T03648

Toezegging Terugkomen op optie meerdere schijven en tarieven bij vervolgnotitie vermogensverdeling/vermogensaanwasbelasting (36.202)



De staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Apeldoorn (SP) en De Boer (GroenLinks), toe dat in de vervolgnotitie met betrekking tot de vermogensverdeling/vermogensaanwasbelasting de optie van meerdere schijven en meerdere tarieven wordt meegenomen.


Kerngegevens

Nummer T03648
Status voldaan
Datum toezegging 13 december 2022
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst
Kamerleden prof. dr. E.B. van Apeldoorn (SP)
Mr.drs. M.M. de Boer (GroenLinks)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen arbeidskortingen
belastingschijven
belastingstelsels
inkomstenbelasting
vermogensaanwasbelasting
vermogensverdeling
Kamerstukken Belastingplan 2023 (36.202)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 12 item 3 - blz 20

De heer Van Apeldoorn (SP):

“Een andere knop, die ook relatief eenvoudig en overzichtelijk is, zou kunnen zijn om meerdere schijven in te voeren en om de eerste schijf van de inkomstenbelasting te verlagen ten opzichte van wat die nu is en aan de hogere inkomens wat meer te vragen. Want linksom of rechtsom, je zal het toch ergens van moeten betalen. Als je zegt dat aan de onderkant die steun nodig is, dan zal je het geld daarvoor toch ergens vandaan moeten halen.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 12 item 3 - blz 40

De heer Van Apeldoorn (SP):

(…)

“Het vorige kabinet heeft het tweeschijvenstelsel voor de inkomstenbelasting ingevoerd en het stelsel nog minder progressief gemaakt dan het al was. Het toptarief in Nederland was ooit 72% en nu is het minder dan 50%. Voor sommige lagere en middeninkomens kan de marginale belastingdruk oplopen tot 70% of zelfs boven de 80%; het is al vaker gememoreerd in dit debat. De SP wil een echt progressief stelsel voor de inkomstenbelasting, met vijf schijven en 65% voor inkomens boven €150.000. En verlaag dan tegelijkertijd de inkomstenbelasting in de eerste schijf met meer dan de 0,14% waar het kabinet nu voor kiest. Waarom maar zo'n beperkte verlaging, zo vraag ik de staatssecretaris. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen het invoeren van nieuwe schijven, met hogere tarieven voor hogere inkomens? Ik snap ook wel dat hij zich gebonden acht aan het coalitieakkoord, en dat hij nu niet de SP-plannen zal omarmen, maar dat mag wel, overigens. Maar kan hij hier in algemene zin op reflecteren? Denkt hij dat het huidige tweeschijvenstelsel nog een lang leven beschoren is? Of kan hij zich goed voorstellen dat we ook langs deze weg, het invoeren van nieuwe schijven, weer proberen dichter bij het ideaal te komen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 13 item 2 - blz. 11

Staatssecretaris Van Rij:

(…)

“Voorzitter. De heer Van Apeldoorn heeft een heel grondig betoog gehouden, een vrij fundamenteel betoog over waar een belastingstelsel toe dient en ook de herverdelingsfunctie van dat stelsel. Daarover kan je politiek met elkaar van mening verschillen. Op iets wat hij heeft gezegd zal ik zeker in de notitie terugkomen waar ik het al eerder over heb gehad. Het is ontegenzeggelijk zo dat wij met dit inkomstenbelastingstelsel tegen de randen van het mogelijke zijn aangelopen. Zo hebben wij bijvoorbeeld het instrument van de arbeidskorting nu wel zo'n beetje maximaal uitgemolken. Hetzelfde geldt voor de inkomensafhankelijkheid en de effectiviteit daarvan.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 13 item 2 - blz. 12

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

“Ik zie hier al heel lang een bal voor open doel liggen en ik dacht dat het handig zou zijn om die er even in te schoppen. Ik hoor u praten over een richtingennotitie. Volgens mij is de vraag, ook van de heer Van Apeldoorn: wordt in die richtingennotitie de optie van meerdere schijven en meerdere tarieven meegenomen?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 13 item 2 - blz 13

Staatssecretaris Van Rij:

“Ja. Mijn antwoord daarop is ja. Dat hoort erbij. Dat heb ik ook gezegd. Het is een van de opties om progressie vorm te geven, even los van de vraag hoeveel schijven en hoeveel tarieven er dan moeten komen. Het alternatief heb ik zojuist geschetst. We zitten er nu eigenlijk een beetje tussenin, met twee schijven, twee tarieven, toeslagen die inkomensafhankelijk zijn en heffingskortingen die inkomensafhankelijk zijn, met alle problemen van dien.”


Brondocumenten


Historie