Verslag van de vergadering van 11 juli 2023 (2022/2023 nr. 42)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.09 uur
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Dank, voorzitter. Dank aan de bewindslieden voor de beantwoording. Ik begin nog even kort over bezuinigen versus belasten. De minister van Financiën zei dat de Nederlandse regering altijd een anticyclisch begrotingsbeleid voert, ook met verwijzing naar het Stabiliteits- en Groeipact. Ik zou zeggen: was het maar waar. Dat doet de regering namelijk niet altijd, en na de financiële crisis heeft de Nederlandse regering destijds echt een procyclisch beleid gevoerd. De heer Van Ballekom verwees daarnaar. Ik had het eerder over een onderzoek van de Rabobank, maar dat was de ING, zeg ik even voor de Handelingen. Er is toen 44 miljard bezuinigd, wat heeft geleid tot een tekortreductie van 22 miljard en tot een verminderde economische groei van 0,7% per jaar en 5% in totaal. Dat heeft volgens Bas Jacobs, destijds hoogleraar economie, geleid tot 375.000 banen minder.
Dat betekent dus dat je moet oppassen met bezuinigen in tijden van economische neergang. Dat werkt procyclisch in plaats van anticyclisch, wat de bedoeling is. Volgens mij hebben heel veel partijen en mensen die les geleerd van de vorige financiële crisis, maar de VVD-fractie kennelijk nog niet.
Op dit moment zijn de economische tijden misschien niet zo slecht, althans als je kijkt naar de macro-economische cijfers. De inflatie is veel te hoog maar de groei is er nog wel. En met het Nederlandse bedrijfsleven gaat het heel goed, want dat maakt grote winsten. Ik noem maar even Ahold, met 2,5 miljard vorig jaar terwijl de boodschappen steeds duurder worden. Dan ben ik het ermee eens dat dit misschien geen tijd is om een expansief begrotingsbeleid te gaan voeren en de staatsschuld almaar verder te laten oplopen. Dat ben ik dus eens met andere partijen. Maar het is dan wel tijd om extra te belasten, bijvoorbeeld die megawinsten waar ik het net over had, en het is de hoogste tijd voor een miljonairsbelasting. De staatssecretaris Fiscaliteit heeft net duidelijk gemaakt dat dit kabinet dat niet meer gaat doen, maar dat wilde ik hier toch maar even genoemd hebben.
Ik vraag dit kabinet wel al het mogelijke te doen om de armoede naar beneden te brengen, zeker ook de armoede onder kinderen. De minister voor Armoedebeleid er was net heel helder over dat zij als demissionair minister geen toezeggingen kan doen, omdat zij eigenlijk afhankelijk is van ons, van het parlement, en de kaders die wij haar meegeven. Dat is gezien de demissionaire status van het kabinet. Zo heb ik de minister begrepen. Middels de volgende motie wil ik die kaders graag meegeven als het gaat om de kinderarmoede.
De voorzitter:
Door de leden Van Apeldoorn, Griffioen, Martens, Bovens, Holterhues, Kox, Van der Goot en Koffeman wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in een rijk land als Nederland geen kinderen in armoede zouden moeten opgroeien;
overwegende dat het demissionaire kabinet op basis van het coalitieakkoord de kinderarmoede per 2025 wilde halveren ten opzichte van 2015;
constaterende dat de kinderarmoede bij ongewijzigd beleid volgend jaar niet zal dalen maar weer zal toenemen en in 2025 7,8% van de kinderen in armoede zal opgroeien;
overwegende dat in dat geval het doel van de halvering van de kinderarmoede bij lange na niet gehaald zal worden en we dan bijna weer terug zijn op het niveau van 2015 en dat dit onaanvaardbaar is;
verzoekt de demissionaire regering vast te blijven houden aan het doel de kinderarmoede minimaal te halveren per 2025 en in de komende Miljoenennota maatregelen op te nemen die de kinderarmoede in 2024 zo veel als mogelijk richting dit doel zal doen dalen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter C (36350-IX, 36350-XV).
De heer Van Apeldoorn (SP):
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan is het woord aan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.