Plenair De Blécourt-Wouterse bij behandeling Verhoging wettelijk strafmaximum doodslag



Verslag van de vergadering van 14 februari 2023 (2022/2023 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.35 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw De Blécourt-Wouterse i (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil de minister hartelijk danken voor de uitgebreide beantwoording van alle vragen en voor haar toezegging dat zij in gesprek zal gaan en blijven met het gevangeniswezen en de reclassering om te spreken over de vraag hoe het gevangeniswezen en de reclassering zich op deze wet kunnen voorbereiden, mocht die er doorkomen, waar ik wel van uitga.

Door de verhoging van het strafmaximum wordt recht gedaan aan een groter afschrikeffect voor potentiële daders. De verhoogde straf draagt ertoe bij dat diegenen die schuldig zijn aan doodslag gevolgen ondervinden die in verhouding staan tot de ernst van hun misdaad in vergelijking tot moord. Bovendien doet hij recht aan de slachtoffers en hun familie. Het verlies van een geliefde is een ongelooflijk traumatische ervaring en de dader van het misdrijf moet verantwoordelijk worden gehouden voor zijn of haar daden. Een hogere straf zou de nabestaanden een zekere mate van afsluiting kunnen bieden, omdat ze weten dat de persoon die verantwoordelijk is voor hun verlies een aanzienlijke straf wacht.

Dan, last but not least, wil ik toch nog even iets naar voren brengen over de gewijzigde motie in de Tweede Kamer — daar ben ik weer, voorzitter — waarin partijen vroegen om een gevangenisstraf van 25 jaar voor doodslag. Daarvoor hebben gestemd: VVD, PVV, SP, PvdA, ChristenUnie, 50PLUS, SGP, DENK, Partij voor de Dieren en Van Haga. Daarmee wil ik afsluiten.

Dank u wel. O, rennen, anders ben ik weg.

De heer Recourt i (PvdA):

Precies.

Mevrouw De Blécourt-Wouterse (VVD):

Ben ik óók weg.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Recourt.

De heer Recourt (PvdA):

Ik snap de interruptie heel goed, maar deze laatste opmerking snap ik niet. Wij hebben hier in de Eerste Kamer toch gewoon een eigen afweging te maken.

Mevrouw De Blécourt-Wouterse (VVD):

Nee, zeker. Ik wilde het alleen even naar voren brengen.

De voorzitter:

Mevrouw De Blécourt, gaat uw gang.

Mevrouw De Blécourt-Wouterse (VVD):

O, sorry. Zeker. Dat is ook waar. Ik wilde het alleen even naar voren brengen.

De heer Recourt (PvdA):

Oké.

De voorzitter:

U bent het eens? Mooi. Dan is ten slotte het woord aan de heer Rietkerk namens het CDA.