Verslag van de vergadering van 22 november 2022 (2022/2023 nr. 9)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.39 uur
De heer Frentrop i (Fractie-Frentrop):
Voorzitter, dank u wel. Mijn fractie wil onze spreektijd in dit debat over de begroting besteden aan maar één onderdeel van het Belastingpakket, namelijk het besluit om geen rechtsherstel te bieden aan belastingplichtigen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de inmiddels onrechtmatig gebleken belastingaanslagen in box 3. Waarom slechts aandacht voor dit ene onderdeel? Omdat juist dit ene besluit geheel losstaat van externe invloeden. Andere besluiten zijn een reactie op de stijgende kosten van energie of oplopende inflatie, of ze vloeien voort uit verplichtingen aangegaan via internationale verdragen over stikstof of CO2-uitstoot. Maar het besluit om geen rechtsherstel te bieden aan sommige burgers is geheel onverplicht genomen door het kabinet. Het is een volledig autonoom besluit. Bij dit besluit kunnen we daarom zien hoe het politieke, ja zelfs het morele kompas van de regering staat afgesteld. Het geeft deze Kamer de gelegenheid om de nieren te proeven van het vierde kabinet-Rutte.
Voorzitter, wat is er gebeurd? De regering heeft artikel 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden overtreden. Hier in dit huis wijzen wij dikwijls naar landen als Hongarije, Polen of Turkije als het gaat over schendingen van fundamentele Europese waarden. Wat is meer fundamenteel dan artikel 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens? De Nederlandse regering heeft inzake box 3 dit primaire mensenrecht bij meer dan 2 miljoen burgers met voeten getreden. Niet eenmalig, maar jarenlang. Niet per ongeluk, maar bewust. Ikzelf heb in deze Kamer in 2019, in 2020 en in 2021 de regering gevraagd ermee te stoppen. Het antwoord was steeds nee.
Maar op 24 december heeft de Hoge Raad gesproken. Ik citeer: "De Hoge Raad zag zich genoodzaakt om de belastingplichtige in die zaak adequate rechtsbescherming te bieden tegen de geconstateerde schending van zijn fundamentele rechten." Schending door wie? Door de Nederlandse regering. Die heeft jarenlang de fundamentele mensenrechten van meer dan 2 miljoen burgers geschonden. Dat is een juridisch feit.
Voorzitter. Ik wil aannemen dat de regering te goeder trouw heeft gehandeld. Maar er bestaat reden tot twijfel. Want wat verwacht je dat iemand doet die te goeder trouw de wet heeft overtreden? Nou, in de eerste plaats dat zo iemand zich schaamt, in de tweede plaats dat hij excuses aanbiedt en in de derde plaats dat hij alles in het werk stelt om de geleden schade te vergoeden.
Wat heeft de regering gedaan? Zich schamen, dat weet ik niet, en dat hoeven we hier ook niet te weten, want dat is een intern proces.
Maar dan stap twee: zich verontschuldigen. Daar heb ik niks van gemerkt. De regering biedt de laatste tijd excuses aan voor tal van zaken die zich in de afgelopen eeuwen hebben afgespeeld, maar niet voor het ten onrechte inzetten van het dwangapparaat van de fiscus tegen brave burgers van 2017 tot 2021. Daarom is mijn eerste vraag aan de minister en aan de staatssecretaris: is de regering bereid excuses aan te bieden aan de Nederlandse burgers die de afgelopen jaren ten onrechte een heffing vermogensbelasting hebben betaald? Zo niet, dan hoor ik daarvoor graag de reden en zal ik een motie overwegen.
Voorzitter. Het derde wat men, zoals gezegd, zou verwachten van een regering die te goeder trouw verkeerd heeft gehandeld, is vergoeding van de aangerichte schade. Maar hiertoe blijkt de regering slechts ten dele bereid: alleen voor zover het van de rechter expliciet moet, niet vanuit eigen morele afwegingen. De regering compenseert wel de ongeveer 50.000 bezwaarmakers die aan de Hoge Raad de uitspraak hebben ontlokt en geeft ze 2,8 miljard euro terug. Over de andere slachtoffers kon de Hoge Raad niets dwingends zeggen, en de regering heeft in augustus toen maar eigenstandig besloten dat die 2 miljoen burgers hun geld niet terugkrijgen en dat zij dat zelf houdt. Dit besluit stel ik vandaag aan de orde.
Waarom is zo besloten? De staatssecretaris heeft in een brief daarover twee redenen gegeven. De eerste reden om het ten onrechte geheven geld niet terug te geven, is dat het om een fors bedrag gaat: ruim 4 miljard euro. Dat is inderdaad veel geld. Het is een vier met negen nullen of, iets tastbaarder, bijna twintig keer de prijs van de twee schilderijen van Rembrandt die de afgelopen jaren zijn gekocht. Het is bijna twintig keer het bedrag dat de regering dit jaar betaalde voor een paar extra aandelen AirFrance. Het is twintig keer het bedrag dat onlangs werd uitgetrokken voor een fonds tot betere bewustwording van ons slavernijverleden. Het is twintig keer het jaarbudget van Oxfam Novib, een organisatie die onder andere strijdt tegen belastingontwijking.
Maar al die vergelijkingen zijn niet gepast. Het gaat hier niet om 4 miljard onverplichte uitgaven van het kabinet. Het gaat om 4 miljard ten onrechte verkregen inkomsten. De staatssecretaris spreekt in de correspondentie terecht over een budgettaire derving. Ten onrechte verkregen inkomsten behoren gewoon te worden teruggegeven. Dat de Belastingwet dat niet dwingend voorschrijft, is een omissie, maar dat doet niets af aan de morele verplichting om een schending van de mensenrechten te herstellen. Moraal gaat immers verder dan de wet. Ten onrechte verkregen geld moet je teruggeven — "fatsoen" heet dat — ook als het veel geld is, juist als het veel geld is. Dat is een morele plicht. Maar de morele antenne van dit kabinet heeft die plicht nog niet geregistreerd, zo moeten we vaststellen.
Het tweede argument van de staatssecretaris om het geld niet terug te geven is dat meer dan de helft daarvan terecht zou komen bij mensen met een vermogen van €200.000 of meer. Meneer Van Ballekom heeft dit punt ook al aangestipt. Ik ga iets verder dan hij, want hier komt bij het proeven van de nieren een bitter smaakje boven. Waarom wijst de staatssecretaris expliciet op de meer vermogende slachtoffers? Dat de benadeelde burgers vermogende mensen zijn kan niet als een verrassing komen. Het betreft hier immers een vermogensrendementsheffing en die wordt alleen betaald door mensen met vermogen. De wel uitbetaalde 2,8 miljard ging ook naar vermogende burgers. Het lijkt erop dat de regering suggereert dat vermogende mensen een strop van 4 miljard wel kunnen lijden. Daarom mijn tweede vraag: waarom is het feit dat meer dan de helft van het in strijd met het mensenrecht geheven bedrag terecht zou komen bij vermogende mensen relevant geweest in de besluitvorming? Het zal toch niet zo zijn, denk ik dan, dat mensen die een vermogen hebben opgebouwd door deze regering slechter worden behandeld dan anderen? Is het in Nederland soms verboden om succesvol te zijn? Heeft deze regering een hekel aan Nederlanders die via de inkomstenbelasting al de grootste bijdrage hebben geleverd en nu via de vermogensbelasting onrechtmatig zijn benadeeld? Zegt de regering in feite: ja, het is slecht om een arm omaatje te beroven, maar ach, een rijk omaatje beroven moet kunnen? Graag hoor ik hierop een reflectie van de minister of de staatssecretaris.
Die reflectie is ook van belang voor de toekomst. De regering is van plan om belastingheffing de komende jaren minder op arbeid en meer op vermogen te richten. Dan willen succesvolle Nederlanders weten of ze er nog wel op kunnen vertrouwen dat de regering ook hun rechten handhaaft. Of worden mensen met vermogen weggezet als tweederangsburgers?
Voorzitter. Het besluit van de regering om niet alles terug te betalen is geen juridische keuze. Het is een politieke keuze. Het is vooral ook een morele keuze. Ik geef de minister en de staatssecretaris graag de gelegenheid om in dit debat aan te tonen dat die keuze te goeder trouw is geweest. Dat is het eerste wat volgens mijn fractie noodzakelijk is. Excuses horen erbij als een beslissing te goeder trouw is genomen. Maar ik wil het kabinet er vooral toe oproepen om het in augustus genomen besluit te herzien en zo het morele kompas weer scherp te stellen. Dat kompas lijkt namelijk van slag te zijn geraakt tijdens de stormen die het kabinet deze zomer bij het opstellen van de begroting heeft moeten doorstaan. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, ook nu weer nieuwe stormen opsteken rond de Najaarsnota.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Frentrop. Een vraag van meneer Crone.
De heer Crone i (PvdA):
Ik respecteer uw goed voorbereide betoog zeer, maar u maakt, waar de Hoge Raad dat wel doet, geen onderscheid tussen de grondslagen van de belasting. De grondslag was: u heeft rendement gehaald en daar leggen we een forfaitaire heffing op. Maar op een aantal van de vermogensbelastingen, met name natuurlijk beleggingen, zag de Hoge Raad helemaal niet. Kunt u dat onderscheid eens maken? De spaarders moeten ontzien of gecompenseerd — hoe u het zeggen wilt — worden, maar de niet-spaarders niet.
De voorzitter:
Meneer Frentrop, graag een bondig antwoord.
De heer Frentrop (Fractie-Frentrop):
Ik moet zeggen dat ik de vraag niet helemaal goed begrijp, meneer Crone. Waar het mij om gaat, is dat onterecht geheven belastingen — het staat buiten twijfel dat ze onterecht zijn geheven en onterecht zijn betaald — voor een deel niet worden terugbetaald. Dat is het enige punt dat ik maak. Alle andere details horen bij de uitwerking, maar het gaat mij om dat besluit.
De heer Crone (PvdA):
Het is geen detail. Als ik de uitspraken begrijp, moeten de spaarders gecompenseerd worden, want die hadden geen grondslag voor de heffingen. Ze hadden namelijk geen spaarrente. Maar de beleggers hadden wel opbrengst en die grondslag is dus niet ter discussie gesteld. Dat zou u ook kunnen zeggen.
De heer Frentrop (Fractie-Frentrop):
Ik denk dat we samen nog even de uitspraak goed moeten lezen. Het gaat om door belastingbetalers onrechtmatig betaald geld. Het is een politieke en morele keuze, geen juridische, om te zeggen: ja, dit betalen we terug.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan ga ik het woord geven aan de heer Raven namens de fractie van de OSF.