Plenair Kox bij behandeling Verzamelwet VWS 2022



Verslag van de vergadering van 4 juli 2023 (2022/2023 nr. 40)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.28 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Voorzitter, dank u wel. Dank aan de minister voor zijn beantwoording. Ik denk dat wij een heel interessant debat met elkaar zouden kunnen hebben over de vraag wat de beste manier is om dit soort UAD-geneesmiddelen te verstrekken, maar daarover gaat dit debat niet. Dit debat gaat over de vraag of de verzamelwet gebruikt mag worden om er zo'n inhoudelijk omstreden onderwerp in op te nemen. Daar is deze Kamer duidelijk over geweest en daar zijn opeenvolgende regeringen duidelijk over geweest: nee, dat mag niet. Daarom was het dringende verzoek van mij en andere fracties aan de minister om te zeggen: "Dat heb ik gehoord; ik zeg toe dat dit onderdeel niet bij KB in werking zal treden. Ik leg een separaat wetsvoorstel over deze kwestie voor aan beide Kamers en als ik de Kamers heb overtuigd, wordt het onderdeel van onze wetgeving."

De minister is heel duidelijk. Hij zegt: nee, dat wil ik niet doen, want dit past wél in het kader van onze verzamelwet. Ik kan echt niet begrijpen waar hij dat vandaan haalt, want het staat precies omgekeerd in de richtlijnen die we hanteren. Daarom wil ik een motie indienen, die medeondertekend is door collega's Prins, Talsma, Baumgarten en Koffeman.

De voorzitter:

Door de leden Kox, Prins, Koffeman, Talsma en Baumgarten wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

gezien dat de memorie van toelichting zegt dat het wetsvoorstel uitsluitend gaat om "correctie van onjuiste verwijzingen, redactionele fouten, technische aanvullingen of verduidelijkingen" en "daarnaast enkele voorstellen dienen ter verduidelijking en nadere invulling van eerder gemaakte beleidskeuzes of jurisprudentie" en dat "met de voorgestelde wijzigingen geen substantiële beleidswijzigingen (worden) beoogd", waarmee het wetsvoorstel volgens de minister zou voldoen aan de drie criteria die de regering in de brief van 20 juli 2011 heeft gesteld aan verzamelwetgeving, namelijk onderlinge samenhang, geen omvangrijke en complexe onderdelen en geen politiek omstreden inhoud;

stelt vast dat, anders dan dat de memorie van toelichting zegt, artikel III, onderdeel C van de Verzamelwet artikel 62 van de Geneesmiddelenwet wel degelijk inhoudelijk wijzigt, zodat medicijnen die tot nu toe volgens de wet uitsluitend via apotheek of drogisterij aangeboden mogen worden, voortaan ook verkocht mogen worden in supermarkten, bouwmarkten, tankstations en andere, mits er een iPad aanwezig is, waarmee contact opgenomen kan worden met een drogist op afstand ("iPad-drogist");

stelt vast dat deze inhoudelijke wijziging van de Geneesmiddelenwet stuit op brede bezwaren van organisaties van huisartsen, internisten, trombosediensten, apothekers en drogisten en van de Consumentenbond, en onderwerp van discussie in de Tweede Kamer is geweest en eveneens in de Eerste Kamer aan de orde is gesteld door verschillende fracties in de schriftelijke voorbereiding, waarmee er dus wél sprake is van een "politiek omstreden inhoud" en de voorgestelde wijziging dus niet voldoet aan de gestelde criteria inzake verzamelwetgeving;

verzoekt de minister af te zien van invoering bij koninklijk besluit van artikel III, onderdeel C van de Verzamelwet VWS 2022 en een eventuele wijziging van artikel 62 van de Geneesmiddelenwet per separaat wetsvoorstel aan het parlement voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter E (36002).

De heer Kox (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Dan is het woord aan mevrouw Prins namens het CDA.