Plenair Ganzevoort bij behandeling Wet kiescollege niet-ingezetenen



Verslag van de vergadering van 11 oktober 2022 (2022/2023 nr. 3)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.40 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Voorzitter. 3,1415927: u zult het direct herkennen. Het is niet de correctiefactor van Simon Otjes, die in dit wetsvoorstel een belangrijke rol speelt, maar het getal pi. Het getal pi is de crux van het wiskundige probleem van de kwadratuur van de cirkel. Als je een cirkel hebt met een bepaald oppervlak, kun je dan met een liniaal en een passer een vierkant maken met precies datzelfde oppervlak? Meer dan twintig eeuwen debatteerden wiskundigen hierover, om uiteindelijk te concluderen dat het onmogelijk is, omdat "het getal pi een irrationeel, transcendent getal is". Ik bedenk het niet zelf.

De kwadratuur van een cirkel is een mooi beeld van de puzzel die centraal staat bij dit wetsvoorstel. Het uitgangspunt is niet zo ingewikkeld. Het is een goede zaak als Nederlanders die in het buitenland wonen invloed kunnen hebben op de samenstelling van de Staten-Generaal, omdat de wetten die wij aannemen ook invloed op hen hebben. Dat was voor de Tweede Kamer redelijk eenvoudig te regelen, omdat daar alle kiesgerechtigden mogen stemmen, op een specifieke groep na, waar ik nog op terugkom. Voor de Eerste Kamer ligt het ingewikkelder, door de getrapte verkiezing. Ik weet dat het niet indirect is, maar wel getrapt. Daar ontstond het probleem van de cirkel en het vierkant: de twee manieren van stemmen, waar ook de heer Van der Linden het over had. We hebben hierover gedebatteerd bij de grondwetsherziening in eerste lezing, met de voorgangster van de huidige minister. Toen hebben we het probleem op tafel gelegd dat bij de verkiezing door de leden van Provinciale Staten en van de kiescolleges Caribisch Nederland het aantal kiesgerechtigden en het aantal inwoners op een vergelijkbare manier een rol spelen. Daardoor is de invloed van een individuele stem op de samenstelling van de Eerste Kamer ook vergelijkbaar. Maar die systematiek gaat niet meer op voor Nederlanders die in het buitenland wonen. Er is geen sluitende registratie van kiesgerechtigden. Er is geen logische verhouding tot het aantal inwoners. En dus is er geen sluitende berekening te maken, die leidt tot een gelijke stemwaarde voor ingezetenen en niet-ingezetenen.

In dat debat heeft de minister mij toegezegd te onderzoeken hoe de evenredigheid van de stemwaarde kan worden geoptimaliseerd. Het doet mijn fractie goed te zien dat de minister dat inderdaad gedaan heeft. De analyse van Simon Otjes heeft op een goede manier geobjectiveerd wat er op het spel staat en hoe je dat kunt oplossen. Het nodigt natuurlijk uit om door te puzzelen, bijvoorbeeld over de vraag of het aantal kiesgerechtigden zou moeten meewegen in plaats van het aantal geregistreerde kiesgerechtigden. Eigenlijk zijn al dat soort alternatieven niet zo heel belangrijk meer, nu er een model voorligt dat ervoor zorgt dat de impact van elke afzonderlijke stem van ingezetenen en niet-ingezetenen ongeveer gelijk is.

Voorzitter. Wij hebben geen liniaal en passer, en de cirkel en het vierkant zijn niet tot elkaar te herleiden. Net zo is het instellen van een kiescollege van niet-ingezetenen geen oplossing voor het principiële verschil tussen de positie van kiesgerechtigde inwoners en kiesgerechtigden in het buitenland. Maar de verschillen zijn wel zorgvuldig verwerkt in het voorliggende voorstel. Er is een evenredigheid aangebracht. Daarom zal mijn fractie het voorstel steunen, net zoals wij de grondwetswijziging hebben gesteund die hier wordt uitgewerkt.

Maar op één punt blijft onze onvrede bestaan. De ongelijke behandeling van Nederlanders in het Caribisch deel van het Koninkrijk is er nog steeds. Die wordt in deze wetswijziging voortgezet, ook al, zo was de eerdere redenering, omdat het anders ook zou moeten worden aangepast voor de Tweede Kamer. Die lijn wordt hier gevolgd. Uiteindelijk gaat die discussie over het democratisch deficit van het hele Koninkrijk. Die gaat niet alleen over het kiescollege Eerste Kamer, maar over veel meer. Maar het ongemak blijft dat de Nederlandse volksvertegenwoordiging nu wordt samengesteld door alle Nederlanders, of ze nu in Europees Nederland wonen, of in Caribisch Nederland, of in Madagaskar, Malawi, Malediven, Mali, Malta, Marokko, Marshalleilanden, Mauritanië, Mauritius, Mexico — u snapt wat ik bedoel — maar niet, als enige niet, door Nederlanders die wonen op Aruba, Curaçao of Sint-Maarten.

Voorzitter. Dat ongemak vraagt nadere bezinning, zeker omdat ten aanzien van de verhoudingen binnen ons Koninkrijk toch al, en niet ten onrechte, het gevoel bestaat dat Nederland alles bepaalt en dat de stem van Nederlanders in het Caribisch deel van het Koninkrijk nauwelijks telt. We begrijpen dat die discussie te groot is voor dit wetsvoorstel, maar ik moet deze hartenkreet wel echt kwijt. Ik hoop dat de minister de noodzaak van die fundamentele bezinning op het democratisch tekort ook ziet en dat ze bereid is om het gesprek daarover in Koninkrijksverband verder te brengen. Dan gaat het niet alleen over vertegenwoordiging van de landen bij de behandeling van rijkswetten, zoals de regering al wil gaan voorstellen, maar om het bredere punt dat ik hier maak: dat Nederlanders die in het Caribisch deel van het Koninkrijk wonen, als enigen van alle Nederlanders geen invloed hebben op de samenstelling van de volksvertegenwoordiging.

Voorzitter. Als wij het principiële probleem van de cirkel en het vierkant pragmatisch kunnen oplossen, dan moet het toch ook lukken met de driehoek Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Ik zie uit naar de reactie van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ganzevoort. Dan is het woord aan de heer Dittrich namens D66.