en waar blijven de testen? Dat hebben we in het begin allemaal al gezegd. Wij hebben gezegd: ga testen. In de eerste maand van de coronacrisis stuurde ik een mail aan alle Eerste Kamerleden over dat we de Eerste Kamervergaderingen door moesten laten gaan en testen moesten regelen. Van iedereen kreeg ik allemaal kritiek. Ze zeiden: "Wat denk je wel niet? Wil je voorrang bij het testen? Die Otten, dat is toch wat!" Toen wilde men niet eens testen. Wij hebben meteen gezegd: ga testen.

Wij keken ook naar wat ze in het buitenland deden. Het is immers een globale crisis. Italië liep helaas wat op ons voor met al die sterfgevallen. Er gebeurde ook van alles in de rest van de wereld. Dan ga je hier niet in een bunker zitten met allerlei verschillende mensen. Dan ga je niet met twintig OMT-leden eindeloos vergaderen in het Catshuis. Dan ga je kijken wat de rest van de wereld doet en naar hoe wij dit snel kunnen aanpakken. Het is een onzekere toestand, dus je moet op basis van intuïtie, op basis van judgement, beslissingen nemen. Wij kunnen constateren dat dat niet goed gegaan is. Men heeft die judgement niet in de top van het kabinet. Die hadden ze in ieder geval niet, maar hopelijk is dat nu wel het geval met de heer Kuipers. Ik vind dat er inmiddels een hoop rust is gecreëerd aan het medisch front en gelukkig maar. Maar die judgement is er niet; dat zien we ook op andere vlakken. Ik heb tijdens de Algemene Beschouwingen tegen de minister-president gezegd dat je op basis van intuïtie, op basis van niet-volledige kennis en zonder een formeel redeneerproces, toch tot de juiste conclusies komt. Die gave is deze bewindslieden niet gegeven. Dat hebben wij uitentreuren aan de orde gesteld in alle bijdragen over corona vanaf de zomer van 2020. Dat kunt u allemaal terugzien. Was daar maar beter naar geluisterd, zo zeg ik tegen de heer Verkerk. Maar goed, misschien heeft het toch een klein beetje geholpen.

De tweede vraag ben ik even vergeten.

De voorzitter:

De vraag is hoe u nu aankijkt tegen een komende coronacrisis en hoe u ons daarover adviseert.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dat is een goede vraag.

De heer Verkerk (ChristenUnie):

Voorzitter, toch even. De heer Otten bevestigt uiteindelijk hoe goed hij is, hoe goed hij het allemaal ziet en hoe hij boven ons uitstijgt. Dat gun ik hem graag. Waar het mij om gaat, is dat de heer Otten allerlei dingen aangeeft die het kabinet niet moet doen. Mijn vraag is: hoe kan hij dat aangeven als hij niet weet wat de besmettelijkheid en wat de ziektelast van het nieuwe virus is?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Als we nu weer een nieuwe lockdown gaan doen, dan gaat het hele bedrijfsleven eraan. De mensen zijn door hun reserves heen en kunnen dat niet meer handelen. Ze moeten hun belastingschulden aflossen. Mensen gaan dat gewoon niet meer accepteren, zeg ik tegen de heer Verkerk. Dat is mijn gevoel. Mijn radar in de samenleving zegt: mensen gaan geen lockdowns meer accepteren, ook niet bij een besmettelijker variant. Dan zul je dus een andere oplossing moeten zoeken. Daar hebben wij een aantal handvatten voor geboden. Als u het hele land weer in lockdown wil hebben met avondklokken en dergelijke, dan denk ik dat mensen dat niet meer gaan doen na wat er nu gebeurd is. Ik heb het tijdens een gesprek met iemand weleens vergeleken met de blitz in Londen. Ik heb zelf in Londen gewoond. De bommen vlogen in 1940 en al die V1's kwamen naar beneden, maar de Britten bleven onverstoorbaar doorgaan. Die gingen gewoon naar een nachtclub en "nou ja, dan viel er af en toe een bom". Mensen raken er op een gegeven moment aan gewend. Die gaan met hun leven door en die willen daar niet meer die offers voor brengen. Daar ben ik van overtuigd. Ik ben helemaal geen wappie en ik ben ook helemaal niet tegen vaccineren, maar ik ben ervan overtuigd dat dit de situatie is.

De voorzitter:

Tot slot.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Niet dat ik zo briljant ben. Ik denk dat er gewoon gebrek aan intuïtie is bij de vorige besluitvormers. Dat is het probleem.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Verkerk.

De heer Verkerk (ChristenUnie):

Ik moet constateren dat de heer Otten mijn vraag nog niet beantwoord heeft. Ik begrijp dat de heer Otten een bepaald gevoel heeft dat zegt: de maatschappij accepteert het niet. Ik stel een andere vraag. Hoe kan de heer Otten zeggen dat nooit de maatregelen x, y of z genomen mogen worden als de heer Otten niet weet wat de besmettelijkheid en de ziektelast van een toekomstig virus is?

De heer Otten (Fractie-Otten):

U had het net over paradigma's. Op basis van waar we nu, vandaag, staan, is dit mijn advies: doe het niet. Maar "if the facts change, I'm happy to change my opinion" — ik weet niet meer wie dat zei, Churchill of zo. Als hier duizenden doden per dag vallen, wordt het een ander verhaal. Dan zullen we de situatie aan moeten passen. Maar dat is ook altijd mijn betoog geweest: pas de situatie aan aan de realiteit. En bij het beleid gebeurde het dat de realiteit zich aan moest passen aan het RIVM-model. Dat hebben wij uitgebreid aan de orde gesteld toen we nog in de Ridderzaal zaten. Toen hebben we heel vaak gezegd: dit is de verkeerde aanpak; je moet niet in de achteruitkijkspiegel kijken, maar je moet de koplampen aanzetten en vooruitkijken. We moeten een proactief beleid hebben. In onze inschatting moet je nu eerst duidelijk aangeven dat we die fase hebben gehad, dat we daar klaar mee zijn en dat we het nu anders gaan doen. Maar dat moment is niet gekomen. Het is gewoon geruisloos doorgegaan. Dat zegt Jeroen Dijsselbloem van de Onderzoeksraad ook heel terecht: er is bewust niet gekozen voor een moment van reflectie. Dat was veel beter geweest om het vertrouwen bij de bevolking in de nieuwe aanpak te vergroten. Dat vertrouwen is nu toch wel danig beschadigd. Er zijn heel veel mensen die er gewoon geen vertrouwen in hebben. Ik wel, maar ...

De voorzitter:

Dank u wel. Ik denk dat nu voldoende is uitgewisseld. Nog één laatste vraag en een heel kort antwoord erop.

De heer Verkerk (ChristenUnie):

Ik wil geen vraag meer stellen. Ik constateer alleen dat de "don't" van de heer Otten een "don't" is tot het moment dat er een ernstig virus komt. Ik vind dit een heel duidelijk advies. Het tweede stuk omarm ik, het eerste niet.

De voorzitter:

Ik denk dat we dan voldoende gedachten hebben uitgewisseld.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Wij zijn niet van de dogma's. Misschien is de heer Verkerk wat dogmatischer ingesteld dan wij. Wij zijn juist heel praktisch ingesteld. Dit zou nu ons advies zijn. Het is geen Bijbelse wet van Meden en Perzen. Op dit moment zeg ik: probeer vooral lockdowns te voorkomen. Dat is ons advies.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw betoog. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Nanninga van de gelijknamige fractie.