Verslag van de vergadering van 12 december 2022 (2022/2023 nr. 12)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.10 uur
Mevrouw De Boer i (GroenLinks):
Dank, voorzitter. We hebben in de commissie afgesproken om niet allemaal afzonderlijk stil te staan bij het overlijden van Peter Ester. Ik zal dan ook gelijk met mijn bijdrage beginnen.
Voorzitter. Enkele weken geleden bespraken we in deze zaal dezelfde evaluatie die onze Kamer heeft gedaan naar aanleiding van het kinderopvangtoeslagenschandaal. We keken daarbij met name naar onze eigen rol. In de analyse van waar het ook in de Eerste Kamer mis is gegaan, kwam de wijze waarop het belastingplan hier wordt behandeld vaak terug. Veel en complexe wetgeving die in zeer korte tijd moet worden behandeld, waarbij veel maatregelen in één wet worden samengebracht, en waarbij onze Kamer vervolgens alleen ja of nee kan zeggen. En ook dit jaar lopen we hier weer tegenaan. Misschien zijn iets meer onderwerpen dan anders in afzonderlijke wetsvoorstellen ondergebracht, het totaalpakket is en blijft omvangrijk.
Ik denk dat ik niet alleen voor mijzelf spreek als ik zeg dat het mij niet is gelukt om alle stukken met betrekking tot alle wetsvoorstellen van a tot z te lezen, laat staan om van alle voorstellen de beoogde en de mogelijk niet-beoogde effecten te doorgronden. Juist dat laatste zouden we hier wel moeten doen om toekomstige schandalen te voorkomen.
We moeten ook constateren dat het weer niet is gelukt om belastingwetgeving meer over het jaar te spreiden. Kan de staatssecretaris aangeven of daar komend jaar wel plannen voor zijn en of dat komend jaar wel gaat lukken? Heeft hij al een tijdsplanning gemaakt, en op welke onderdelen kan er al voor de zomer wetgeving naar beide Kamers gaan? En, sprekend over het kinderopvangtoeslagenschandaal, kan de staatssecretaris aangeven hoe het nu staat met de uitbetaling van de compensatie aan de getroffen ouders? Wat maakt dat de Belastingdienst het maar niet voor elkaar krijgt deze compensatie uit te betalen? Heeft dit, zo vraag ik ook maar, iets te maken met de aangebrachte splitsing van de Belastingdienst zoals zaterdag jongstleden werd vermeld in een artikel in het NRC? Dat schetste overigens in zijn algemeenheid een ontluisterend beeld van de Belastingdienst. Graag een reactie, zowel met betrekking tot de uitbetaling van de compensatie als ten aanzien van de staat van de Belastingdienst.
Voorzitter. Ik zal vandaag niet op alle maatregelen die voorliggen ingaan. De samenwerking van mijn fractie met die van de PvdA heeft het mogelijk gemaakt de taken enigszins te verdelen. Voor de inkomstenbelasting en het koopkrachtbeeld en de vermogensbelasting inclusief de overbruggingsmaatregelen box 3 verwijs ik graag naar de bijdrage die collega Crone straks zal leveren. Ik zal mijn verdere spreektijd gebruiken voor een aantal specifieke onderwerpen, te weten de fiscale maatregelen op het gebied van klimaat en energie, en een weeffout in onze sociale zekerheid en fiscale wetgeving die maakt dat een groep mensen een inkomen onder het sociaal minimum ontvangt.
Klimaat en energie. Voort onze fractie is het bestrijden van de klimaatcrisis van groot belang. Wij waren dan ook blij om te lezen dat het kabinet ook fiscale maatregelen inzet om de broeikasgasemissies te verminderen. Het effect van deze maatregelen wordt echter deels tenietgedaan door burgers en bedrijven te compenseren voor de gestegen energieprijzen. Een deel van deze compensatie loopt ook via de fiscaliteit. En begrijp me niet verkeerd, ook wij vinden het van belang dat burgers en bedrijven die dat nodig hebben om het hoofd boven water te houden, steun moeten krijgen om de extreem gestegen energieprijzen te kunnen blijven betalen. Het voorstel voor het energieplafond komt niet voor niks van GroenLinks en de PvdA. Wat ons betreft moeten we er echter wel voor zorgen dat de compensatie zo veel mogelijk daar terechtkomt waar die het hardst nodig is. En moeten we ervoor waken dat de compensatie, of deze nu fiscaal is of anderszins, de beoogde effecten van de maatregelen om de uitstoot te verminderen, tenietdoet. Ze mogen niet leiden tot meer gebruik van fossiele brandstoffen. De maatregelen op dit terrein buitelen op dit moment over elkaar heen. Op onze schriftelijke vragen naar de gecombineerde effecten van alle maatregelen die ingrijpen op de kosten van het gebruik van fossiele energie, kwam eigenlijk geen duidelijk antwoord. Ik wil deze vraag daarom nogmaals stellen. Kan de regering ons inzage geven in deze gecombineerde effecten, zowel wat betreft de kosten voor burgers, het liefst uitgesplitst naar inkomenscategorieën, als wat betreft het totaalgebruik van fossiele brandstoffen, de uitstoot?
In het pakket van maatregelen die zien op de kosten van het gebruik van fossiele brandstoffen is de verlenging van de verlaagde brandstofaccijns mijn fractie een doorn in het oog. Het heffen van accijns op fossiele brandstoffen — waar blijft overigens die heffing op kerosine? — is een goed middel om de vervuiler te laten betalen. Met de stijging van de brandstofprijzen begin dit jaar was er iets voor te zeggen om deze accijns tijdelijk te verlagen om zo al te grote financiële gevolgen te voorkomen voor mensen die voor werk of mantelzorg op de auto zijn aangewezen. Ook dit is weer een generieke maatregel die het meeste voordeel oplevert voor degenen die het meest auto rijden. En laten dat nou net de mensen zijn met het meeste geld. Volgens cijfers van het CBS uit 2015, want recentere heb ik niet kunnen vinden, hebben lage-inkomensgroepen immers veel minder vaak een auto dan de hoge-inkomensgroepen, die er per huishouden vaak zelfs twee of drie hebben. Onlangs kregen we een rapport over het effect van de accijnsverlaging. Hierin wordt met geen woord gerept over wie er nou precies de vruchten van plukken. Komt deze steun terecht bij de mensen die het echt nodig hebben? Of is het meer een SUV-subsidie geworden? Ook gaat het rapport op geen enkele manier in op de milieu-impact van de verlaging. Door de verlaging te handhaven, ook nu de brandstofprijzen weer zijn gedaald, wordt een volkomen verkeerd signaal gegeven. De maatregel is op dit moment niks anders dan een subsidie op uitstoot. Dit wringt des te meer nu financiële steun voor het ov uitblijft.
Onze fractie is wel blij met de vliegtaks, al had het van ons wel een onsje meer gemogen, of een paar ons. We hebben nu te maken met een klimaatcrisis en beperking van het vliegverkeer is bittere noodzaak. Die urgentie mis ik in de voorgelegde maatregel. Dit weekeinde kwam naar buiten dat de regering in België het instrument van de vliegbelasting wil inzetten om het gebruik van het vliegtuig, inclusief privéjets, te ontmoedigen. Is de regering bereid om te onderzoeken of dit Belgische voorbeeld gevolgd kan worden?
Ook bij de invoering van een minimum CO2-prijs voor de industrie is de belangrijkste vraag van onze fractie of het niet een tandje meer kan, of eigenlijk een tandje meer moet. Er wordt nu een voorlopige lage prijs ingevoerd. Onze vraag waarom er niet meteen is gekozen voor een reële prijs, wordt door de regering niet bevredigend beantwoord. De regering geeft toe dat de prijs te laag is, maar wil voor de invoering van een hogere prijs een evaluatie afwachten. Wat ons betreft zou zo'n evaluatie gebruikt kunnen worden voor de finetuning. Als je weet dat de prijs te laag is, kies je toch meteen voor een hogere prijs?
In de Klimaat- en Energieverkenning van 2022 zegt het Planbureau voor de Leefomgeving over de voorgestelde minimumprijs: "Zo wordt een CO2-minimumprijs voorgesteld. Deze is echter een stuk lager dan de ETS-prijs, zelfs in het lagere prijsscenario in deze Klimaat- en Energieverkenning, en heeft daarom geen invloed op de uitstoot in 2030." Ook hier mist dus weer iedere urgentie om de klimaatcrisis aan te pakken. Wíl de regering de doelen in 2030 wel halen en, zo ja, waarom is er dan niet op zijn minst aansluiting gezocht bij de ETS-prijs? Graag een nadere toelichting. Kan de staatssecretaris toezeggen volgend jaar, en dan liefst ruimschoots voor het Belastingplan, te komen met voorstellen voor een minimumprijs die wél wat doet voor de uitstoot in 2030? Kan hij ook toezeggen dat de evaluatie in ieder geval ruim op tijd komt om hier volgend jaar mee aan de slag te gaan?
Voorzitter, ik kom bij mijn laatste punt. Zoals al uit onze schriftelijke vragen bleek, is onze fractie zeer gealarmeerd door een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 27 september van dit jaar. Die heeft niet zozeer betrekking op dit Belastingplan; het gaat om een effect van eerdere belastingmaatregelen. Het blijkt dat door gebrekkige aansluiting tussen complexe fiscale en sociale regels een groep van ongeveer 5.000 huishoudens een inkomen onder het bestaansminimum heeft. Dit probleem is al in 2016 aangekaart door de Nationale ombudsman, maar tot dusver is er geen oplossing voorgesteld door de regering. Voor onze fractie illustreert deze casus twee belangrijke problemen. Ten eerste dat ons sociale vangnet dusdanig complex is dat mensen onbedoeld onder het bestaansminimum terechtkomen. Ten tweede dat, als er aan de bel getrokken wordt omdat mensen in de problemen komen, zij ook in de jaren daarna nog in de steek worden gelaten.
Vanuit de taak van onze Kamer hecht onze fractie eraan dat problemen als deze opgelost worden, en nog liever worden voorkomen. Welke maatregelen worden genomen om onbedoelde neveneffecten te voorkomen bij het opstellen van nieuwe regelgeving? Hoe wordt ervoor gezorgd dat signalen tijdig opgepikt worden als die onbedoelde effecten er wél blijken te zijn? Het zijn vragen die nog urgenter zijn wanneer we de ervaringen met de kinderopvangtoeslag in ons achterhoofd houden.
In de antwoorden op onze schriftelijke vragen geeft de regering aan dat er onderzoek gedaan zal worden naar oplossingsrichtingen voor deze groep huishoudens. Dergelijk onderzoek is echter al gedaan in 2020, volgens een brief van de minister van SZW. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat er uitvoeringstechnische en financiële haken en ogen zitten aan een oplossing. Dat mag echter geen reden zijn om het er maar bij te laten zitten, iets wat de regering blijkbaar wel doet. Is de regering van plan om een oplossing te zoeken voor deze groep?
Volgens onze fractie zou een oplossing kunnen liggen in de bijzondere bijstand. Dan kan immers maatwerk geleverd worden. Om het probleem op te lossen, zou de bijzondere bijstand dan netto verstrekt moeten kunnen worden in plaats van bruto. Hoe kijkt de regering naar deze oplossingsrichting? Of ziet de regering een andere mogelijkheid om te garanderen dat mensen ondanks ons systeem van uitkeringen, toeslagen en bijstand niet onder het bestaansminimum komen? Kan de regering toezeggen om ons voor de zomer te berichten welke oplossing gekozen wordt en om zo spoedig mogelijk met wetgeving op dit punt te komen?
Voorzitter. Wij kijken uit naar de beantwoording van onze vragen. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw De Boer. De volgende spreker is de heer Van Rooijen. Hij spreekt namens 50PLUS.