Verslag van de vergadering van 11 juli 2023 (2022/2023 nr. 42)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.48 uur
Mevrouw Van Toorenburg i (CDA):
Dank, voorzitter. Veel dank aan de minister voor de uitvoerige beantwoording. Als we er een strik omheen doen, zien we iets wat maatschappelijk in een enorme behoefte voorziet. De minister heeft duidelijk aangegeven ten opzichte van welke andere strafbepalingen dit nog een meerwaarde heeft. Ze heeft aangegeven dat over twee jaar in de uitvoeringstoets wordt gekeken waar we tegen aanlopen. Ik zou dan wel nogmaals heel specifiek van de minister willen horen of zij de Kamer kan toezeggen dat ze met betrekking tot het element van dreigen met doxing en het element oogmerk specifiek kijkt of de drempel niet te hoog ligt. Dat zijn twee hele specifieke punten, die we daarin graag expliciet meegenomen zouden willen zien worden.
Dan ten aanzien van notice and take down en de internetproviders en de hosting. Mag ik het dan ook zo begrijpen dat als een slachtoffer een melding doet dat er sprake is van doxing, er ook niet per definitie een aangifte noodzakelijk is om op te kunnen treden? Ik denk dat het ook wel belangrijk voor slachtoffers is dat, als ze het aangeven en het wordt gemeld, het dan ook de eigenstandige bevoegdheid is van de politie om daartegen op te treden.
Tot slot, voorzitter. De minister kent mij inderdaad heel goed en zij zag mij al een beetje beteuterd kijken over de wijze waarop de motie is uitgevoerd. Dat komt natuurlijk door het volgende. De Tweede Kamer wilde destijds niet zeggen: er moet een rapporteur internetcriminaliteit komen. Zij heeft gezegd: onderzoek wat nuttig en noodzakelijk is en of dat er dan kan komen. Alleen, dat is — zo merk ik ook vandaag — wel heel beperkt geïnterpreteerd. Juist omdat we bij mensenhandel hebben gezien dat er allerlei verschijningsvormen zijn, waarover je goed moet nadenken hoe je ze het beste kunt aanpakken, hebben we de Nationaal Rapporteur Mensenhandel ingericht. Dat was eigenlijk de vergelijking die we maakten. Je ziet zo veel onlinecriminaliteit, en iedere keer proberen we daar weer met een onderzoek naar te kijken: hoe beweegt internetcriminaliteit zich en hoe kunnen we daar het beste tegen optreden? Dat maakt juist dat het mogelijk noodzakelijk kan zijn om een rapporteur internetcriminaliteit in te richten, die die bewegingen juist steeds kan meenemen. Er ligt een hele goede basis van het Rathenau Instituut. Ga daar dan mee verder. Zorg dat er iemand is die echt een soort politieagent op het net is, juist om te kijken waarheen het zich beweegt en of er voldoende maatregelen tegen te treffen zijn.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Toorenburg. Dan is het woord aan mevrouw Bezaan. U hebt het woord.