Weeskinderen krijgen huurbescherming



De Eerste Kamer heeft op 7 november de initiatiefwet Huurbescherming weeskinderen zonder stemming aanvaard. Het voorstel van de Tweede Kamerleden Koerhuis (VVD), Van der Plas (BBB), Grinwis (ChristenUnie) en Westerveld (GroenLinks-PvdA) is als hamerstuk afgedaan.

Over het wetsvoorstel

Het wetsvoorstel regelt dat weeskinderen huurbescherming krijgen in woningen van woningcorporaties. Hiermee kunnen thuiswonende, meerderjarige kinderen van wie de ouders overlijden, tot hun 27ste levensjaar in het huis blijven wonen.

Met de wet wordt een woningcorporatie verplicht om een weeskind kort na het overlijden van de ouder te informeren over de toekomstige woonsituatie en het huurcontract te verlengen tot en met het 27ste levensjaar. Voor ouderloze jongeren van 16 tot en met 22 jaar wordt de huur verlaagd naar de huurtoeslaggrens.

Ook voorziet het voorstel in een tijdelijke huurverlaging voor ouderloze jongeren in de leeftijd van 23 tot en met 27 jaar die wat draagkracht betreft in aanmerking komen voor huurtoeslag. Om te voorkomen dat het weeskind vanaf het 28ste levensjaar op straat belandt, kan de woningcorporatie de huur van het weeskind vanaf 28 jaar alleen opzeggen als blijkt dat het weeskind een vervangende passende huurwoning voor onbepaalde tijd kan krijgen.


Deel dit item: