Plenair Hartog bij voortzetting behandeling Algemene Financiële Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 31 oktober 2023 (2023/2024 nr. 05)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.16 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Hartog i (Volt):

Voorzitter. Ik wil het kabinet opnieuw bedanken voor de uitgebreide beantwoording van de vele vragen. Maar er zijn drie punten die ik nog wil aansnijden, met uw goedvinden. Allereerst heb ik geen antwoord gekregen op mijn vraag waarom het kabinet negatieve uitgaven op een nationale begroting wél accepteert aan de uitgavenkant, en op de EU-begroting niet. Ik probeer het een derde keer.

Ten tweede hebben we een nuttige discussie gehad over de herfinanciering van de lening voor Aruba. Dank daarvoor. Ik wil die ook niet overdoen, maar blijf vragen hebben over het hanteren van een internationale marktrente voor een lening binnen het Koninkrijk. Ik stel het op prijs dat wij hier nog verder over komen te praten, maar wil wel de volgende motie aan de Kamer voorleggen.

De voorzitter:

Door de leden Hartog en Crone wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat:

  • de Kamers onlangs een incidentele suppletoire begroting voor Koninkrijksrelaties hebben goedgekeurd;
  • hiermee de mogelijkheid is geboden een aantal leningen voor Curaçao, Aruba en Sint-Maarten te herfinancieren;
  • aan Aruba een rente wordt aangeboden die boven de Nederlandse herfinancieringsrente ligt;

overwegende dat:

  • in de begrotingsregels is beschreven dat bepaalde niet-belastingontvangsten, zoals boetes, binnen het uitgavenkader vallen;
  • de Nederlandse regering met de verhoogde rente bepaalde politieke concessies bij de ontvangende landen van het Koninkrijk wil afdwingen;

verzoekt de regering om te kiezen voor constructievere manieren om goed financieel beheer binnen het Koninkrijk te bewerkstelligen, die niet tot beperking van de financiële ruimte voor de ontvangende landen leiden, via de uitgaven- dan wel de inkomstenkant,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter I (36410).

De heer Hartog (Volt):

Over de fiscale regelingen heeft de staatssecretaris een brief aan de Kamer toegezegd. Daarvoor dank. Hij heeft ook de inspanningen van het kabinet verduidelijkt. Wij komen daar nog verder over te spreken bij het Belastingplan. Ik heb echter niet begrepen of hij ook in de komende negatieve evaluaties van de regelingen bereid is om het bedrag op te nemen dat zou worden bespaard als de regeling per 1 januari 2024 zou zijn afgeschaft. Ik vraag hem om dit gewoon mee te nemen in de informatie.

Dat was mijn tweede termijn. Ik dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Hartog. Dan is het woord aan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.