Plenair Raven bij voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 22 november 2022 (2022/2023 nr. 9)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.51 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Raven i (OSF):

Dank u wel, voorzitter. Het is niet zo gebruikelijk om te reageren op de voorganger, maar ik wil erop wijzen dat wij in het debat met de regering over de regeringsverklaring het kabinet een "compensatiekabinet" hebben genoemd. Een van de elementen die dat compensatiekabinet zou moeten compenseren, zijn de zaken waar mijn voorganger, de heer Frentrop, over heeft gesproken. Ik wil volledig onderschrijven wat hij hier naar voren heeft gebracht. Nogmaals, het is misschien niet gebruikelijk, maar tegen de heer Frentrop zeg ik: weet dat u het goede spoor te pakken heeft.

Voorzitter. Gisterenmorgen hoorde ik een interview op de radio met een Duitse professor of hoogleraar — daarmee heb ik dan ook een persoonlijk verhaaltje aan het begin — die constateerde dat in het algemeen gesproken Nederlanders een groot vertrouwen hebben in de wetenschap en dat ze zich sterk laten leiden door vermeende wetenschappelijke feiten. Wellicht te sterk, aldus de Duitse professor of hoogleraar. Hij betrok daarbij de algehele houding van Nederlanders tijdens de covidperiode, waarbij hij onvoldoende kritisch vermogen meende te bespeuren ten opzichte van kennelijk wetenschappelijke feiten. Niet alles klakkeloos overnemen, maar soms ook vertrouwen op je gevoelens, zo luidde zijn advies op de radio. Die constatering triggerde mij in relatie tot een van de thema's die vandaag vaak zijn genoemd: de inflatie. Is er momenteel wel echt sprake van inflatie? Zijn de maatregelen die de centrale banken nemen wel juist? Sterker nog, bereiken deze maatregelen een tegengesteld effect?

Tijdens de economielessen op de middelbare school leerden velen van ons de definitie van inflatie: inflatie is een algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten, niet alleen van individuele producten en productgroepen. Het gaat om een algehele prijsstijging, niet de stijging van een product, zoals in de huidige situatie bijvoorbeeld energie in de vorm van olie en gas. De huidige prijsstijgingen worden vrijwel volledig veroorzaakt door de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, omdat de Russen energieprijzen inzetten als wapen in de oorlog tegen het Westen en tegen Oekraïne. Het gevolg hiervan zijn torenhoge en exorbitante prijzen voor gas en elektra, die doorwerken in de prijsverhogingen van vrijwel alle producten. Dat is de belangrijkste oorzaak van de prijsexplosie van de afgelopen periode. Ik heb het nog even nagekeken, want daarstraks werd in het debat gezegd dat in 2021 al bekend was dat er hoge inflatie was, maar dat is helemaal niet zo. Het was een jaar geleden 2,7%. Dat is echt niet heel exorbitant. Het is echt toe te wijzen aan de stijging van de energieprijzen die door de Russen zijn opgelegd.

Daarnaast speelt een ondergeschikte rol dat de goederenstromen vanwege de nasleep van covid nog niet volledig hersteld zijn waardoor er nog steeds schaarste bestaat op de levering van sommige goederen. Dat is een klein element in de stijging van de prijzen.

Voorzitter. Als de huidige vermeende inflatie niet echt voldoet aan de definitie van inflatie, is de vraag gerechtvaardigd of ...

De heer Van Strien i (PVV):

Misschien moet de heer Raven gewoon eens bij het CBS informeren wat inflatie is. Inflatie is de prijsstijging van een gewogen mandje van producten. Over het algemeen spreken wij bij inflatie over het gewogen mandje van producten van werknemersgezinnen. Dat is inflatie. Als één product daaruit stijgt en de rest niet, kan nog het gewogen mandje in z'n totaal een prijsstijging opleveren. De prijsstijgingen waar we nu mee te maken hebben, gaan overigens over een veel groter aantal producten.

De heer Raven (OSF):

Die prijsstijging is toe te wijzen aan één productgroep en dat is de energie. Dat is de reden waarom de prijzen stijgen over de hele linie. U heeft gelijk dat er een mandje is en dat op basis van dat mandje vergelijkingen worden gemaakt met voorgaande periodes.

Voorzitter. Als de huidige inflatie niet voldoet aan de beschrijving, is de vraag gerechtvaardigd of de draconische rentemaatregelen die de centrale banken momenteel gebruiken om de inflatie te bestrijden, wel de juiste maatregelen zijn. De centrale banken lopen elkaar in ganzenpas achterna, met de Amerikaanse Fed voorop, waarbij steeds meer presidenten van banken in menige Amerikaanse staat in de Verenigde Staten zich in de discussie menen te moeten mengen en hun belangrijke mening naar voren brengen in allerlei perscommunicaties. Net zoals overigens diverse bankpresidenten van Europese landen, die dit gedrag van hun Amerikaanse collega's inmiddels aan het kopiëren zijn: in ganzenpas achter elkaar en allemaal hetzelfde zeggen.

De Duitse professor met wie ik mijn verhaal begon, heeft een punt dat zich ook in de huidige inflatiediscussie voordoet. Vertrouwen wij niet te veel op de mening van de deskundigen? Moeten wij misschien toch meer op onze gevoelens vertrouwen en niet kritiekloos de stappen van de presidenten van de centrale banken accepteren? Renteverhogingen van de Fed en de ECB schaden onze economie. Inmiddels, zo begreep ik gisteren uit het persbericht van de minister, samengevat structureel 5,4 miljard. Dat zijn de extra kosten als gevolg van de rentestijgingen in de laatste tijd, conform de financiële rapportage gisteravond. Dat zijn forse bedragen. Ik weet niet zeker of ik dat bedrag goed heb geïnterpreteerd, maar ik meen dat ik het goed heb onthouden.

Voorzitter. Het rentemiddel moet zeer terughoudend worden ingezet. Kijk bijvoorbeeld naar Japan, dat nu zonder renteverhogingen de prijsstijgingen in de hand houdt, tegelijkertijd met Europa en Amerika. Renteverhogingen zijn er in Japan niet, prijsstijgingen zijn er wel. Verhoging van de rente veroorzaakt een algehele stijging van de prijzen van goederen en diensten. Dat veroorzaakt inflatie, omdat de rentekosten een zeer substantiële kostenpost vormen voor de kostprijzen van alle producten. Een huis kopen wordt hierdoor onmogelijk. Een auto leasen of kopen wordt onhaalbaar. Het aanschaffen van consumentengoederen wordt onbetaalbaar. Elke procentpunt rentestijging kost de belastingbetaler miljarden. Onze zorgvuldig opgebouwde economie glipt ons op deze manier door de vingers.

Wil de minister tegenover de Nederlandse en de Europese banken op dit punt een zeer kritische houding aannemen en ervoor pleiten om de rente terug te brengen naar 0% in plaats van die te laten stijgen? Gebruik daarbij het voorbeeld van Japan. In België 12,2% in oktober 2022, in Japan 3,804% en in Nederland 14,235%, zoals u weet. De aanhoudende lage inflatiecijfers in Japan worden door economen ook wel Japanification genoemd. Dat verwijst naar de lage rentestanden, de lage inflatie en de trage economische groei in het land. Dat laatste is overigens niet zo heel positief, maar Japan heeft daar al twintig jaar mee te maken en draait echt heel goed.

Tijdens de Algemene Beschouwingen heeft de OSF kritische kanttekeningen geplaatst bij de incidentele energiesteunmaatregelen, ingeschat ter waarde van 40 miljard, zonder dat daar structurele voordelen te realiseren zijn. Wij hebben er bij de Algemene Beschouwingen voor gepleit om structurele maatregelen beschikbaar te stellen in de vorm van het aan iedereen die dat wil gratis beschikbaar stellen van zonnepanelen of heteluchtverwarming in de vorm van airco's in plaats van het prijsplafond en de energiemaatschappijen te financieren. Je zou als overheid, zo hebben we toen gesteld, een staatsenergiemaatschappij kunnen oprichten voor de transitie naar duurzame energie en de duurzame energie in een periode van tien jaar kunnen realiseren met het geld dat je volgend jaar in één jaar wegzet. Dan is heel Nederland binnen tien jaar in één slag volledig verduurzaamd. Dit zijn stappen die genomen moeten worden, en niet stappen die in 2023 eenmalig een probleem oplossen. Verwijzend naar hetgeen de minister gisteren heeft bekendgemaakt, is er daarna immers geen oplossing als dit structureel doorzet. Op dit punt roep ik de Kamer dus nogmaals op om daar veel kritischer in te zijn. Ik hoop dat het kabinet in het voorjaar toch nog met andere planningen komt dan op dit moment voorliggen.

Voorzitter. Bestrijding van kostenverhogingen zou ook moeten plaatsvinden bij de zorgpremies. Deze stijgen gemiddeld met €100 en zelfs met €200 vanwege afschaffing van collectieve zorgverzekeringen. Ik hoor ergens een belletje, maar ik ga gewoon door.

De voorzitter:

Er is alarm bij het CDA, zie ik. Gaat u door.

De heer Raven (OSF):

De zorgkosten stijgen volgend jaar weer met €100 tot €200. Dat laatste is het geval bij afschaffing van een collectieve zorgverzekering. Deze stijging draagt weer bij aan de inflatie die we eigenlijk aan het bestrijden zijn. Kan de minister aangeven of de zorgverzekeraars komend jaar de stijging van de nominale premie eenmalig mogen dekken uit hun reserve, ter voorkoming van verdere inflatie? De laatste bij mij bekende stand van de reserve is 9,4 miljard. Ik dacht dat het over een stijging van 3 miljard ging. Je zou dus kunnen zeggen dat je volgend jaar daar de extra kosten van de verhoging van de zorgpremies eenmalig uit zou kunnen afdekken in afwachting van een structurele oplossing voor de inflatie, zoals ik aan het begin van mijn verhaal heb proberen aan te geven.

De voorzitter:

Meneer Raven, let u op de tijd, want die is inclusief tweede termijn.

De heer Raven (OSF):

Ja, ik ben bij het laatste gedeelte.

Voorzitter. De armoede is groter dan ooit tevoren. Dat alarmerend signaal was vorige week ook al in het nieuws. Een groot probleem daarbij is de armoedeval. Meer werken leidt tot het vervallen van toeslagen voor huur, zorg, kinderopvang et cetera, omdat betrokkenen meer loon krijgen. Hierdoor krijgen de betrokkenen een inkomen boven de toeslagnorm. Vanmorgen heb ik daarover geïnterrumpeerd bij de collega van de VVD. Wij roepen op om deze normbedragen voor het jaar 2023 te verhogen met een inflatiecorrectie van oktober 2022, met andere woorden met de 14% die ik zojuist noemde.

De voorzitter:

Meneer Raven, wilt u afronden?

De heer Raven (OSF):

Dat zou betekenen dat de armoedeval eigenlijk makkelijk wordt opgelost door simpelweg de grenzen te verhogen. Daar hangt natuurlijk een prijskaartje aan. Dat heb ik niet zelf kunnen berekenen. Ik hoop dat de staatssecretaris c.q. de minister mij daarbij kan helpen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Dessing namens Forum voor Democratie.