Verslag van de vergadering van 22 november 2022 (2022/2023 nr. 9)
Aanvang: 14.36 uur
Status: gecorrigeerd
Stemming motie Schrappen geborgde zetels voor bedrijven in waterschapsbesturen
Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het Voorstel van wet van de leden Bromet en Tjeerd de Groot tot wijziging van de Waterschapswet in verband met het schrappen van de geborgde zetels voor de categorie bedrijven, het schrappen van de eis dat ten minste één lid van het dagelijks bestuur houder is van een geborgde zetel en het introduceren van een vaste verdeling van de resterende geborgde zetels,
te weten:
-
-de motie-Van Dijk c.s. over een novelle inzake geborgde zetels voor het bedrijfsleven (35608, letter M).
(Zie vergadering van 21 november 2022.)
De voorzitter:
Thans zijn aan de orde de stemmingen. De Kamer heeft gisteravond besloten om voorafgaand aan de hoofdelijke stemming over het wetsvoorstel eerst te stemmen over de motie van het lid Van Dijk c.s. over een novelle inzake geborgde zetels voor het bedrijfsleven, 35608, letter M. Ik heb begrepen dat de heer Van Dijk daarover een hoofdelijke stemming wenst. Dat gaan we dus doen.
Thans is aan de orde de hoofdelijke stemming over deze motie, 35608, letter M, de motie van het lid Van Dijk c.s. over een novelle inzake geborgde zetels voor het bedrijfsleven. Wenst een van de leden een stemverklaring over de motie af te leggen? De heer Pijlman namens D66.
De heer Pijlman i (D66):
Dank u, voorzitter. In de motie verzoeken de initiatiefnemers de regering om met een novelle te komen en het wetsvoorstel zodanig aan te passen dat ook het bedrijfsleven per waterschap twee geborgde zetels krijgt. Het is een soort amendement, zou ik haast willen zeggen. Het punt is dat het wetsvoorstel veel breder is dan de novelle. Het wetsvoorstel gaat er ook over dat na de waterschapsverkiezingen de geborgde zetels uit het DB worden gehaald. Gisteravond in het debat is ons gebleken dat daar een grote meerderheid voor was. Ook de heer Atsma heeft zich daarvoor uitgesproken. Kortom, het zou buitengewoon onverstandig zijn om hiermee in te stemmen en dit aspect daarmee centraal te stellen, waardoor we dan misschien niet eens meer aan het andere toekomen. Wij zouden de Kamer dus willen vragen om tegen dit voorstel te stemmen.
De voorzitter:
U stemt zelf in ieder geval tegen. Dat is uw stemverklaring. Wenst een van de andere leden nog een stemverklaring af te leggen? Mevrouw Kluit.
Mevrouw Kluit i (GroenLinks):
Ik zal het kort houden, voorzitter. Wij sluiten ons aan bij de opmerkingen van de heer Pijlman. Deze motie is zeer specifiek. Wij denken dat het wetsvoorstel veel breder is en wij zullen tegen deze motie stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kluit. Wenst een van de andere leden nog een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval. Ik verzoek de leden zo dadelijk duidelijk hun stem met het woord "voor" dan wel "tegen" uit te brengen, zonder enige bijvoeging.
In stemming komt de motie-Van Dijk c.s. (35608, letter M).
Vóór stemmen de leden: Hiddema, Jorritsma-Lebbink, Niek Jan van Kesteren, Keunen, Klip-Martin, Knapen, Van der Linden, Meijer, Nanninga, Otten, Van Pareren, Prins, Rietkerk, Rombouts, Schalk, Lucas Vos, De Vries, Van Wely, Arbouw, Atsma, Van Ballekom, Van den Berg, Berkhout, Beukering, De Blécourt-Wouterse, Bruijn, De Bruijn-Wezeman, Dessing, Van Dijk, Doornhof, Essers, Frentrop, Geerdink en Hermans.
Tegen stemmen de leden: Janssen, Karakus, Karimi, Kluit, Koffeman, Koole, Krijnen, Moonen, Nicolaï, Pijlman, Prast, Raven, Recourt, Van Rooijen, Stienen, Van Strien, Talsma, Veldhoen, Van der Voort, Mei Li Vos, Van Apeldoorn, Baay-Timmerman, Backer, Bezaan, De Boer, Bredenoord, Crone, Dittrich, Faber-van de Klashorst, Fiers, Ganzevoort, Gerkens, Van Gurp en Van Hattem.
De voorzitter:
Ik constateer dat 34 leden voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en 34 leden ertegen, zodat de stemmen staken.
In dat geval schrijft het Reglement van Orde voor dat wij volgende week nogmaals stemmen over deze motie.
Dan hebben we een tweede motie en het wetsvoorstel op de agenda staan voor stemming. Ik stel aan de Kamer voor om die stemmingen een week uit te stellen, maar over dat ordevoorstel van mij kan uiteraard gestemd worden. De heer Van Dijk.
De heer Van Dijk i (SGP):
De voorzitter haalt me de woorden uit mijn mond. Mijn voorstel is inderdaad, gelet op deze patstelling, om de verdere stemmingen, ook over het wetsvoorstel, uit te stellen en volgende week opnieuw te stemmen.
De voorzitter:
Dus de SGP is ervoor om volgende week te stemmen. Ik kijk even naar een aantal reacties en breng het anders in stemming bij zitten en opstaan, want anders wordt het te onduidelijk. Mevrouw Kluit.
Mevrouw Kluit i (GroenLinks):
Wij hechten eraan dat wij vanmiddag stemmen, want de minister heeft al aangegeven dat de tijdsklem heel groot is. Graag vanmiddag stemmen dus!
De voorzitter:
Helder. Wenst een van de andere leden hier het woord over? Anders gaan we even stemmen. Het voorstel is om volgende week te stemmen over de motie en het wetsvoorstel. Mijn voorstel is om, gezien het feit dat volgende week over de eerste motie wordt gestemd, volgende week ook te stemmen over de andere motie en het wetsvoorstel. Degenen die het daarmee niet eens zijn, kunnen daartegen stemmen. We gaan daar nu over stemmen. Ik kan het ook omdraaien, want dat maakt materieel niet uit.
Meneer Van Dijk.
De heer Van Dijk (SGP):
Dan vraag ik een hoofdelijke stemming aan over dit voorstel.
De voorzitter:
Prima. Daar heeft de heer Van Dijk recht op. Ik schors enkele ogenblikken om de hoofdelijke stemming voor te bereiden over de vraag of wij vandaag over het wetsvoorstel en de motie stemmen dan wel volgende week.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.