Verslag van de vergadering van 11 oktober 2022 (2022/2023 nr. 3)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.48 uur
De heer Ganzevoort i (GroenLinks):
Voorzitter. Wat een leuk debat! Een niet al te ingewikkelde wet, maar wel eentje waar ontzettend veel haken en ogen aan zitten. We proberen vandaag om die te bekloppen en te bevoelen om te zien hoe die gaat uitpakken. Er is de wens om enerzijds politieke partijen te faciliteren om hun werk goed te doen en te zorgen dat ze goede worteling en inbedding in de samenleving hebben. Aan de andere kant is er de inzet om de gevaarlijke invloeden te keren. Het is dus puzzelen op de grenzen. Niet zozeer om te kijken of we ze kunnen omzeilen, maar veel meer om ze te toetsen op de werkbaarheid. Waar schuurt het nou? Als het op het gebied van giften en legaten ergens schuurt, is er dan toch mee te werken? En zo ja, hoe dan? Tenminste, zo heb ik het debat vanochtend en vanmiddag gehoord. Is er op het punt van de internationale samenwerking inderdaad een nulwaarde van een lezing, of is het een kwestie dat je dat wederzijds doet en dat er een automatische tegenprestatie is? Het zijn allemaal punten waarbij je de vraag kunt stellen of het nou onbedoelde effecten van de wet zijn.
Op één punt schuurt het nog wel een beetje en volgens mij moeten we daar nog wel meer helderheid over krijgen. Dat gaat over de verhouding tussen partijen en politici. Dit kwam even aan de orde bij een appartement of een penthouse dat aan een kandidaat gegeven zou kunnen worden. Ik hoop dat dat mij nog een keer gebeurt, maar zover is het nog niet. Inderdaad staat in deze wet dat het ook gaat om "ten baat van de politieke partij of een op de kandidatenlijst van de politieke partij geplaatste kandidaat" en dat de partij of de kandidaat daar kennelijk voordeel bij heeft. Stel nou dat ik, buiten mijn politieke activiteiten om, een appartement zou erven. Ik ben dan nog steeds een kandidaat die op een lijst staat, ontvang een appartement en heb daar kennelijk baat bij. Maar dat heeft weinig te maken met mijn politieke activiteiten. Het zou dan onbedoeld toch onder deze wet vallen. Dus daar waar het gaat om de partij als organisatie is het allemaal vrij duidelijk, met wat schuurpunten hier en daar, maar bij de politicus blijft bij mij de vraag wat er bedoeld is. Dus de bescherming enerzijds en tegelijk de ruimte voor maatschappelijke inbedding, die zich ook uit in financiële ondersteuning.
Over de evaluatiecriteria heeft de minister iets gezegd. Die zijn nog niet heel erg scherp, met name als het gaat om de beïnvloeding. Ik denk dat nog wel preciezer kan worden geformuleerd hoe we daar zicht op krijgen en of die helpen bij de doelstelling om de beïnvloeding tegen te gaan. We zien erg uit naar de evaluatieopdracht. Ook ik dank de minister voor de gedane toezegging dat we die zullen krijgen.
Op het punt van het giftenplafond, dat wat ons betreft lager zou moeten, en op het punt van het uitsluiten van giften van rechtspersonen, bedrijven en anderszins zijn we het op dit moment niet eens. Op het punt van de afsplitsingen zou ik nog wel een fundamentelere discussie willen, maar ik snap dat dat punt als zodanig niet in deze wet staat.
Een heel kleine vraag die ik heb gesteld heb en waar ik nog niets over gehoord heb, gaat over de inkomsten van boekverkopen en dergelijke. Ook dat zijn inkomsten van partijen. Het is maar een voorbeeld. Hoe kun je voorkomen dat er andere geldstromen zijn? Ik noem maar wat: als ik papiertjes van één bladzijde ga verkopen voor €20 per stuk, is dat ook een manier om geld binnen te halen, een onjuiste manier. Oftewel: waar zitten nog zwakke plekken? Bij de evaluatie zal dat duidelijk worden.
Over het algemeen denken we dat deze wet echt helpt om een duidelijk signaal af te geven over de richting die het op zal moeten. Ik waardeer het positief dat de Tweede Kamer zelf heeft gezegd, in een wat ik dan een vorm van zelfregulering noem, dat het een tandje scherper mag dan de regering heeft voorgesteld. Dat levert hier een aantal vragen op. Hebben we voldoende nagedacht over de implicaties? Daar hebben we het debat over gehad.
Ik dank de minister voor alle antwoorden en zal mijn fractie adviseren om deze wet te steunen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ganzevoort. Dan is het woord aan de heer Dittrich namens D66.