Verslag van de vergadering van 31 oktober 2023 (2023/2024 nr. 05)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 10.55 uur
De heer Bovens i (CDA):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Bij het voorbereiden van een inbreng kijk ik graag even naar de kalender voor een toepasselijk thema. Ik had vandaag kunnen kiezen voor Halloween, zeker nadat de Tweede Kamer ons donderdagnacht heeft doen schrikken door het aannemen van nog tientallen moties en amendementen. Je zou er bang van worden. Maar vandaag, 31 oktober, staat wereldwijd ook bekend als Hervormingsdag, de dag waarop Maarten Luther in 1517 zijn 95 stellingen op de kerkdeur van Wittenberg spijkerde en die wij beschouwen als de dag waarop de reformatie begon. Achteraf gezien is de reformatie ongetwijfeld een van de grote belangrijke bewegingen in onze westerse geschiedenis geweest, zoals later ook de contrareformatie, de verlichting, het kapitalisme en het marxisme werden. Die bewegingen hebben onze manier van denken en samenleven sterk beïnvloed … Ik zie de eerste vraag, voorzitter.
De voorzitter:
Ja. Dat is wel erg snel, meneer Crone, maar ga uw gang.
De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):
Ik ben nu een beetje onzeker geworden, want ik kom uit de katholieke stroming. U noemt de reformatie en Luther. Hoeveel politieke stromingen zijn daar nu inmiddels uit voortgekomen? Eerst waren ze samen in het CDA, de gereformeerden en de katholieken. Dat is een politieke vraag, hè.
De heer Bovens (CDA):
Ik moet u teleurstellen, want ik ga dadelijk zo'n 200 woorden overslaan waarin ik dat zou behandelen. Ik haal anders de zestien minuten niet. Maar het klopt inderdaad, over die partijkeuze. Je komt christenen tegen in alle politieke groeperingen naast de christendemocratie. Ik laat die weg, maar in de geschreven tekst die straks op onze website verschijnt, kunt u het helemaal lezen.
De heer Crone (GroenLinks-PvdA):
Wij zijn de partij van samen, dus ik vond al die geloofsrichtingen samen in één CDA nou juist zo mooi.
De heer Bovens (CDA):
Ja, dat staat er ook in, maar ik heb ook ergens staan dat er in iedere familie ook weleens mensen uit het gezin stappen en dat je zwarte en witte schapen hebt. Maar dat laat ik dus allemaal voor de website als u dat niet erg vindt.
De voorzitter:
Dank u wel voor deze uitweidingen. Ik stel voor dat u nu uw betoog vervolgt, want u was pas net begonnen.
De heer Crone (GroenLinks-PvdA):
Maar wat u op de website zet, maakt nog geen onderdeel uit van de Handelingen.
De heer Bovens (CDA):
Dat weet ik, maar dan heb ik er wel in de Handelingen naar verwezen.
Voorzitter. Waar te beginnen met hervormen als de wereld in brand staat, als oorlogen niet stoppen, geweld de dialoog onmogelijk maakt, onze aarde puft en zucht onder onze activiteiten en de kloof tussen arm en rijk maar niet kleiner lijkt te worden? Waar in Nederland te beginnen, waar woningnood, verslechterende natuur, een te krappe arbeidsmarkt, grote uitdagingen op terreinen als integratie, armoede, dak- en thuisloosheid, ongelijke toegang tot gezondheidszorg, drugsgebruik, hoog water, uitvoeringskwaliteit van publieke organen en wat al niet meer onze aandacht vragen? Waar met hervormingen te beginnen? Wat het CDA betreft vanzelfsprekend hier, nu, vandaag en meteen. Vanuit het gezegde "verander de wereld en begin bij jezelf" wil ik graag bij deze Algemene Financiële Beschouwingen zeven onderwerpen aanstippen waar wij als christendemocraten graag richting aan willen geven en onze zorgen over willen uiten, en die wie we dus willen hervormen.
Vrede en gerechtigheid. Binnen één jaar, namelijk op 12 september 2024, start in het Limburgse dorpje Mesch de viering van 80 jaar bevrijding, en dus van 80 jaar vrede. Dat vrede niet iets vanzelfsprekends is, beseffen we vandaag misschien meer dan ooit. Denkend aan Oekraïne, Israël en Gaza voelt elk debat in deze Kamer vandaag als relatief. Het CDA vindt dat Nederland in zijn internationale beleid een grote taak, opdracht en verantwoordelijkheid heeft om vrede in de wereld te bevorderen. Ons land heeft een historie als handelsnatie, als land waar internationaal recht is geschreven, waar zowel het Vredespaleis als het NATO-hoofdkwartier zijn gevestigd en waar het Verdrag van Maastricht de Europese Unie schiep, waar missie en zending ontwikkelingssamenwerking werden en waar internationale bedrijvigheid haar basis vindt. Die hele historie maakt ons schatplichtig aan een actief vredesbeleid.
Het CDA steunt het voornemen zoals vastgelegd in de Miljoenennota om minimaal 2% van het bruto binnenlands product te reserveren voor Defensie. Daarmee kan effectiever worden samengewerkt met onze NATO-partners, ook in deelname aan vredesoperaties. Onze inspanningen in buitenlands beleid, Defensiebeleid en ontwikkelingssamenwerking moeten bijdragen aan een veiliger wereld met minder geweld en meer vrede.
Meneer de voorzitter. Geen mens is gelijk. Elk mens is gelijkwaardig. Onze complexe samenleving telt vele mensen en groepen die zich niet gezien of gehoord voelen, die lijden aan achterstelling, discriminatie of armoede. Het doet goed om in de Miljoenennota te lezen dat de regering maatregelen neemt om de participatie te bevorderen en armoede en achterstanden te bestrijden. Maar het blijkt nog best ingewikkeld om onze systemen zo te hervormen dat we die ambitie beter kunnen invullen. Door aan de knoppen van de arbeidskorting te draaien vergroot je de risico's op de armoedeval. Om armoede te bestrijden moeten de toeslagen omhoog, die je om andere redenen liever zou willen afschaffen. Privacywetgeving levert vaak een drempel op om voorzieningen voor mensen toegankelijk te maken. We kennen allemaal diverse paarse krokodillen.
Het CDA wil dat de hervorming van ons belastingstelsel wordt voortgezet en dat in de vele uitvoeringsregelingen de menselijke maat het uitgangspunt is, dat hardheidsclausules worden opgenomen, dat bestuurders meer discretionaire bevoegdheden krijgen, dat mensen actief op voorzieningen en mogelijkheden worden gewezen en dat er wordt doorgepakt bij het oplossen van de gevolgen van de gaswinning in Groningen of de toeslagenaffaire. Wij willen een samenleving waarin mensen die zorg voor elkaar hebben, niet worden tegengewerkt en waar de werkelijke wereld het elke dag meer en meer wint van de systeemwereld.
Het maakt in Nederland nogal uit waar je woont als het gaat om kansen op werk, gezondheid, cultuurparticipatie, mobiliteit en huisvesting. Voorzieningen zijn ongelijk over het land verdeeld, terwijl we de gelden daarvoor wel gelijkelijk in alle delen van het land ophalen. Het gaat dan niet alleen over de verschillen tussen stad en platteland, maar ook over verschillen tussen grote en kleine steden, tussen de zeven grensprovincies en de vijf andere, tussen gebieden met wateroverlast en zonder. Kortom, verschillen bestaan in verschillende vormen. Een eerste stap was de kabinetsreactie op het rapport Elke regio telt!, maar de uitwerking daarvan zien we onvoldoende terug in deze Miljoenennota.
Er moet nog veel worden uitgewerkt en nagedacht. Wij vragen ons af of de noodzakelijke onderliggende mindset wel breed in de Haagse ministeries en de Haagse politieke stolp aanwezig is. Je moet dan immers durven differentiëren in bekostigingsmodellen en wellicht zelfs in belastingmaatregelen. Het CDA heeft bijvoorbeeld in het verkiezingsprogramma staan dat rekeningrijden niet zal worden ingevoerd in regio's waar mensen veel verder moeten reizen om bij een bankautomaat, een school of een apotheek te komen; differentiëren in een nieuwe heffing. Maar voor ons mag differentiëren ook voor uitgaven en investeringen in regionale mobiliteit, in cultuuraanbod, in ziekenhuiscapaciteit of politiesterkte. Voor het CDA is de regionale Monitor Brede Welvaart daarvoor een mooi kompas. De regering zou in de toekomstige voorjaarsnota's en miljoenennota's eenvoudig de mate waarin beleidsmaatregelen bijdragen aan een hogere brede welvaart per regio kunnen aangeven. Ziet de regering dit ook als een logische volgende stap?
Mijnheer de voorzitter. Van het CDA, dat in alle overheidslagen nog breed vertegenwoordigd is, mag u verwachten dat wij oog hebben voor de belangen, de noden en de wensen van onze medeoverheden. Het CDA is immers de partij van en voor de regio's. Wij maken ons echt zorgen. Ja, er zijn provincies en gemeenten die over redelijke reserves beschikken. Maar de meeste gemeenten kampen met slechte financiële vooruitzichten. De onzekerheid over de herverdelingsoperatie van de fondsen en het al dan niet afschaffen van de opschalingskorting maken een deugdelijk financieel meerjarenbeleid onmogelijk. De onderhandelingen over een nieuwe verdeelsystematiek lopen al jaren. Diverse adviesorganen, zoals de ROB, geven zinvolle adviezen.
Het CDA heeft meerdere malen in de Tweede Kamer gepleit voor de afschaffing van de opschalingskorting. Het kabinet laat de besluitvorming daarover over aan een nieuw kabinet. In Nederland lopen we echter het risico dat het nog meer dan een halfjaar kan duren voordat dat er is. Met het oog op de begrotingsvoorbereiding, die in gemeenten en provincies al in april/mei start, vraag ik het kabinet de toezegging dat een voorstel over de opschalingskorting linksom of rechtsom, of recht door het midden, voor 1 april 2024 in de Tweede Kamer ligt. Ik overweeg hieromtrent samen met de fractie van OPNL in tweede termijn een motie in te dienen.
Medeoverheden serieus nemen betekent ook dat we bereid moeten zijn om de noden van de decentrale overheden serieus te nemen. Als de VNG vraagt om behandeling van de spreidingswet of als het IPO vraagt om instrumenten en middelen om transitieplannen mogelijk te maken, om de Omgevingswet eindelijk in te voeren enzovoort, moeten we niet vanuit de Haagse misplaatste efficiencylogica van het gelijkheidsdenken doen alsof wij het hier beter weten.
Mijnheer de voorzitter. In een samenleving waar Onze Lieve Heer steeds meer verdwijnt, verwachten mensen niet meer alle heil van boven, laat staan van Bovens, maar rekenen ze steeds meer op een almachtige overheid dan wel op een perfecte markt. Wij christendemocraten geloven echter in de kracht van de samenleving, van maatschappelijke verbanden, van mensen die zich gezamenlijk inzetten voor hun gezin, hun buurt, hun gemeenschap of hun werk. Dat betekent voor het CDA dat de overheid de waardering voor die samenleving moet laten zien; van fiscale en financiële steun in de rug tot ruimte voor creativiteit en initiatief, ruimte voor het mkb, het familiebedrijf, voor ondernemerschap en voor een gezonde land- en tuinbouw, en ruimte voor het Rijnlands denken in ons economisch systeem. Samen kom je immers verder.
De regering erkent dat de hervorming van ons belastingsysteem en het verminderen van de regeldruk weinig voortgang kennen. Wij willen ons daar niet bij neerleggen. Demissionair of niet, de regering moet verder werken aan een agenda van vertrouwen en deregulering. Wat ons betreft geldt dat ook voor een waterschapsbestuur, een provinciebestuur en een gemeentebestuur of een zbo; voor elke publiek opererende of gefinancierde organisatie. Vertrouwen groeit alleen als je als overheid doet wat je beloofd hebt en als de kwaliteit in de uitvoering hoog is.
De samenleving mag erop vertrouwen dat we een solide financieel beleid voeren. Dat betekent bijvoorbeeld dat de staatsschuld onder de 60% blijft en het begrotingstekort onder de 3%. Dat lijkt op korte termijn wel in orde. Maar de onzekerheden om ons heen nemen toe. Tevens betekent dit: een transparant begrotingsproces en een deugdelijke behandeling in de volksvertegenwoordiging. Mijn fractie heeft in de voorbereiding op dit debat soms met kromme tenen naar de overkant gekeken. Dan bedoel ik niet de overkant van deze zaal, maar van de Bezuidenhoutseweg. Het past ons in de Eerste Kamer niet om onze collega's van de Tweede Kamer te bekritiseren. Zij handelen naar eer en geweten en hebben het beste voor met het land. Maar nu de kruitdampen van de nacht van 26 op 27 oktober zijn opgetrokken, ervaar ik in ieder geval moeite om alle veranderingen en de gevolgen daarvan te overzien. Ik dank de regering voor het overzicht dat we gisteravond om 20.30 uur ontvingen. Mijn fractie vraagt er dus begrip voor dat we pas bij de behandeling van het Belastingplan definitief oordelen en voorstellen gereed hebben.
Goed bestuur is ook betrouwbaar bestuur. Er moet niet twee maanden voordat een kalenderjaar ingaat nog verrast worden met grote financiële wijzigingen van financiële plannen. Ik vraag de regering om ons, met het oog op de behandeling van het Belastingplan in december, zo gedetailleerd mogelijk de gevolgen in 2024 voor burgers en bedrijven in kaart te brengen van aangenomen amendementen betreffende de afschaffing van de expatregeling, de verhoging van tarieven in box 2 en box 3, de verhoging van de bankenbelasting en het belasten van inkoop eigen aandelen, maar feitelijk van álle aangenomen amendementen met gevolgen op korte termijn, zoals ook de accijnsverhogingen en accijnsverlagingen. De regering heeft al toegezegd de gevolgen van die verhogingen voor de grensstreek te monitoren. Kan de regering de gevolgen van de accijnsverhogingen van de afgelopen twaalf jaar in die monitor meenemen, zodat we de trends kunnen beoordelen? Hoe beoordeelt de regering de gevolgen voor het vestigingsklimaat in Nederland? En wat betekent de som van alle aangenomen wijzigingen voor de speelruimte van een nieuw kabinet, ook in relatie tot de opvattingen van de werkgroep begrotingsruimte? Kan de regering ons nu al wat zeggen over de uitvoerbaarheid van de aangenomen amendementen?
Voorzitter. Het woord "bestaanszekerheid" was nog niet gevallen in mijn bijdrage, maar nu dus wel. Het gaat erom het goede leven bereikbaar te maken voor allen en het dan te behouden, zonder dat dit ten koste gaat van onze aarde, want als we onze aarde of onze schepping verwaarlozen, dan tasten we bestaanszekerheid aan. Als we ongelijkheid in een kleiner wordende wereld in stand houden, dan tasten we bestaanszekerheid aan. Als we mensen geen fatsoenlijk huis of zorg kunnen bieden, tasten we bestaanszekerheid aan. Als we onverschillig worden voor onze naasten of onze noaber, tasten we bestaanszekerheid aan. Het gaat voor het CDA om de waarde van verantwoordelijkheidsbesef. Een fatsoenlijk Nederland en een fatsoenlijke wereld starten bij het besef dat ik, u en wij daar een verantwoordelijkheid voor hebben gekregen en voor dragen. Laat dat besef ook onze hervormingen leiden.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bovens. U heeft nog drie minuten en vijf seconden over voor uw tweede termijn.
De heer Bovens (CDA):
Dan had ik mijn zinnen over christendemocratie nog kunnen uitspreken; die hadden er nog rustig in gekund. Maar dat doe ik dan wel in de tweede termijn.
De voorzitter:
Ja, u heeft nog een tweede termijn. Ik geef nu het woord aan mevrouw Aerdts namens de fractie van D66.