Plenair Jorritsma-Lebbink bij voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 1 november 2022 (2022/2023 nr. 5)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.11 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Jorritsma-Lebbink i (VVD):

Voorzitter. Ik zou ook graag willen beginnen met het danken van de minister-president voor de uitgebreide beantwoording van ongeveer alle vragen die wij in de eerste termijn hebben gesteld. Het is de buitenwereld niet erg opgevallen dat dat is gebeurd, maar dat had waarschijnlijk een andere oorzaak. Dat vind ik jammer, maar daar gaan wij het met elkaar nog een keer verder over hebben.

Ik heb zitten nadenken over wat ik zou moeten doen: moet ik wel of niet een motie indienen? Ik ga het niet doen. Ik was van plan een motie in te dienen. Ik heb zelfs een voorstel daartoe aan alle collega's gegeven. Ik wilde een motie indienen over de anonimiteit op social media. Ik vind dat echt een heel groot probleem. Gisteravond heb ik teruggelezen wat de minister-president toen heeft geantwoord en wat ik van collega's heb teruggekregen. Het is geen simpele kwestie. Het is een ingewikkelde kwestie, maar er moet wel iets gebeuren. Ik hoop eigenlijk dat de minister-president er toch in slaagt om in zijn tweede termijn, zoals hij mij heeft beloofd in de eerste termijn, nog een verdiepend antwoord te geven op de door mij geuite opvatting. Tegelijkertijd denk ik dat we aan het eind van de rit weleens tot de conclusie zouden kunnen komen dat, als ik een motie zou indienen, die vervolgens overbodig is. Ik weet precies wat er dan gebeurt. Dan laat het kabinet het oordeel aan de Kamer.

Laat ik daar nog een opmerking over maken: ik ben er wel klaar mee dat overbodige moties door het kabinet voortdurend worden aangeprezen als oordeel Kamer. Daardoor worden er, zeker in de Tweede Kamer, maar ook in dit huis, tegenwoordig allerlei moties aangenomen waarmee het kabinet allang bezig is en die al worden uitgevoerd. De indiener is dan blij dat hij weer een motie op zijn naam heeft staan, maar verder leidt het tot niets. Een motie hoort een aansporing aan het kabinet te zijn. Laat ik hopen dat de moties die vandaag in stemming komen, allemaal moties zijn waarvan het erg nodig is dat ze in stemming komen — althans, wat dan misschien een meerderheid in deze Kamer vindt — en dat het geen overbodige moties zijn.

Dank u wel.

De heer Rosenmöller i (GroenLinks):

Ik heb één vraag aan mevrouw Jorritsma. Valt de motie die ik zonet heb ingediend in de categorie "aansporing"?

Mevrouw Jorritsma-Lebbink (VVD):

Vindt u het erg dat ik daar gewoon even met mijn fractie over wil praten? Ik heb eerlijk gezegd niet de kans gehad om dat van tevoren te doen.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Uiteraard. Dan wacht ik af.

Mevrouw Jorritsma-Lebbink (VVD):

Als de minister-president tegen u zegt "dit gaat wij allemaal doen", dan vind ik eigenlijk dat u de motie moet intrekken.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Maar kijk, dat vind ik ook. Maar door te zeggen "datgene wat u heeft ingediend, wil ik ook", kunt u mij weer helpen bij het door de minister-president overbodig laten verklaren van mijn motie. Als de minister-president daarop een positieve reactie geeft, geef ik u nu al het woord dat ik die motie zal intrekken.

Mevrouw Jorritsma-Lebbink (VVD):

Wat ik heel interessant vind, is dat u vraagt wat ik ervan vind. Bij ons gaat het over wij. Wij moeten er iets van vinden. Wij gaan met de fractie over alle moties spreken. En deze motie heb ik nog niet aan de fractie kunnen laten zien.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

In de verhoudingen die wij met elkaar hebben, vind ik dit een beetje spijkers op laag water zoeken. U bent de fractievoorzitter van uw fractie. Laat ik er ook maar volstrekt transparant over zijn: u heeft de motie al twee weken geleden van mij gekregen. Er was een heel reces om er met de fractie over van gedachten te wisselen. De kans dat ik haar zou indienen was vrij groot. Daar laat ik het dan maar even bij.

Mevrouw Jorritsma-Lebbink (VVD):

Ik vind dit een beetje flauw. U heeft mij de motie laten zien, maar ik heb haar niet gekregen. Ik heb toen gedacht: ik zal de motie nog wel nader te zien krijgen. Dit is niet gebeurd.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Jorritsma. Dan is het woord aan mevrouw Nanninga namens de Fractie-Nanninga.