Plenair Kemperman bij debat over invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen



Verslag van de vergadering van 24 oktober 2023 (2023/2024 nr. 04)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.45 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kemperman i (BBB):

Dank u, voorzitter, voor het woord in deze Kamer. Dank, alle aanwezigen, voor uw aandacht, ook in Massachusetts. Dat had ik iemand beloofd.

Voorzitter. Ik ben exact 59 jaar en 1 dag geleden geboren in de stad waar de overhemden met opgerolde mouwen in de rekken van de winkels hangen, ongeveer op de plek waar nu het standbeeld van de oud-olympisch bokskampioen Bep van Klaveren staat. Daarnaast was nog een veemarkt. Ik speelde daar tussen de koeien. Je kunt het je niet voorstellen: hartje Rotterdam, op de grens van Crooswijk en het centrum.

Ik ben geen kunstkenner, maar ik weet in mijn stad nog een beeld te staan: het beeld De Verwoeste Stad van Zadkine. Een iconisch beeld, van een grote holle gestalte zonder hart, die smekend en wanhopig de handen naar de hemel heft. Sommigen zeggen: die de bommen afwendt die uit de lucht kwamen. Die twee beelden: het kan geen toeval zijn dat ik ongeveer 2,5 jaar geleden besloot om de ring van de politiek in te stappen. Metaforisch voor mij; mijn hele leven boks ik al. Dat is voor mij gewoon. Het beeld van de start zonder hart, dat herinnert aan het bombardement op Rotterdam in mei 1940, is voor mij symbolisch voor die keuze. Een samenleving zonder hart. Dat herinnert mij aan wat er na jarenlang doorgeschoten marktwerking, neoliberalisme en technocratisch bestuur over is van ons land. Wantrouwen in de burger a priori. Top-downbestuur, met dwang en drang, als standaardartikel in zowat alle nieuwe wetten. Samenwerken met een stok achter de deur. Het mes op de keel. Een "offer you can't refuse", à la de Godfather.

Voorzitter. Dit is in het kort mijn motivatie om na 35 jaar zelfstandig ondernemerschap hier te staan en te strijden voor een samenleving waar omzien naar elkaar weer de maat der dingen is. Waar bestuurders de burger weer weten terug te vinden en de burgers hiermee het vertrouwen in hun bestuurders. Dat is de samenleving waar BBB naar streeft.

Voorzitter. Nu ter zake. We debatteren vandaag over een nieuwe ontsporing van marktwerking: de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Onder druk wordt alles vloeibaar. Ik hoop van harte dat aan het einde van dit debat dit ook geldt voor de Wet kwaliteitsborging en dat de minister een Houdini-achtige oplossing vindt om ons te verlossen van de Wkb-ketenen die hij ons heeft omgedaan.

Ik ben pas enkele maanden lid van deze Kamer en ik heb begrepen dat ik hier zit om als laatste mogelijkheid wetten te toetsen op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Op alle onderdelen scoort deze wet een dikke onvoldoende. Als de Wkb zelf een bouwwerk was, zou die van een kwaliteitsborger geen gereedmelding en zelfs geen gedoogverklaring krijgen. Deze Wkb kunnen en mogen we niet laten passeren. Ik weet dat beide Kamers eerder hebben ingestemd met de Wet kwaliteitsborging. Maar dat is geen reden om dit "accident waiting to happen" alsnog niet tegen te houden. Waarom? Om drie belangrijke redenen. Ten eerste. Een grote zorg was steeds dat er altijd tijdig voldoende kwaliteitsborgers beschikbaar moesten zijn. De minister heeft ons steeds gerustgesteld dat deze in voldoende mate, minimaal 500, beschikbaar zullen zijn op de datum van inwerkingtreding.

Voorzitter. Ik weet dat ik geen dingen mag laten zien, maar geloof me: dit is een lijst, de officiële lijst, van kwaliteitsborgers. Er staan welgeteld 26 bedrijfjes op en een enkel iets groter bedrijf. De meeste zijn kleine adviesbureautjes. Er zijn ook enkele zzp'ers, soms nog maar enkele maanden geleden gestart of ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Ik heb ze allemaal nagelopen. Ik heb hun websites bezocht. Dit is geen lijst met minimaal 500 kwaliteitsborgers. Dit lijstje moet de belangrijkste taak van het bouw- en woningtoezicht van de overheid van 342 gemeentes gaan overnemen voor alle nieuwbouwwoningen per 1 januari 2024.

Voorzitter. Ik vraag de minister of hij werkelijk bij zijn overtuiging blijft dat dit realistisch is. Ik herinner de minister eraan dat hij zelf tot 2030 bijna 1 miljoen nieuwbouwwoningen wil realiseren in het kader van het nationale woon- en bouwprogramma en de hierover met dezelfde gemeentes afgesproken woondeals. Hoe dan, vraag ik aan de minister, via u voorzitter, met dit beperkte lijstje.

Ten tweede zouden er volop pilotprojecten zijn die ons voldoende vertrouwen moeten geven dat de sector klaar is voor de invoering van de Wkb. In mijn regio informeerde ik bij een aannemerskring van 40 aangesloten aannemers en welgeteld twee van hen deden mee aan een pilotproject. Een was enthousiast en tevreden, de andere niet. 38 aannemers deden niet mee. Ik zit in de raad van commissarissen van drie woningcorporaties en informeerde bij de verantwoordelijke vastgoedmanagers van deze woningcorporaties. Immers, zij zijn als opdrachtgevers gebaat bij de Wet kwaliteitsborging en verantwoordelijk voor honderden nieuwbouwwoningen, ook al bij de start van komend jaar. Zij zijn niet klaar, weten niet waar ze aan toe zijn en geven aan dat ze nog wat dagdelen cursus moeten volgen, of proberen hun nieuwbouwprojecten voor 1 januari in de vergunningprocedure te brengen. Ik geef toe dat dit laatste netwerkonderzoekje geen representatief onderzoek is, maar het versterkt wel mijn zorgen dat deze sector aan opdrachtgeverzijde niet klaar is voor de invoering van de Wkb. Dit zijn overigens capabele, professionele organisaties. Dat wil ik gezegd hebben.

Ten derde kan in essentie niemand tegen een betere kwaliteit van bouwen zijn of tegen betere bescherming van de consument die een huis koopt of verbouwt. De fractie van BBB is van mening dat privatisering van bouw- en woningtoezicht hiervoor niet het juiste middel is. Stel je voor dat kandidaten die hun rijexamen moeten doen, zelf hun examinator mogen uitkiezen en betalen. Wat zou het CBR hiervan vinden? Gaan mensen hierdoor dan beter autorijden? Of stel je voor dat restauranteigenaren hun keuken laten controleren door zelf ingehuurde experts in plaats van door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. En hoewel ik op voorhand alle kwaliteitsborgers op hun integriteit wil vertrouwen, constateer ik dat de nieuwe kwaliteitsborgers — ik heb op alle websites bekeken wat hun activiteiten en projecten zijn — hun werk nog steeds combineren met andere werkzaamheden voor dezelfde aannemers wiens werk ze straks objectief en onafhankelijk zouden moeten keuren. In de meeste sectoren waarin men werkt, met in- en extern toezicht, zou een dergelijke schijn van belangenverstrengeling op voorhand onverenigbaar zijn.

Deze drie argumenten zijn voor mij redenen genoeg om de Wkb niet op 1 januari in werking te stellen. Maar er is nog een belangrijkere reden. Op de vraag welk probleem deze wet eigenlijk oplost, kan door geen van de betrokken partijen een antwoord worden gegeven. En dat is ronduit triest. De meerwaarde van een wet waar sinds minister Blok bijna dertien jaar over is nagedacht, kan niet worden aangegeven. Ik begrijp dat wel. Er is namelijk geen probleem. We bouwen in Nederland goed en daaraan verandert deze wet niks.

Voorzitter. Eerder nam deze Kamer de motie-Crone aan die BBB mede indiende. De minister ontraadde de motie en legde deze naast zich neer. 8 weken later, nog geen 24 uur voordat de Kamer hierover opnieuw met de minister in gesprek wilde, bleek de minister alsnog bereid om de helft van de Wkb er voorlopig uit te halen, als de andere helft maar door kon gaan. Een ingrijpende stelselwijziging als de privatisering van een taak van het bevoegd gezag is voor mij geen handjeklap, geen koehandel. Ik begrijp dat mijn weerstand tegen deze wet teleurstellend is voor degenen die er profijt zouden hebben: de kwaliteitsborgers en de bouwrechtjuristen.

Ik sluit mijn eerste termijn af en wil de minister vragen om de motie-Crone alsnog volledig uit te voeren, hetgeen betekent dat de Wkb niet in werking treedt op 1 januari 2024. Ik vraag de minister te reageren op de zorgpunten die ik zojuist heb aangegeven. En ik vraag de toezegging dat de Wkb zal worden ontkoppeld van de Omgevingswet en daarmee niet in werking zal treden. Via de voorzitter zeg ik tegen de minister: het kan, omdat het moet.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kemperman. Mijn hartelijke gelukwensen met uw maidenspeech. Staat u mij toe om iets van uw achtergrond te schetsen.

U haalde een MBA aan Business School Nederland en ging vervolgens bedrijfskunde studeren aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, in het bijzonder Management van verandering. Later volgde u nog de commissarissencyclus aan Nyenrode. Na uw studie begon u als trainer bij PCO Kennis, dat opleidingen voor projectcontrollers verzorgt. Inmiddels bent u directeur-eigenaar van dat bedrijf. Daarnaast heeft u ruime ervaring als lid en voorzitter van raden van commissarissen van onder andere woningcorporaties. In die hoedanigheid heeft u kennis van wonen, vastgoed en bouwen. De affiniteit met het onderwerp van het debat van vandaag moge dus duidelijk zijn. Naast stenen heeft u ook een passie voor natuur, faunabeheer en de jacht. U bent voorzitter van de Stichting Jachtopleidingen Nederland, voorzitter van het Nationaal Kenniscentrum Faunabeheer en u schreef een boek over jacht en ethiek, getiteld Jagersfatsoen.

Op 15 maart van dit jaar bent u voor de BoerBurgerBeweging gekozen als lid van Provinciale Staten van Gelderland en twee maanden later als lid van de Eerste Kamer. In een interview met XON, de lokale omroep van de Gelderse Vallei, waar u woont, noemde u het lidmaatschap van de Eerste Kamer: spannend, mooi en eervol. Op de website van uw partij schrijft u dat u zich met hart, ziel en verstand inzet voor de BBB. Ik citeer: "Voor een Nederland wat ik ooit heb gekend. Een mooi land waar je trots op was. Echte mensenpolitiek voor een eerlijke samenleving. Voor de burgers en boeren. En voor onze jeugd." Vandaag bent u in dit debat daarmee ook plenair begonnen. Nogmaals van harte gefeliciteerd met uw maidenspeech.

Ik geef thans de collega's de gelegenheid u te feliciteren met uw maidenspeech, maar niet dan nadat ik u als eerste feliciteer. Dan verzoek ik u zich op te stellen voor het rostrum voor de felicitaties.