Plenair Martens bij voortzetting behandeling Wijziging begrotingen Financiën en Nationale Schuld 2023 en Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2023 samenhangende met de Voorjaarsnota



Verslag van de vergadering van 11 juli 2023 (2022/2023 nr. 42)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.26 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Martens i (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter, dank. Ik houd het ook kort in de tweede termijn. Nederland moet door. Het kabinet is helaas gevallen. Zuid-Europa wordt hier regelmatig in negatieve zin genoemd, maar als wij niet oppassen, wordt Nederland zelf ook een land waarin we een jaar een regering hebben en dan weer een jaar niet. Daarom heb ik de regering namens mijn fractie meegegeven dat de begroting niet beleidsarm moet zijn op de punten armoede, levensonderhoud en compensatie voor gezinnen. Ik heb een klein debatje gevoerd met de staatssecretaris over constructies. Zijn antwoorden waren zodanig dat ik er vertrouwen in heb dat die aanpak doorgezet wordt. Overigens bedank ik alle bewindspersonen voor hun beantwoording; dat had ik vooraf even willen zeggen.

Dan mijn reactie op de minister van Sociale Zaken, die een heel goed betoog hield. Er is inderdaad iets mis in de economie als mensen die werken niet meer rond kunnen komen en niet meer vooruitkomen. Wij hadden daar meer van willen zien in de suppletoire begroting SZW, maar wij zullen wel voor deze begroting stemmen. Volgens mij hebben we een helder signaal afgegeven over wat wij graag in de Miljoenennota willen zien. Ik heb daar ook een positieve reactie op gehoord, natuurlijk met de nodige nuanceringen daaromheen. We willen de onzekerheid nu niet vergroten en wat er wel in staat, is goed. Dat heb ik zo voldoende verder toegelicht. De minister geeft aan dat het kan gebeuren als de Kamer het wil. Nou, wij hebben op een aantal punten met z'n allen een zware aanmoediging gegeven. Er is ook een motie ingediend die wij verstandig vinden.

Het laatste punt. De staatssecretaris Fiscaliteit heeft als fondsbeheerder voor het Gemeentefonds gezegd dat het gesprek met gemeenten wordt voorgezet. Bij dat antwoord twijfelde ik misschien nog een beetje of ik daar uiteindelijk voldoende vertrouwen in had, maar dat zien we dan later, wat mij betreft.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Martens. Dan is het woord aan de heer Bovens, namens het CDA.