Plenair Van der Goot bij voortzetting behandeling Opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum



Verslag van de vergadering van 3 oktober 2023 (2023/2024 nr. 02)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 19.41 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Goot i (OPNL):

Voorzitter, dank u wel. Allereerst een woord van dank aan de indieners, de verdedigers van dit wetsvoorstel, en aan de minister. U hebt van uw kant vanuit de Tweede Kamer het wetsvoorstel inderdaad gepassioneerd verdedigd, ook waar het de decentrale overheden betreft, waarvoor veel dank. Ook dank aan de minister voor de uitleg over mechanistisch medebewind. Ik heb hier veel geleerd.

Eigenlijk delen wij de opvatting van de Raad van State dat uitzonderingsgronden ook voor decentrale overheden bij wet geregeld zouden moeten zijn. Er zijn veel voorbeelden genoemd van dat men risico's ziet. Je ziet het aan de opmerking van collega Dittrich. Je ziet vragen van de Voltfractie. Die zorgen delen wij ook. Maar een ander punt is dat wij het ook heel belangrijk vinden dat dit wetsvoorstel zoals het nu voorligt, niet strandt. Er is al een heel lange geschiedenis van hoe op de een of andere manier vorm moet worden gegeven aan het correctief referendum. Normaal zou ik hebben gepleit om samen met de gemeenten en de provincies te zien of de uitzonderingsgronden bij wet, in dit geval dus de uitvoeringswet, kunnen worden geregeld, maar voor zover ik kan zien, biedt artikel 128a van de Grondwet daar geen ruimte voor. Dat vind ik teleurstellend, maar het is onvoldoende reden om dan te zeggen dat we tegen dit wetsvoorstel gaan stemmen. Wij betreuren het wel en wij delen in dat opzicht het advies van de Raad van State.

Het goede nieuws is dat waar het kabinet en de Tweede Kamer achterwege zijn gebleven met dat hele pakket om niet alleen aan de achterkant van het proces participatieve democratie te regelen, maar ook aan de voorkant, we een compliment kunnen geven aan de minister van Binnenlandse Zaken. Dat geldt voor mevrouw Bruins Slot, maar natuurlijk ook evenzeer voor u, meneer De Jonge, want u bent nu degene die het beleid verdedigt. Er is aan de voorkant van het traject al het nodige gedaan. Er is een wetsvoorstel over het versterken van participatie op decentraal niveau. Dat gaat de participatie in het voortraject versterken, niet alleen in het voortraject, maar ook in de uitvoering. Je zou willen dat dat op rijksniveau ook zou bestaan op dezelfde intensieve manier en dat er op rijksniveau ook een wettelijk uitdaagrecht is, waar sommige burgers in de gemeenten ook gebruik van maken, soms tot chagrijn van het college van B en W, omdat die daar dan de middelen voor moet vinden. Kortom: BZK past grote complimenten om op dat terrein samen met gemeenten, provincies en natuurlijk ook de Caribische eilanden te zien wat er op dit terrein aan beide kanten van het traject kan gebeuren. Wij stemmen voor het wetsvoorstel.

Dank u wel.

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb een vraag aan de heer Van der Goot. Ik begrijp van hem dat hij zegt dat hij het eigenlijk eens is met de Raad van State. Daarmee neemt hij dus voor lief dat de kwaliteit van deze wet rammelt, of in ieder geval onvoldoende is, en je dus de rechtmatigheid geweld aandoet.

De heer Van der Goot (OPNL):

Dank u. Ik moet even wachten op de voorzitter.

De voorzitter:

Gaat uw gang.

De heer Van der Goot (OPNL):

Dank u wel. Dank voor de vraag, meneer Schalk. Er is God zij dank nog een tweede lezing van dit wetsvoorstel, dus we gaan kijken of gemeenten en provincies in overwegende mate bezwaren zien tegen het referendum zoals dat nu wordt voorgesteld. Mochten er zwaarwegende signalen komen die duiden op een rammelend wetsvoorstel, dan is er alle gelegenheid om in deze Kamer die signalen opnieuw serieus te nemen. Maar als er, zoals door de verdedigers van het wetsvoorstel en ook door de minister van Binnenlandse Zaken is gezegd, voldoende garanties zijn om dit in goede banen te leiden, dan ben ik bereid om op dit moment het gezag van de minister en van de indieners en verdedigers van het wetsvoorstel te accepteren.

De heer Schalk (SGP):

Maar we hebben geconstateerd dat de indieners zich juist niet gewend hebben tot gemeenten, waterschappen en dergelijke. De heer Van der Goot gaat ervan uit dat dit in die tweede termijn wel zal gaan gebeuren?

De heer Van der Goot (OPNL):

Ik zou verrast zijn als dat niet zou gebeuren.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Doornhof namens het CDA.