Plenair Van Hattem bij behandeling Wet vaste huurcontracten



Verslag van de vergadering van 7 november 2023 (2023/2024 nr. 06)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.32 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank, voorzitter. Dit initiatiefwetsvoorstel draait de Wet doorstroming huurmarkt uit 2016 gedeeltelijk terug door met een wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek de huurbescherming te versterken en in beginsel alleen huurovereenkomsten aan te kunnen bieden voor onbepaalde tijd, met uitzonderingen voor tijdelijke verhuur onder specifieke voorwaarden. Wat de PVV betreft is dat een prima uitgangspunt, met complimenten voor de indieners van deze initiatiefwet. Daarbij maak ik wel de opmerking dat de partijen van de indieners in 2016 wél de Wet doorstroming huurmarkt steunden, terwijl de PVV daar indertijd juist tegen heeft gestemd. Nu de resultaten van die wet uitblijven, is het beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald dat dit onderdeel nu wordt teruggedraaid. Niet voor niets was het beginsel van vaste huurcontracten al sinds 1918 het uitgangspunt in Nederlandse wetgeving. Vanaf 1918 tot de eerste aanpassingen in de jaren tachtig, zelfs in de woningcrisis van na de oorlog, heeft dit uitgangspunt gefunctioneerd. Dat was wel in een tijd waarin onze woningmarkt niet onder druk stond van een steeds verder oplopende massa-immigratie, die sinds de jaren tachtig onze inwoneraantallen heeft opgestuwd. Dat is het onderliggende probleem. Een wet die doorstroming op de woningmarkt zou moeten stimuleren, is vooral bedoeld om met die doorstroming de massale immigratiestroom te huisvesten. Ook vanwege die onderliggende factor, stemde de PVV tegen de Wet doorstroming huurmarkt. Het is dweilen met de kraan open zolang onze grenzen wagenwijd openblijven.

Terwijl steeds meer Nederlanders die geen woning kunnen vinden in hun auto, in bushokjes of in oude elektriciteitshuisjes moeten slapen, krijgen asieleisers hier nog steeds een woning op een presenteerblaadje aangereikt. De Nederlandse woningzoekenden worden steeds meer verdrongen nu de minister de taakstellingen aan gemeenten voor de huisvesting van statushouders voor het komende halfjaar nog verder heeft verhoogd. Statushouders krijgen hier een voorlopige verblijfsvergunning voor in principe vijf jaar, maar ondertussen hebben ze wel vaak al een vast huurcontract voor de sociale huurwoning die ze met voorrang toegewezen krijgen. Kan de minister aangeven of het mogelijk is om het huurcontract van een statushouder te beperken tot een tijdelijk contract voor maximaal de duur van de voorlopige verblijfsvergunning? Graag een reactie.

Voorzitter. Ik heb nog een vraag aan de indieners en aan de minister. In deze initiatiefwet blijven uitzonderingen voor tijdelijke verhuur mogelijk. Kan bevestigd worden of dat ook geldt voor de hospitaregeling en in hoeverre de doelgroepencontracten daarmee samenhangen?

Gisteren bleek dat de ambitie op het gebied van woningtransformaties, het ombouwen van kantoren en dergelijke tot woningen, volledig stagneert. Ook zijn er plannen voor flexwoningen, maar zijn er veel te weinig locaties beschikbaar, waardoor de aangekochte flexwoningen in de opslag stof staan te happen. De minister presenteert ondertussen flexwoningen als duurzaam onderdeel van de reguliere woningvoorraad. Bij tijdelijke flexwoningen geldt er echter een maximale duur van tien tot vijftien jaar om met een omgevingsvergunning ontheffing te verlenen van het bestemmingsplan. Een recente wijziging van artikel 7:274 Burgerlijk Wetboek maakt het mogelijk om een huurcontract te beëindigen als de omgevingsvergunning voor een tijdelijke woning afloopt. Kan de minister aangeven wat de consequenties van het voorliggende wetsvoorstel zijn in dit verband? Kan een verhuurder hierdoor sowieso geen vast huurcontract aanbieden voor tijdelijke flexwoningen, wetende dat een contractduur van onbepaalde tijd niet mogelijk is door de maximale termijn van de omgevingsvergunning? Stopt de minister indien dat het geval is dan ook met het presenteren van tijdelijke flexwoningen als onderdeel van de reguliere woningvoorraad? Graag een reactie.

Voorzitter. De PVV-fractie zal deze initiatiefwet steunen. Tot zover in eerste termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Dan is het woord aan de heer Meijer namens de VVD-fractie.