Verslag van de vergadering van 27 februari 2024 (2023/2024 nr. 21)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.31 uur
Mevrouw Van Wijk i (BBB):
Voorzitter, dank. Misschien was ik er inderdaad wel van uitgegaan dat we even een kop koffie konden nemen. Maar goed, we gaan enthousiast verder, net zo enthousiast als de minister de beantwoording van al onze vragen heeft opgepakt. Zeker uit de gedreven inleiding van de minister blijkt dat zij staat voor deze wet.
In deze Kamer zijn wij het eens: we zijn tegen discriminatie. Zo veel is duidelijk. Gelijke behandeling is een grondrecht, ook al staat dit niet letterlijk in de tekst als het gaat over leeftijd. De dromen van Martin Luther King worden breed gedeeld in deze Kamer, maar helaas, discriminatie zal nooit uitgebannen kunnen worden. Onbewust blijft er helaas altijd gediscrimineerd worden. Tegelijkertijd moeten we altijd blijven strijden tegen elke vorm van discriminatie; altijd, geen misverstand daarover.
De kern van de wet — daarover hebben we het vandaag op diverse momenten gehad — is volgens de BBB niet het inzetten van de bestaande middelen en ook niet het tegengaan van discriminatie; nee, de kern van de wet is volgens ons het inrichten van een nieuw proces voor bewustwording. Dat beeld moeten we bij het nadenken over deze wet altijd bij ons houden: de bewustwording, het instellen van een werkwijze.
Dan is de cruciale vraag: vinden wij de wet passend bij het doel? Ons beeld van de zware administratieve inrichting is er eigenlijk niet beter of duidelijker op geworden. Nuanceringen zijn soms mogelijk: een boete pas na 25 dagen publiceren, handhaving bij werkgevers met minder dan 250 medewerkers vooralsnog wellicht opschorten. Maar ja, als de Kamer hiermee zou instemmen, is de wet al wel ingevoerd. De openbaarmaking van de boete vormde een behoorlijk deel van het debat van na de pauze. Volgens de AP is het disproportioneel. Er is geen discriminatie op de werkwijze, maar de werkwijze heeft wellicht geen prioriteit. Het is inderdaad schandaalpolitiek. Geen goede werkwijze wil niet zeggen dat er discriminatie is. Het kan een teken zijn. Kans op verbetering wordt geboden.
Er is langdurig gesproken over de groep van werkgevers met minder dan 25 medewerkers. Van 30.000 werkgevers, zijnde 8% van de werkgevers, weten we dus nog niet wat voor resultaat de wet voor deze groep heeft. Ik vind 30.000 een enorm groot aantal. We weten niet wat de impact van deze wet op die werkgevers is. Ik vind het heel veel.
Even kijken wat ik nog meer heb. Het is niet zo heel veel. In ieder geval dank ik de minister voor de toezegging dat bij de evaluatie van de WOR de or nadrukkelijk meegenomen wordt.
Tot zover voor dit ogenblik, voorzitter.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Van Wijk. Dan is het woord aan mevrouw Vos namens GroenLinks-PvdA.