Plenair Koffeman bij voortzetting behandeling Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen



Verslag van de vergadering van 11 oktober 2022 (2022/2023 nr. 3)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.34 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ik wil de minister allereerst bedanken voor het beantwoorden van de vragen. Ik heb daaraan wel gemerkt — en dat heeft ook te maken met het feit dat de minister met een fors geamendeerde wet gekomen is — dat die toch wel een aantal vragen openlaat die nadere beantwoording vragen. Wij denken dat de uitvoerbaarheid een wezenlijk probleem is van de wet. Mijn fractie steunt van harte de zeer voorzichtige motie van collega Schalk, maar voor collega's voor wie deze voorzichtige motie toch te ver zou gaan, heb ik nog een aantal minder vergaande moties die per onderdeel wijziging vragen aan de minister of in ieder geval verduidelijking of en betere uitvoerbaarheid.

De eerste motie heeft betrekking op giften aan neveninstellingen zoals wetenschappelijke bureaus en politieke jongerenorganisaties. De wens tot meer transparantie en een gelijk speelveld gaat wat ons betreft vooral op voor politieke partijen zelf. Wij vinden het heel erg indirect om dat ook meteen van toepassing te verklaren op politieke jongerenorganisaties en wetenschappelijke bureaus. Om die reden wil ik graag de volgende motie indienen.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman en Prast wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat giften aan neveninstellingen van politieke partijen een wezenlijk ander karakter hebben dan giften aan politieke partijen;

overwegende dat van dergelijke giften door natuurlijke personen geen directe politieke invloed te verwachten is;

verzoekt de regering giften aan neveninstellingen vrij te stellen van het in de nieuwe wet gestelde maximum, in elk geval tot na de behandeling van de Wet op de politieke partijen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter H (35657).

De heer Ganzevoort.

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Ik schudde even nee, omdat ik me afvraag of dit inhoudelijk kan. Kun je een motie indienen — hij deed het, dus kennelijk kan het — die zegt: we hebben hier een wet die we willen aannemen, maar een onderdeel ervan gaan we niet aannemen; dat gaan we niet doen of zo. Wat is dit voor motie?

De heer Koffeman (PvdD):

Mijn tijd liep nog door tijdens de interruptie. Nu niet meer gelukkig. Het is geen motie die vraagt om een deel van de wet niet aan te nemen. Dat kan inderdaad niet. In de motie wordt aan de minister gevraagd om met aanvullende wetgeving te komen die neveninstellingen en politieke jongerenorganisaties hiervan uitsluit. Dat kan natuurlijk wel, hè.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Dus dan zou het om een nieuwe wet gaan die hierna moet komen of het zou in de Wpp moeten komen?

De heer Koffeman (PvdD):

Nee, het hoeft niet om een nieuwe wet te gaan. Als deze wet hier aangenomen wordt, kan hij op elk moment gewijzigd worden.

De voorzitter:

Een nieuwe wetswijziging.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Die wetswijziging is een nieuwe wet.

De heer Koffeman (PvdD):

Ja.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Dat betekent dat deze wet wel in werking gaat, maar u om een vervolg daarop vraagt?

De heer Koffeman (PvdD):

Dat zou kunnen. Maar het kan ook zijn dat deze motie hier zodanig tot nadenken stemt dat we die hele wet niet aannemen. Dat kan ook. Maar dat is de voorzichtige motie van collega Schalk.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter. Ik heb aangegeven dat een wet met gefixeerde bedragen zich eigenlijk niet verhoudt tot een tijdperk met grote inflatie. Ik heb de minister daar nog geen antwoord op horen geven. Dat maximum van €100.000 is over een jaar €17.000 lager. Niemand kan in de toekomst kijken, maar het ziet ernaar uit dat het nog weleens erger dan dat zou kunnen worden. Om die reden de volgende motie.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman en Prast wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het opnemen van gefixeerde maximumbedragen in de Wet financiering politieke partijen zich slecht verhoudt tot situaties van inflatie;

overwegende dat automatische indexatie gerelateerd aan het prijsindexcijfer om die reden gewenst is;

verzoekt de regering indexatie van genoemde maxima op zo kort mogelijke termijn in de wet op te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter I (35657).

De heer Koffeman (PvdD):

Wij hebben ook gewisseld over de driedagentermijn, die we algemeen toch wel als tamelijk onuitvoerbaar zien, niet alleen omdat je, als je een huis erft, dat binnen drie dagen getaxeerd en gemeld moet hebben, maar ook omdat het, als er weekenden en feestdagen in vallen, niet helemaal duidelijk is of de dag waarop de gift binnenkomt ook meetelt. Daarom zouden we duidelijkheid willen hebben. Die duidelijkheid zou ik willen zoeken via de volgende motie.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman en Prast wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de termijn waarbinnen politieke partijen giften boven een bepaald minimum moeten melden in de Wet financiering politieke partijen omschreven wordt als "binnen drie dagen";

overwegende dat deze bepaling als onuitvoerbaar beschouwd kan worden in situaties waarbinnen zon-, zater- en feestdagen vallen;

verzoekt de regering te bewerkstelligen dat de termijn gewijzigd wordt in drie werkdagen, ook wanneer daarvoor een novelle noodzakelijk zou zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter J (35657).

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter. Ten slotte wil ik graag aandacht vragen voor de situatie waar ik ook eerder aandacht voor gevraagd heb. Die gaat over mensen die nalatenschappen aan politieke partijen willen nalaten. Die zouden op z'n minst erg in de war gebracht kunnen worden door deze wet en mogelijk ook gedupeerd. Dat geldt ook voor de politieke partijen. Er is hier al gesproken over constructies waarin dan een stichting wordt opgericht. Heel veel mensen die hun laatste wil aan het formuleren zijn, zijn niet in de mood om een stichting op te richten. Het zou dus fijner zijn als de wet zelf dat wat duidelijker zou regelen. Om die reden de volgende motie.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman en Prast wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de laatste wil van erflaters in relatie tot de maximering van giften aan politieke partijen en politieke neveninstellingen zou kunnen leiden tot door de erflater onvoorziene effecten, zoals afroming van de erfenis of het legaat door de overheid voor bedragen die een waarde van €100.000 overstijgen;

overwegende dat deze onvoorziene effecten onvoldoende geregeld zijn in voorliggend wetsvoorstel;

verzoekt de regering tot nader order erfenissen en legaten uit te zonderen van de maximalisatie van giften aan politieke partijen en hun neveninstellingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter K (35657).

Dank u wel, meneer Koffeman. Dan is het woord aan de heer Van Hattem namens de PVV.