Plenair Van der Goot bij voortzetting behandeling Algemene Financiële Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 31 oktober 2023 (2023/2024 nr. 05)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.21 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Goot i (OPNL):

Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de bewindspersonen voor de beantwoording van de vragen, met name van die van collega Bovens over hoe de gemeenten en provincies volgend jaar over hun financiering in gesprek zijn met de ministers en de staatssecretarissen die er dan zitten, of niet zitten. We zijn in die zin blij met de toezeggingen, hoewel ze wel een beetje zacht zijn, dat er per 1 april iets op tafel moet liggen over de opschalingskorting en over een gesprek met de gemeenten over de accressen en dergelijke. Dat hoeft niet afgerond te zijn natuurlijk, maar er moet duidelijkheid zijn voor gemeenten en provincies om hun meerjarenbegroting te maken. Afgelopen jaren is daar veel over geklaagd; ik heb dat al eerder gezegd. Dat landt ook in de pers. Burgers zien overheden die steeds met elkaar kibbelen, en erger. Het zou goed zijn dat een klimaat wordt geschapen dat de burgers zien dat er één overheid is, waar dit kabinet altijd zo op heeft aangedrongen. We zijn er blij mee. Dit betekent dat een motie hierover nu is ingetrokken, maar anders had ik daar wel mijn handtekening onder gezet. Dit heeft ook gevolgen voor onze eigen motie over de arbitrage. Die laten we nu liggen omdat we hopen op een goed klimaat. Arbitrage juridificeert het in hoge mate; daar zijn we ons zeer bewust van. We geven dit gesprek dus eigenlijk nog een nieuwe kans, om inderdaad samen verder te komen. Ik wil niet zeggen "eruit te komen", maar wel "verder te komen". Het helpt als er zekerheid is.

Eén punt is nog wel over. Dat is Elke regio telt! en hoe je dat terugziet in de Miljoenennota en in de Voorjaarsnota. Dat is belangrijk omdat het niet bij woorden alleen moet blijven. Er is een prachtige initiële kabinetsreactie gekomen op 12 juli. De mensen in de regio hopen ook te zien dat er echt wat gaat veranderen, ook in financiële termen. Dit moet je dan ook zichtbaar maken. Vandaar dat we wel komen met een motie. Die wordt breed ondertekend, namelijk door zeven collega's. Dat zijn collega Bovens, collega Crone, collega Aerdts van D66, collega Holterhues van de ChristenUnie, Van Apeldoorn van de SP, Hartog van Volt en Griffioen van BBB. Ik zal de motie voorlezen.

De voorzitter:

Door de leden Van der Goot, Bovens, Crone, Aerdts, Holterhues, Van Apeldoorn, Griffioen en Van Rooijen wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet in reactie op het rapport Elke regio telt! erkent dat het Rijk de afgelopen decennia te lang heeft geïnvesteerd in gebieden die al sterk zijn, wat leidde tot onwenselijke verschillen tussen regio's;

overwegende dat economisch welzijn van alle regio's bevorderd moet worden en dat dit een leidend principe van kabinetsbeleid dient te zijn;

overwegende dat de regering heeft aangegeven met structurele oplossingen te komen die bijdragen aan de stimulering van brede welvaart in de regio;

overwegende dat het wenselijk is om inzicht te krijgen tot hoever en hoe deze aanbevelingen binnen het kabinetsbeleid tot uitvoering gebracht worden;

overwegende dat beide Kamers dit onderwerp niet controversieel hebben verklaard;

verzoekt de regering om bij de Voorjaarsnota een regioparagraaf op te nemen waarbij invulling wordt gegeven aan dit rapport,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter J (36410).

Maakt u uw verhaal af, meneer Van der Goot, of bent u hiermee klaar?

De heer Van der Goot (OPNL):

Ik was klaar.

De voorzitter:

De heer Van Rooijen.

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter, kan ik de motie nog meeondertekenen? De motie was mij niet voorgelegd, maar ik steun 'm graag.

De voorzitter:

Daar gaat de indiener over.

De heer Van der Goot (OPNL):

Dat mag wat mij betreft. Iedereen is, neem ik aan, van harte akkoord.

De voorzitter:

Waarvan akte. Dank u wel, meneer Van der Goot.

Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister en staatssecretarissen, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Vijf minuten schorsen? Dan schors ik tot 21.30 uur.