Verslag van de vergadering van 16 januari 2024 (2023/2024 nr. 16)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.45 uur
Mevrouw Van Toorenburg i (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Ook heel erg veel dank aan de staatssecretaris voor zijn bevlogen en uitvoerige beantwoording. Onze vragen zijn uitgebreid behandeld. We bespraken deze wet niet alleen op de techniek, maar ook in de context. We kunnen zeggen dat onze hoop serieus is gevestigd op het pact dat in Europa is gesloten en we hopen spoedig met de staatssecretaris te mogen spreken over wat dat nu uiteindelijk gaat betekenen.
We wensen de staatssecretaris heel veel succes morgen wanneer hij in de Tweede Kamer gaat praten over de overlastgevers, de glijdende schaal en hoe we daar verder mee kunnen omgaan. Deze Kamer heeft uitgesproken dat we er veel belang aan hechten om de mensen die het echt allemaal nadelig beïnvloeden, een halt toe te roepen
We hebben een aantal vragen gesteld die nog niet helemaal beantwoord zijn, namelijk de vraag over het niet meewerken aan vertrek wanneer alles is gedaan om het succesvol te maken en de vraag over artikel 6 en 7, want dat blijft een beetje ingewikkeld. Ik vind het niet erg als de staatssecretaris denkt "laat me dat even rustig schriftelijk doen". Dat mag best van mij. Het is wel belangrijk dat we het even specifiek weten. Het blijft gek dat er eerst staat dat een gemeente iets binnen twee jaar ter beschikking moet stellen en dat in de volgende bepaling staat dat dit binnen een halfjaar moet. Dat is mij nog een beetje onduidelijk.
Voorzitter. We hebben een aantal aspecten van de spreidingswet uitgelicht. We zijn ervan overtuigd dat deze wet juist probeert te bereiken dat we overal een menswaardige opvang hebben. Laten we ook eerlijk zijn: ik wist niet dat het op dit moment zo nadelig uitpakt voor mensen dat we vooral sterke jonge mannen in de azc's hebben en vrouwen met kinderen in de noodopvang. Wij hechten er juist zo aan dat we goed kunnen spreiden om ervoor te zorgen dat de asielzoekers die worden opgevangen in de regio's en overal, fatsoenlijke zorg en fatsoenlijk onderwijs voor de kinderen kunnen krijgen. Dat is zo mooi aan deze wet. Als je het meer verspreidt, kun je overal daadwerkelijk die zorg verlenen. Dat het nu zo uitpakt — ik wist het niet en vind het belangrijk dat de staatssecretaris dat vandaag nog heeft benadrukt — is belangrijk om mee te wegen. Zo kunnen we komen tot een stabiel en duurzaam opvanglandschap.
We hebben een aantal vragen gesteld over de kleinschaligheid. Het is belangrijk dat de staatssecretaris ook in deze Kamer nog een keer heeft benadrukt dat kleinschaligheid echt kan. We hebben niet voor niets een motie meeondertekend om ervoor te zorgen dat het extra wordt geëntameerd om dit voor elkaar te krijgen en dat er, binnen redelijkheid, fatsoenlijke vergoedingen voor komen.
We hebben de staatssecretaris ten aanzien van de uitvoerbaarheid eerlijk horen zeggen dat er ingewikkelde dingen aan vastzitten. Als ik dan vraag "hoe dan?", zegt hij het soms ook niet te weten. Zo kan ik het eigenlijk kort samenvatten. Maar laten we er toch alles aan doen om te zorgen dat de dingen wel kunnen worden uitgevoerd.
Ten aanzien van de rechtsbescherming is het eerlijke antwoord natuurlijk dat we een rechtsstaat zijn, dat je soms in bezwaar en beroep kan gaan en dat er maatwerk zal worden geleverd.
Het is heel belangrijk dat de heer Nicolaï nog een paar keer extra heeft benadrukt dat hij wil weten hoe het met de belangenafweging zit. Het is ook voor ons heel erg belangrijk dat je dat goed in de gaten kunt houden. We kijken daar dus ook met belangstelling naar uit.
We zijn ook heel blij met de toezegging van de staatssecretaris dat hij creatief gaat kijken hoe die waardeloze regeling — ik zeg het toch maar een beetje scherp — van die 75% onschadelijk kan worden gemaakt, zodat iedereen die zijn best doet ook daadwerkelijk kan worden beloond. Als we dan toch zeggen dat iedereen die zijn best doet, kan worden beloond, dan vind ik het ook fijn dat vandaag de heer Van den Brink die in de Tweede Kamer echt heel hard heeft gewerkt om deze wet aanvaardbaar te maken, daar zo veel complimenten voor heeft gekregen. Het is altijd fijn als iemand dat hoort.
De heer Van Hattem i (PVV):
Ik deel met mevrouw Van Toorenburg van het CDA het nut van het leren kennen van die belangenafweging. Ik vraag me alleen af wanneer we die zouden moeten ontvangen. Als die pas wordt ontvangen als de stemming over de spreidingswet lang en breed heeft plaatsgevonden, dan schieten we er niet heel veel meer mee op. Is mevrouw Van Toorenburg het met mij eens dat het wel relevant is dat wij die belangenafweging nog voor de stemming van volgende week kunnen ontvangen van de staatssecretaris?
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
We kunnen aan de staatssecretaris vragen wanneer hij dat denkt te kunnen doen. Ik denk dat het belangrijk is. Tegelijkertijd hebben we natuurlijk met elkaar afgesproken dat we een aantal belangrijke ijkmomenten inbouwen. We gaan evalueren. We kijken in de tijd naar de uitvoeringstoets. Dus ook dan kunnen we goed volgen wat daarmee gebeurt. Ik denk dat het een belangrijk aspect is dat de heer Nicolaï er terecht heel slim heeft uitgelicht.
Voorzitter. Dus dank aan iedereen. Ik vond dit debat eigenlijk wel een band scheppen. Ik heb er met veel plezier aan deelgenomen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Toorenburg. Het woord is aan de heer Van Rooijen namens 50PLUS. U doet nog even iets op uw iPhone. Uw tijd loopt, meneer Van Rooijen.