Verslag van de vergadering van 31 oktober 2023 (2023/2024 nr. 05)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.05 uur
De heer Baumgarten i (JA21):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik zie inderdaad dat de tijd naar boven is afgerond.
Allereerst wil ik de bewindspersonen heel hartelijk danken voor het beantwoorden van de vele vragen en uiteraard ook alle ambtenaren die op de achtergrond heel hard bezig zijn. De beantwoording is inhoudelijk op een aantal cruciale punten helaas wel onbevredigend, onder andere doordat bij de beantwoording door de minister verwezen wordt naar kennis die verondersteld wordt aanwezig te zijn bij andere bewindspersonen, die hier niet aanwezig zijn. Daarmee maakt de minister er zich mijns inziens te makkelijk van af. Zij is immers verantwoordelijk voor het geheel.
Laat ik me dan beperken tot wat ik denk dat op dit moment de belangrijkste vraag is: de zorgwekkende staat van de toekomstige overheidsfinanciën. In de allerlaatste raming, die we pas gisteravond mochten ontvangen, zien we het EMU-saldo in 2024 al dieper dan -3% eindigen, dieper en slechter dan kort daarvoor voorspeld. De minister van Financiën kan wel zeggen dat we komend jaar nog gebruik kunnen maken van de coulanceregeling, maar we hebben ook kunnen lezen dat het EMU-saldo zonder ingrijpen oploopt naar 3,6% in 2026. Dat klinkt ver weg, maar dat is al over ruim twee jaar. Dat laatste komt door beleid dat nu ingezet wordt. Derhalve herhaal ik mijn eerdere vraag. Welke structurele maatregelen stelt de minister voor nu te nemen om de overheidsfinanciën ook op termijn houdbaar te houden?
Het naar een volgend kabinet verwijzen voor maatregelen of ombuigingen is echt te simpel. De minister bezigt wel degelijk vergezichten over de economie van de toekomst op het gebied van klimaat en stikstof en wat dies meer zij. Bepaalde vergezichten en effecten van beleid kent zij blijkbaar wel. Ziehier de door mij eerder aangehaalde inconsistentie in beleid. Ik voeg daaraan een hypothese toe. Stel dat nu de coronacrisis of een andere pandemie zou uitbreken, zou de minister dan ook niet willen ingrijpen vanwege de demissionaire status van het kabinet? Ik vermoed van niet. Ik denk dat er dan gehandeld was. Kan ik de positie van de minister dan zo begrijpen dat het tekort domweg niet ernstig genoeg wordt bevonden door de minister en het demissionaire kabinet? Ik zie uit naar de antwoorden van de minister.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Baumgarten. Dan is het woord aan de heer Dessing namens Forum voor Democratie.