De Eerste Kamer heeft dinsdag 31 oktober een voorstel aanvaard waarmee er een investeringsverplichting komt voor het Nederlands cultureel audiovisueel product, zoals films, documentaires en series. De fracties van GroenLinks-PvdA, OPNL, SGP, D66, CDA, FVD, SP, PvdD, VVD, ChristenUnie, BBB en 50PLUS stemden voor de invoering van zo'n verplichting, de fracties van PVV, JA21 en Volt stemden tegen.
Over het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel Invoeren investeringsverplichting ten behoeve van Nederlands cultureel audiovisueel product wijzigt de Mediawet 2008. Het wetsvoorstel heeft als doel om de kwaliteit en het aanbod van het Nederlands audiovisueel product te versterken door investeringen daarin te verplichten. Het voorstel is opgesteld naar aanleiding van aanbevelingen die de Raad voor Cultuur in 2018 heeft gedaan. De investeringsverplichting vormt een reactie op de toenemende druk op het Nederlands cultureel audiovisueel product vanwege de veranderingen in het medialandschap en de sterke toename aan aanbod dat wordt gedistribueerd en vertoond door met name internationale spelers.
Debat 24 oktober
Tijdens het debat een week eerder met demissionair staatssecretaris Uslu voor Cultuur en Media bleek al dat de meeste fracties voorstander zijn van het invoeren van een investeringsverplichting in Nederlandse audiovisuele producties. Wel waren er vragen over de hoogte van het verplichte investeringspercentage, het ontbreken van streektalen zoals het Nedersaksisch en het Limburgs en het ontbreken van een gelijk speelveld voor Nederland in internationaal perspectief. Ook was een aantal woordvoerders van mening dat door een amendement van de Tweede Kamer de doelstelling van het voorstel was verwaterd. Door het amendement is de investeringsverplichting verbreed: niet alleen films, documentaires en dramaseries, maar bijvoorbeeld ook reality televisie. Andere fracties juichten die verbreding juist toe.
Staatssecretaris Uslu was het eens dat het amendement van de Tweede Kamer ervoor zal zorgen dat er minder geïnvesteerd zal worden in films, documentaires en dramaseries dan bedoeld was in het oorspronkelijke wetsvoorstel. Toch is het volgens haar belangrijk dat de investeringsverplichting er komt, omdat hiermee bereikt wordt dat tenminste de helft in films, documentaires en series wordt geïnvesteerd, maar het kan dus ook meer zijn. Over de regionale talen zei Uslu dat Nederlands en Fries in het wetsvoorstel vastgelegd zijn. Uslu zei dat er nu al wordt geïnvesteerd in regionale films en dat die investeringen ook van toepassing zijn op streektalen. Ze zegde toe dat bij de eerstvolgende wijziging van de Mediawet streektalen als het Nedersaksisch en Limburgs worden toegevoegd aan de investeringsverplichting.
Deel dit item: