Plenair De Boer bij voortzetting behandeling COVID-19-onderwerpen en de langetermijnaanpak



Verslag van de vergadering van 5 juli 2022 (2021/2022 nr. 36)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.06 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw De Boer i (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Ik heb in de inbrengen vanuit de Kamer een aantal interessante dingen gehoord. Het fileren van het in consultatie gegeven wetsvoorstel door collega Nicolaï was wat mij betreft zeer zinvol. Ook was ik blij verrast om de woordvoerder van de VVD de privatisering in de zorg te horen problematiseren en te pleiten voor meer inzet vanuit de overheid op het bevorderen van een gezonde leefstijl. Ik denk dat we allemaal samen het langetermijnperspectief ten aanzien van de aanpak van corona aardig hebben gedekt.

Ik heb in mijn eerste termijn de vraag gesteld of de regering voldoende doet met een focus op regie, verantwoordelijkheid en doorzettingsmacht. Uit de antwoorden van de minister, waarvoor dank, hoor ik vooral ambitie voor de toekomst en op de korte termijn overleggen en afstemming. Dat is mooi, maar niet genoeg. Om met de OVV te spreken: het blijkt dat het kabinet nog niet alle interventies heeft omgezet in duidelijke oplossingen en handelingsperspectieven. Meer concrete initiatieven en acties zijn noodzakelijk om om te kunnen gaan met zowel de huidige coronapandemie als met andersoortige langdurige crises. Geen woorden, maar daden dus. De vraag is of we de tijd hebben om te wachten op de kabinetsbrief die ons voor september is toegezegd.

Ik ben er ook nog niet helemaal van overtuigd dat het kabinet wat betreft de opvolging van de aanbevelingen van de OVV op de goede weg zit. Zo zei de minister over de regie en de afstemming in de zorg: op dit moment heb ik niet meer sturingsmogelijkheden; anders dan overleg kan ik niets. Dit antwoord is wat ons betreft illustratief. Het kabinet zegt de aanbevelingen van de OVV te zullen uitvoeren. Ik kijk dan even naar aanbeveling acht: "Pas de crisisstructuur voor het zorgveld aan. Zorg dat de minister van VWS de bevoegdheid heeft om sector-, regio- of instellingsoverstijgende problemen effectief te kunnen aanpakken, waaronder in elk geval met rechtstreeks bindende aanwijzingen." De raad constateerde op 1 juli dat het kabinet de ambitie heeft getoond de aanbeveling op te volgen, maar dat meer concrete invulling wenselijk is. De raad roept de regering op om bij de verdere uitwerking in te gaan op de mate van die doorzettingsmacht. Ik hoorde de minister zeggen dat hij die doorzettingsmacht waar het gaat om zoönose niet nodig vindt. Ik vraag me dan wel af hoe dit zich verhoudt tot de aanbeveling van de OVV.

Tijdens het debat verwees de minister waar het gaat om de maatschappelijke impact, bijvoorbeeld van post-covid, een aantal malen naar de ministers van SZW en OCW. Ik begrijp dat, maar ik vind dat ook lastig. Deze minister heeft toch de regie over de corona-aanpak? Het roept ook de vraag op wat de weging is van de verschillende belangen en de manier waarop die op elkaar inwerken. En wat de bijbehorende advies- en besluitvormingsstructuur en de verdeling van verantwoordelijkheden is. Ook na het debat van vandaag zijn we er niet gerust op dat dit allemaal goed is belegd. Met name niet als zich deze zomer al een situatie zou voordoen waarin die belangenafweging gemaakt moet worden en de verantwoordelijkheid genomen moet worden.

Ook onze aarzelingen met betrekking tot regie in relatie tot de sectorplannen zijn niet helemaal weggenomen. Ook hier weer gaat het vooral om de sturing, het inwerkingstellen, het opschalen, de naleving en de verantwoordelijkheden die verdeeld moeten worden.

Een enkele opmerking met betrekking tot de eerste tranche Wpg. Ik beperk mij voor nu tot de positie van de Eerste Kamer, want ik denk dat het daarvoor nuttig is als wij de minister vooraf een boodschap meegeven. De minister geeft aan dat de betrokkenheid van de Staten-Generaal voldoende geborgd is met een voorhangprocedure van een week voor beide Kamers met een blokkeringsrecht voor de Tweede Kamer. Ik merk op dat dit de zeggenschap voor de Eerste Kamer vrijwel illusoir maakt, mede gezien de vergaderfrequentie van de Eerste Kamer. Dat wringt des te meer als bij het activeren van de bevoegdheden de keuze alleen is tussen "alle bevoegdheden activeren" en "geen bevoegdheden activeren". Het lijkt in het wetsvoorstel dat nu in consultatie is gegeven, niet mogelijk om een deel van de bevoegdheden te activeren. Ik hoef van de minister nu geen antwoord, maar ik verzoek hem wel om hier nog eens goed naar te kijken.

Voorzitter, tot zover mijn bijdrage in tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw De Boer. Dan is het woord aan de heer Van der Voort namens D66.