Verslag van de vergadering van 10 oktober 2023 (2023/2024 nr. 03)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.48 uur
De heer Meijer i (VVD):
Dank u, voorzitter. Bij de behandeling van wetsvoorstellen in dit huis zijn we soms zo bezig met de toetsing op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid dat we het doel van de wet weleens uit het oog dreigen te verliezen. Daarom begin ik daar maar mee. Ik vond het mooi dat de heer Dittrich daar net ook mee begon, met een treffend citaat uit het Parool. Ik zeg het in mijn eigen woorden. We worden de laatste tijd steeds vaker geconfronteerd met berichten over geweld, wapengeweld, in en om woningen. In veel gevallen is er samenhang met toenemende concurrentie in de drugshandel. Daarnaast treft de politie met grote regelmaat wapens aan in een woning. Dat alles heeft een grote invloed op het dagelijks leven in de wijk — daar gaat het uiteindelijk om — en op het veiligheidsgevoel onder buurtbewoners. Deze gevolgen van de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit baren de VVD-fractie grote zorgen. Bij het beoordelen van het voorliggende wetsontwerp is dat voor ons het relevante referentiekader. We hebben een positieve grondhouding ten opzichte van het voorliggende voorstel, maar hebben nog wel enkele vragen en aandachtspunten.
Voorzitter. Ik dank de minister hartelijk voor de antwoorden op vragen van collega's in de nota naar aanleiding van het verslag, want daaruit wordt nog eens duidelijk dat het voorgestelde bestuurlijke traject eigenlijk altijd naast en niet in plaats van een strafrechtelijk traject wordt ingezet. Zoals in onze ogen bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit steeds moet worden gekeken naar wat de beste en de meest zorgvuldige combinatie van instrumenten is: bestuursrechtelijk, strafrechtelijk en soms ook fiscaal of financieel. Onderscheidend aan deze nu voorgestelde bestuursrechtelijke aanpak is de motivering vanuit de openbare orde en de snelheid waarmee gehandeld kan worden. En op dat laatste punt heb ik nog een vraag over de begunstigingstermijn. Ik heb daar begrip voor vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid, maar stel wel de vraag of dat niet vertragend kan werken. Ik zag in het schriftelijke voorbereidingstraject dat daar vanuit politie en burgemeesters kanttekeningen bij zijn geplaatst. Misschien kan de minister nog eens aangeven dat die termijn een effectieve aanpak niet in de weg staat. Ik sluit me aan bij de opmerking van mevrouw Van Toorenburg om daar in de evaluatie met nadruk aandacht aan te besteden.
Voorzitter. Ik ben jaren burgemeester geweest en bij de uitbreiding van de bevoegdheden van de burgemeester stelde ik me altijd de vraag of dat het functioneren in de breedte niet te veel zou beïnvloeden, de sheriff-of-burgervaderdiscussie. Als fractie hebben we in dit geval de vraag ontkennend beantwoord. Deze uitbreiding sluit aan bij een reeds bestaande bevoegdheid van de burgemeester om drugspanden te sluiten. De uitbreiding sluit aan bij de praktijk waar burgemeesters tegen aanlopen. Desondanks moeten we de vinger aan de pols houden, want de burgemeester is geen crimefighter. Misschien kan de minister aangeven wanneer haar collega van BZK met het al eerder aangekondigde afwegingskader burgemeestersbevoegdheden komt?
Voorzitter. Er zijn in het wetgevingstraject regelmatig vragen gesteld over de mogelijke gevolgen van de sluiting van een woning. De burgemeester zal zich in onze ogen bij het inzetten van deze bevoegdheid altijd baseren op bestuurlijke rapportages en andere informatie. Er zal vaak in driehoeksverband over gesproken worden of al over gesproken zijn. Vaak is het een buurt die vaker aan de orde is geweest in het driehoeksoverleg. Er zal altijd meegewogen worden wie de betrokken bewoners zijn. En waar het kwetsbare personen betreft, heeft de gemeente ook een zorgplicht. We hebben er vertrouwen in dat deze bevoegdheid zorgvuldig zal worden gehanteerd. De recente brief van de G4-burgemeesters benadrukt dat ook nog eens. Ik heb zelf in twee gemeenten ervaring met het hanteren van de bestaande bevoegdheid. Toch vraag ik de minister hoe die zorgvuldigheid gegarandeerd kan worden.
Dan ten slotte een punt dat nog niet door anderen aan de orde is gesteld. Mijn fractie zou het liefst illegaal vuurwerk ook onder deze wetsaanpassing laten vallen. Wij hebben de discussie daarover in de Tweede Kamer gevoerd en wij kennen de tegenargumenten. Allereerst is vuurwerk, ook illegaal vuurwerk, geen wapen in de zin van de Wet wapens en munitie. Voorts zijn er op basis van de Woningwet al mogelijkheden om op illegaal vuurwerk te handhaven als er een gevaar is voor de gezondheid en veiligheid. Maar er is in de Tweede Kamer ook een motie op dit punt aangenomen. We kunnen het misschien nog hebben over de interpretatie daarvan. Wij lezen de motie zo dat bij het aantreffen van een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk ook de vrees kan ontstaan voor verstoring van de openbare orde. Dan kan, naast de strafrechtelijke inbeslagname en de bestuursrechtelijke handhaving op basis van de Woningwet, eventueel ook tot sluiting van een woning worden overgegaan. Graag horen we van de minister of wij de motie zo op een goede manier interpreteren. Wij wachten met belangstelling de antwoorden van de minister af.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Meijer. Dan is het woord aan de heer Janssen namens de SP.