Verslag van de vergadering van 11 december 2023 (2023/2024 nr. 11)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.41 uur
De heer Holterhues i (ChristenUnie):
Dank u, voorzitter. Allereerst felicitaties aan collega Heijnen met zijn maidenspeech en zijn inderdaad doorwrochte verhaal.
Voorzitter. Deze Kamer behandelt in twee dagen het pakket Belastingplan 2024. Het is terecht dat we hier twee dagen over doen, want het is een aanzienlijk pakket. De heer Heijnen merkte dat ook al op. Het gaat in totaal om 17 wetsvoorstellen, die, als ik het goed heb geteld, in totaal bestaan uit 63 maatregelen. De fractie van de ChristenUnie kan zich overall goed vinden in de wetsvoorstellen. Die zorgen op tal van punten voor vereenvoudiging en consistentie van het belastingstelsel en voor stroomlijning met de BES-eilanden. Dat is een vereenvoudiging die dringend nodig is. Met smart wacht onze fractie op een veel drastischere hervorming van het belastingstelsel, waarbij met name ook het hele stelsel van toeslagen dringend aan vervanging toe is.
Mijn fractie kan zich met name goed vinden in die maatregelen die ervoor zorgen dat vooral kwetsbare huishoudens worden ondersteund in hun strijd tegen armoede, zoals de verhoging van het kindgebonden budget en de hogere huurtoeslag. Voorts is mijn fractie verheugd over een aantal maatregelen die een gezondere levensstijl stimuleren, zoals de verhoging van de alcoholaccijns en de verhoging van het accijnstarief op tabak. Daarnaast kan de fractie van de ChristenUnie zich goed vinden in een aantal maatregelen die vooral het bedrijfsleven stimuleren om duurzaam te ondernemen, zoals het afschaffen van de regeling vrijstelling duaal en non-energetisch gebruik van kolen. Ook de uitbreiding van de faciliteit voor bedrijven voor giften aan anbi's vindt onze fractie een erg goede ontwikkeling.
Tegelijk heeft de fractie van de ChristenUnie ook een aantal zorgen. In de adviezen van de Raad van State stelt de Raad vaak de vraag waarom de regering ervoor kiest om bepaalde wetsvoorstellen onderdeel te laten zijn van het pakket Belastingplan en waarom de voorstellen niet op een ander moment kunnen worden ingediend. De Raad heeft de indruk dat diverse voorstellen ook op een ander moment dan Prinsjesdag hadden kunnen worden ingediend, eerder of later, al dan niet met een andere inwerkingtredingsdatum dan 1 januari 2024. Het gaat met name om de voorstellen die geen budgettaire samenhang hebben met de begroting voor volgend jaar. De fractie van de ChristenUnie is het van harte eens met deze opmerkingen. De stapeling van voorstellen die ook apart op een ander moment kunnen worden behandeld, bemoeilijkt een zorgvuldig parlementair proces.
Mijn fractie begrijpt dat sommige zaken haast hebben en dat met name maatregelen rond inkomensondersteuning niet kunnen wachten. Bij andere maatregelen ontbreekt naar onze mening de strikte noodzaak van behandeling op dit moment. Dit kan enerzijds leiden tot een onzorgvuldige parlementaire behandeling. Anderzijds kan dit een gemiste kans zijn. De energie en aandacht zouden naar onze mening veel meer gericht moeten zijn op structurele verbetering van het hele belastingstelsel, in plaats van op kleine afzonderlijke reparaties. Daarom is onze vraag aan de staatssecretaris als volgt. De fractie van de ChristenUnie hoort graag een reflectie van de staatssecretaris in dezen. Vindt de staatssecretaris ook dat een deel van de voorgestelde wetgeving ook los dan wel in een volgend belastingplan behandeld had kunnen worden? Zo ja, waarom heeft het kabinet er dan voor gekozen dit niet te doen? Welke lessen trekt het kabinet hieruit? Wat kan de staatssecretaris toezeggen over een dergelijke bundeling in de toekomst, opdat een zorgvuldige parlementaire behandeling inclusief amendementen en de implicaties van deze amendementen verzekerd is?
De fractie van de ChristenUnie heeft de genoemde zorgen over de parlementaire zorgvuldigheid mede omdat zij geluiden opvangt van een veel te overvraagde Belastingdienst. De Belastingdienst zou, zo horen wij, onderbemenst zijn en kent onder andere grote moeilijkheden bij de uitvoering van de regeling hersteloperatie toeslagenaffaire. Zoals bekend kunnen ook de systemen de hoeveelheid wijzigingen niet aan. De aanvragen voor veranderingen in de IT-systemen zijn schier oneindig. Ook de Raad van State uit zijn zorgen in dezen. Hoe kijkt de staatssecretaris, mede in het licht van de grote bundeling van wetsvoorstellen, zoals ik net heb gezegd, naar de staat van de Belastingdienst? Graag een reflectie daarop.
Daarnaast heeft de fractie van de ChristenUnie vragen over een aantal afzonderlijke maatregelen. Het betreft allereerst het wetsvoorstel Belastingplan 2024. Ik zou willen beginnen met een meer ideologisch punt. Dat betreft de arbeidskorting. Die korting is de afgelopen jaren ingezet als een arbeidsparticipatie- en koopkrachtinstrument, en is daarmee ontzettend opgepompt. Vorig jaar stelde de staatssecretaris bij de behandeling van het Belastingplan 2023 in de Tweede Kamer dat de grenzen van de inzet van de arbeidskorting bereikt zijn. Deze conclusie deelt mijn fractie volkomen. Zo'n belastingkorting voor werkenden klinkt namelijk heel goed, maar er zijn wel degelijk schaduwkanten. Mensen die niet kunnen werken omdat ze bijvoorbeeld arbeidsongeschikt zijn of mantelzorg verlenen, vallen buiten de boot. Met elke verhoging van de arbeidskorting wordt die kloof groter, om het over de kloof tussen een- en tweeverdieners nog maar niet te hebben. Daarom verbaast het ons ten zeerste dat de staatssecretaris vorig jaar zei dat de grenzen nu wel bereikt zijn, maar dat het kabinet de arbeidskorting nu nog eens met 207 miljoen verhoogt, bovenop de indexatie van ruim 3 miljard. Kan de staatssecretaris dit uitleggen? Was het in het kader van armoedebestrijding niet logischer geweest om de algemene heffingskorting te verhogen, zo is onze vraag.
Dan de verhoging van de accijns op tabak. Zoals aangegeven ondersteunt mijn fractie de verhoging van het accijnstarief op tabak. We ondersteunen het beleid van de overheid dat erop gericht is dat in 2040 geen enkele jongere meer begint met roken. Om dit doel te bereiken is echter accijnsverhoging op sigaretten niet voldoende. Deze accijns moet naar onze mening ook gelden voor zogeheten e-sigaretten of vapes. Ik roep het kabinet dan ook op hier echt werk van te maken. Wil de staatssecretaris dit toezeggen? Per wanneer is dit uitvoerbaar en wanneer overweegt de staatssecretaris de uitwerking van de plannen naar de Kamer te sturen?
Dan het Belastingplan BES eilanden 2024. In artikel 4, onderdeel f, van het Belastingplan BES eilanden 2024, het onderdeel over de aanpassing gebruikelijk loon, wordt het percentage ter berekening van het gebruikelijk loon verhoogd van 70% naar 90% van het vergelijkingsloon. Op de vraag van mijn fractie in de schriftelijke ronde geeft het kabinet aan dat de dga in 2024 door deze wijziging in de gebruikelijkloonregeling meer belasting verschuldigd is dan in 2023. Dit kan op gespannen voet staan met de armoedebestrijdingsagenda van het kabinet, het rapport Een waardig bestaan van de commissie-Thodé en de bestaanszekerheid van met name kleine ondernemers in Caribisch Nederland met een vennootschap door de verhoging van de belastingvrije som van 17.352 dollar in 2023 naar 20.424 dollar in 2024, volgens het gewijzigd amendement-Grinwis/Van Weyenberg.
Even een technisch voorbeeld. Een ondernemer in Saba met een winst van 35.000 dollar had in 2023 een totale belastingdruk van 2.489 dollar en derhalve een netto-inkomen van 32.511 dollar. In 2024 zou zijn of haar totale belastingdruk met deze maatregel 3.456 dollar zijn en zijn netto-inkomen 31.544 dollar. Deze ondernemer gaat er dus per saldo bijna 1.000 dollar op achteruit in 2024 ten opzichte van 2023, terwijl hij al netto minder verdient, gezien het netto-inkomen, afhankelijk van de gezins- en huursituatie, dan de bedragen die in de voorbeeldbegrotingen voor Caribisch Nederland in diverse scenario's voorkomen. Heeft de staatssecretaris onderzocht hoe vaak dit voorkomt? Hoe verhoudt dit zich tot het rapport-Thodé en de ambities van het kabinet om armoede op de BES-eilanden te bestrijden? We overwegen een motie in dezen.
Dan het wetsvoorstel over fiscale klimaatmaatregelen in de glastuinbouw. De fractie van de ChristenUnie is er primair voorstander van dat de Nederlandse glastuinbouw wordt gestimuleerd zo veel mogelijk om te schakelen naar een circulair systeem. Een duurzame energievoorziening is daarbij onmisbaar, bijvoorbeeld door gebruik te maken van aardwarmte en restwarmte uit andere sectoren. We vrezen echter dat het wetsvoorstel over fiscale maatregelen in de glastuinbouw iets te hard van stapel loopt. Ook hier zijn er zorgen over de uitvoering. Daarnaast wil de staatssecretaris al per 1 januari 2025 de verlaagde energiebelastingtarieven voor de glastuinbouwsector afschaffen en per die datum tevens een nieuwe tariefstelling van de CO2-heffing voor de glastuinbouwsector invoeren. Waarom wordt de budgettaire derving uit de nota van wijziging voor een deel gevonden in het nieuwe CO2-sectorsysteem van de glastuinbouwsector? Is dat wel eerlijk?
Voorzitter. Ik ben een fan van paus Franciscus en ik heb hem al vaker geciteerd. Hij merkte, enigszins gewaagd, op 31 januari 2022 in een toespraak tot de Italiaanse belastingdienst op dat belastingheffing als ze rechtvaardig is een dienst is van het algemeen belang. Volgens de fractie van de ChristenUnie is het, zoals ik al in het begin heb aangegeven, van groot belang dat er wordt geïnvesteerd in een eenvoudiger en rechtvaardiger belastingstelsel, en in een Belastingdienst die dit goed kan uitvoeren. De maatregelen die thans voorliggen, zijn een eerste stap in de goede richting. De fractie ziet uit naar de beantwoording van de vragen door de staatssecretaris.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik geef nu graag het woord aan de heer Van Strien van de fractie van de PVV. Meneer Van Strien, ga uw gang.