Verslag van de vergadering van 28 november 2023 (2023/2024 nr. 9)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.06 uur
Mevrouw Van Langen-Visbeek i (BBB):
Voorzitter. Het stoplicht is oranje, maar de minister rijdt door; vandaar deze motie van de BBB en anderen, die oproept om mogelijke gevolgschade voortvarend op te lossen. Wat kan er wel? Onze vragen aan de minister zitten in de motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Eerste Kamer in de aanloop en sinds het debat over de Invoeringswet Omgevingswet regelmatig haar zorgen heeft geuit over de uitvoeringskwaliteit en de toegankelijkheid van het Digitaal Stelsel Omgevingswet voor zowel burgers als bedrijven;
overwegende dat er sinds de motie "verantwoord invoeren" in feite weinig veranderd is aan de zorgen over de invoeringsdatum;
overwegende dat er vanuit de uitvoeringspraktijk steeds meer en luidere signalen kenbaar worden gemaakt over het niet uitvoerbaar zijn van de Omgevingswet en dat de oorspronkelijke doelstellingen niet meer aansluiten bij de actuele situatie;
overwegende dat er onvoorziene (financiële) problemen kunnen ontstaan voor decentrale overheden bij de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024;
constaterende dat de Eerste Kamer in eerder aangenomen moties heeft uitgesproken dat het DSO en het juridische stelsel van de Omgevingswet nog steeds te grote uitvoeringsproblemen kennen om per 1 januari 2024 verantwoord over te gaan tot invoering;
constaterende dat de minister en koepels desondanks willen vasthouden aan de invoeringsdatum en er hierdoor grote risico's kunnen ontstaan voor de rechtsbescherming en rechtszekerheid van burgers en bedrijven, en dat lagere overheden in grote financiële en organisatorische problemen kunnen komen, waardoor de uitvoering stagneert;
constaterende dat er steeds meer en luidere signalen naar voren komen waaruit blijkt dat de bouwproductie zal stagneren en dat dit te allen tijde voorkomen moet worden gezien de woningnood;
verzoekt de regering te luisteren naar de inhoudelijk deskundigen op de gemeentelijke werkvloer, de bouwplanontwikkelaars, de advocatuur en consumentenvertegenwoordigers en op de kortst mogelijke termijn met hen in overleg te treden over wat zij nodig hebben om de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 verantwoord uit te kunnen voeren, en de Eerste Kamer zo spoedig mogelijk te berichten over daaruit voortvloeiende acties;
verzoekt de regering voorts met de hoogste prioriteit aandacht te geven aan de knelpunten die zich voordoen na de invoering en die naar voren komen bij de toegezegde evaluaties, en vanuit de stelselverantwoordelijkheid van het Rijk te sturen op het zo snel mogelijk oplossen daarvan;
verzoekt de regering indien nodig, snel voldoende financiële rijksmiddelen en expertise beschikbaar te stellen aan decentrale overheden om ontstane problemen en schade bij decentrale overheden, bouwplanontwikkelaars en consumenten zo snel mogelijk op te kunnen lossen om stagnatie in de bouwproductie of andere opgaven te voorkomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Langen-Visbeek, Kemperman, Kluit en Fiers.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.
Zij krijgt letter FV (33118, 34986).
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Wij rekenen op brede steun.
Voorzitter. Wie gelooft nog dat de Omgevingswet doet wat er is beloofd? Inhoudelijk deskundigen zeggen: doe het niet. Wij zeggen: wat kan er wel?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Langen. Uw spreektijd is voorbij. Dan geef ik het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.