De Eerste Kamer heeft dinsdag 27 februari oud-premier Dries van Agt herdacht. Hij was van 19 december 1977 tot 4 november 1982 minister-president van Nederland en overleed op 5 februari 2024. Tijdens de herdenking, die werd bijgewoond door zijn familie, spraken Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn en demissionair minister-president Mark Rutte. Volgens Bruijn was Dries van Agt 'een onconventioneel en vernieuwend politicus die altijd zichzelf is gebleven, tot op de dag van zijn overlijden.' Rutte omschreef Van Agt als 'een totaal eigensoortig mens die (...) nooit het grijze midden zocht.'
Jan Anthonie Bruijn: "De kleurrijke en eigenzinnige Van Agt maakte in de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig deel uit van het landbestuur, eerst als minister van Justitie en vervolgens zes jaar als minister-president. Het waren roerige tijden, waarin Nederland sterk veranderde."
Dries van Agt werd als Andreas Antonius Maria van Agt op 2 februari 1931 geboren in het Brabantse Geldrop. Als oudste van vijf kinderen groeit hij op in een katholiek gezin. Hij beschrijft zijn jeugd als 'het Brabant van toen. (...) Je was er geborgen. De samenleving was overzichtelijk.' Na de middelbare school in Eindhoven ging Van Agt rechten studeren in Nijmegen, waar hij ook zijn latere echtgenote Eugenie ontmoette. Hij startte zijn carrière als advocaat en was vervolgens als jurist werkzaam bij de ministeries van Landbouw en Visserij en van Justitie. Hij vervolgde zijn loopbaan als hoogleraar aan de Universiteit van Nijmegen en werd in 1971 minister van Justitie. Vijf jaar later schopte hij het tot minister-president van, uiteindelijk, drie kabinetten-Van Agt.
Na het verlaten van de Nederlandse politiek bleef Van Agt bestuurlijk actief als commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en ambassadeur van de Europese Gemeenschap in Japan en de Verenigde Staten. Bovendien zette hij zich later als erevoorzitter van de door hem opgerichte stichting The Rights Forum in voor de rechten van de Palestijnen.
Mark Rutte refereerde aan de gesprekken die hij met Van Agt voerde: "Ik denk met een grote glimlach terug aan alle ontmoetingen die ik in later jaren mocht hebben met mijn betovergrootvader in het ambt, zoals ik hem vaak noemde - tot zijn grote plezier. Een gesprek met Dries van Agt was altijd genoeglijk, nooit saai en er viel ook steevast wat te lachen. Ook als het gesprek scherp was en dat was vaak genoeg het geval. Ik ga dat missen."
"Van Agts bijdrage aan de Nederlandse samenleving en de plaats van Nederland in de wereld is van grote waarde geweest. Wij herdenken hem vandaag dan ook met het grootste respect. Moge dit respect en de grote waardering voor zijn verdiensten voor ons land tot steun zijn voor zijn kinderen, kleinkinderen, verdere familie, en zijn vrienden," besloot Bruijn.
Deel dit item: