Plenair Schippers bij behandeling Wet seksuele misdrijven



Verslag van de vergadering van 19 maart 2024 (2023/2024 nr. 24)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.40 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Schippers i (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst mijn felicitaties aan de heer Scholtz voor zijn maidenspeech. Een maidenspeech is bedoeld om je drijfveren aan te geven en te laten zien hoe het allemaal zo is gekomen. Mijn politieke interesse is al heel jong ontstaan. Ik hoor dat in meerdere maidenspeeches. Mijn belangrijkste drijfveren zijn mijn vrijheidsdrang en vooruitgangsoptimisme. Vrijheid om zelf te bepalen hoe te leven en hoe te sterven. Dat ene zinnetje zegt mij heel veel.

Ik hou van de diversiteit die ontstaat als je mensen de vrijheid geeft om zich te ontwikkelen en te uiten. De diversiteit die dan ontstaat — in hoe je woont, hoe je je kleedt, hoe je leeft, wat je eet — leidt ook tot meer fundamentele keuzes. Of je verder gaat leren, of tot keuzes waardoor de wereld nieuwe, tot dan toe onbekende perspectieven krijgt. Innovatieve oplossingen ontstaan doordat mensen in vrijheid hun nieuwsgierigheid achternagaan en de ruimte, de zuurstof krijgen om deze verder te ontwikkelen, ook om fouten te maken, daarvan de gevolgen te dragen en weer op te staan. Om tegen de gevestigde orde in te kunnen gaan. Om voor jezelf te beginnen als je denkt dat je het beter kan. Om af te kunnen wijken van de mainstream.

Geen onbegrensde vrijheid. De vrijheid van de een wordt begrensd door de vrijheid van de ander. Vrijheid zonder verantwoordelijkheid is een hol begrip. Ik hoor mensen vaak hun vrijheid claimen, terwijl het eigenlijk gaat om egocentrisch en opportunistisch gedrag ten koste van anderen, ten koste van de wereld waarin wij leven met andere diersoorten en onze leefomgeving. Vrijheid zonder de grenzen van anderen te respecteren, raakt dit wetsvoorstel ook in het hart.

Een lang verhaal kort: ik ben mijn nieuwsgierigheid achternagegaan en ben politicologie gaan studeren in Leiden. Na mijn studie ben ik lid geworden van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, geen toevalligheid dus. Ik heb ook de weerbarstige praktijk mogen ervaren van het politieke bestuur, van de complexiteit en de dilemma's. Het was ook een harde leerschool, dat we in dit land heel vaak blijven steken in ideologische schijngevechten die heel ver van de dagelijkse praktijk af staan. Regelmatig hoor ik dat vroeger alles beter was en met mijn achtergrond in de volksgezondheid, begrijpt u misschien dat ik hier heel anders tegenaan kijk. Als ik kijk naar de ontwikkelingen in de afgelopen decennia en naar hoe de wetenschap aan die ontwikkelingen heeft bijgedragen, kan ik alleen maar dankbaar zijn dat ik nu leef en niet in dat verre geïdealiseerde verleden.

Ook bij lezing van deze wet dacht ik: de tijden veranderen en in die verandering zie ik goede ontwikkelingen. Ik zie onder een grote groep jongeren een duidelijke emancipatie, een normalisatie van gelijkwaardige seksuele verhoudingen. Dat is een grote vooruitgang, maar dat is helaas maar één kant van het verhaal. Er is ook een groep in Nederland die juist grote stappen terug zet in de tijd, iets wat ik nooit had gedacht dat zou gebeuren. Mensen die homoseksualiteit weer als een ziekte zien en van mening zijn dat vrouwen zich zedig moeten gedragen omdat ze anders zelf vragen om ellende of mensen die bangalijstjes opstellen van vrouwen die je moet doen. En natuurlijk, niemand van deze mensen denkt na over wat dat betekent voor, in dit geval, de vrouwen die op die lijstjes staan. Nu is dat het Utrechtse corps, maar eerlijk gezegd hebben we soortgelijke incidenten ook bij andere corpora gezien.

Ik wil maar zeggen: vrijheid is niet een gegeven. Dat blijkt ook uit de recente reeks van onthullingen van seksuele en andere grensoverschrijdingen in de filmwereld en in de televisiewereld. Ik dacht persoonlijk dat we deze gelijkwaardigheid al decennia eerder hadden bevochten. Ook toen kwamen schandalen van seksueel en ander grensoverschrijdend gedrag naar buiten, onder andere in de kerk, in de sport, in de medische sector. Iedereen kon lezen en horen wat dat betekent voor het slachtoffers en hoe de gevolgen daarvan levenslang kunnen doorwerken. Ook de zogenaamde "vrije sixties" bleken een heel andere kant te hebben. Vaak was die vrijheid er helemaal niet voor iedereen en zijn seksuele uitspattingen toen ook ten koste gegaan van anderen, van volwassenen en kinderen.

Ik heb nooit de illusie gehad dat er vandaag de dag geen sprake zou zijn van dit gedrag. Er zijn altijd mensen die de grenzen van anderen overgaan, maar ik had nooit gedacht dat er op zo'n schaal, zo structureel nog steeds sprake zou zijn van grensoverschrijdend seksueel gedrag en ik had vooral ook nooit gedacht dat het nog zo oogluikend zou worden toegestaan, dat eigenlijk niemand die het zag, niemand van de omstanders, ingreep. Even wat cijfers. 1 op de 8 vrouwen en 1 op de 25 mannen geeft aan slachtoffer te zijn geweest van verkrachting en meer dan de helft van de vrouwen en 1 op de 5 mannen heeft te maken gehad met seksueel geweld of ongewenste aanrakingen. De MeToobeweging heeft dit weer op de agenda gezet. Het moet voor eens en altijd duidelijk zijn dat seksuele grenzen dienen te worden gerespecteerd, dat nee nee is en dat wie zwijgt helemaal niet toestemt. Het overgaan van deze grenzen is een misdrijf, een misdrijf dat wordt bestraft in plaats van goedgepraat, met de mantel der liefde wordt bedekt of dat een beeld wordt geschetst dat dit er nu eenmaal bij hoort.

Online is een nieuw medium dat ons veel brengt. Onze vrijheid is daarmee ongelofelijk toegenomen. We surfen los van tijd en plaats de hele wereld over en dat is geweldig. Die ontwikkeling is onstuitbaar en brengt ons ontzettend veel, maar helaas zit er aan iedere kans ook een andere kant. Die oneindige mogelijkheden zijn er ook voor kwaadwillende mensen. Onlinemisdaad neemt een grote vlucht en dat geldt helaas ook voor seksuele misdrijven. Dat een Nederlander een Canadees tienermeisje tot zelfmoord heeft gedreven door zijn seksuele chantage, is werkelijk hartverscheurend. Dat geeft meteen aan hoe ingrijpend online seksuele misdrijven kunnen zijn. Er is geen fysiek contact nodig om andermans seksuele grenzen over te gaan, om te chanteren en te choqueren. Het feit dat we allemaal weten wat een dickpic is, zegt eigenlijk al genoeg. En nu worden we weer geconfronteerd met de volgende stap: kunstmatige intelligentie. We worden geconfronteerd met deepfakepornovideo's waarin gezichten van bekende Nederlanders worden gebruikt en natuurlijk denkt niemand van deze ranzige types na over de impact hiervan. Het is goed dat de minister online seksuele misdrijven aanpakt. Kan zij ook toelichten hoe zij denkt dat hier te gaan doen? Die sites staan geregistreerd in verre landen. Hoe pakken we dit nu effectief aan? Het is al strafbaar om deze video's te vervaardigen, voorhanden te hebben of te openbaren. Door het onderhavige wetsvoorstel wordt het een misdrijf en dat is belangrijk om hier ook adequate straffen op te kunnen zetten in plaats van, zoals we recent hebben gezien, een taakstraf. Ik vind ook dat deze deepfakepornovideo's offline moeten kunnen worden gehaald en dat kan nog niet. De Autoriteit Online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal dwingt hostingbedrijven om ranzigheid offline te halen. Mijn vraag aan de minister is of dit kan worden uitgebreid met deepfakepornovideo's en, zo ja, hoe en wanneer zij dat gaat doen.

Voorzitter. Ik besteed veel aandacht aan de context van deze wet, omdat dit maakt dat de VVD-fractie een warm voorstander is van dit wetsvoorstel. De verruiming van de strafrechtelijke bescherming tegen seksueel geweld is gewoonweg hard nodig. Het gebruik van geweld, dwang of bedreiging is geen voorwaarde meer voor strafrechtelijke aansprakelijkheid, maar aanleiding voor strafverzwaring. Dat is heel belangrijk voor de normstelling en maakt het mogelijk om beter op te treden bij seksueel misbruik. Vooral het strafbaar stellen van seks zonder expliciete instemming als een van de partners had kunnen weten dat het niet gewenst was, is een belangrijke stap vooruit. Niet iedereen reageert op dezelfde manier en vooral het bevriezen van het slachtoffer is een bekend verschijnsel. Het niet plegen van verzet is nog geen instemming. Het gaat erom dat je geen seks hebt met iemand van wie je weet of moest vermoeden dat die ander niet wilde. Dat wordt strafbaar als een vorm van aanranding of verkrachting. Dit is in lijn met het Verdrag van Istanbul, een verdrag van de Raad van Europa. We zien dat ook in andere landen de wet hierop wordt aangepast. De vraag is natuurlijk: hoe kan je dat dan bewijzen? Het is vaak het woord van de een tegen het woord van de ander en er zijn over het algemeen geen andere mensen bij. Dat is complicerend, maar dat speelt in heel veel gevallen van seksueel misbruik ook nu al. Ik kom daar zo verder op terug.

Er is veel discussie geweest over de voorstellen om straatintimidatie strafbaar te maken. Ik heb heel columns gelezen en commentaren op televisie gezien met als strekking: "Moet dat nou? Een beetje nafluiten op een mooie lentedag van een dame in een zomerjurk is toch onschuldig en kan zelfs door de dame in kwestie misschien wel worden gewaardeerd? Een beetje categorie "troostende arm om je schouder". Schieten we hier nu niet door?" Natuurlijk is met beide in een normale ontspannen menselijke omgang weinig mis, maar het is tegelijkertijd een geromantiseerd beeld. Vrouwen en ook mannen worden met name in grote steden, maar niet alleen daar, geconfronteerd met agressief hitsig gedrag dat een groot gevoel van onveiligheid en dus ook onvrijheid met zich meebrengt. Als 81% van de mensen tussen 15 en 34 jaar die dat wordt gevraagd in onze grote steden aangeeft dat zij te maken hebben gehad met straatintimidatie, 81%, dan is dit een groot probleem. Dat is ongewenst. Intimiderend gedrag levert een aanzienlijke beperking op voor een grote groep van mannen en vrouwen en wij als samenleving moeten dat niet vergoelijken. Het is van groot belang dat wij achter de mannen en vrouwen staan die dit overkomt. In Nederland moeten vrouwen in korte rokjes en met naveltruitjes overal in de publieke ruimte kunnen rondlopen zonder daarvan last te ondervinden. Dat geldt ook voor mannen in welke outfit dan ook. Dat gaat niemand wat aan. De norm dat je mensen niet seksueel of anderszins intimideert, is een norm die we vastleggen in de wet en de VVD-fractie steunt het kabinet hierin.

Voorzitter. Naast deze vormen van steun wil ik ook onze zorgen delen. Deze zorgen liggen natuurlijk bij de uitvoering en handhaving. Veel hierover is al gewisseld in de behandeling van dit wetsvoorstel. Er is ook geld vrijgemaakt in de Tweede Kamer om de keten te versterken: de motie-Klaver. De motie-Hermans heeft structureel 200 miljoen extra vrijgemaakt voor veiligheid, waarvan 20 miljoen specifiek voor uitvoering van deze wet en 3,6 miljoen incidenteel voor de implementatie van deze wet. Wij zijn daar blij mee. Het is ook nodig voor de uitbreiding en opleiding van politie, boa's, aanpassingen van de ICT enzovoort.

De bewijslast van seksueel misbruik is nu al vaak heel complex en dat wordt er niet minder op met deze wet. Mijn vraag aan de minister — ze is al aan de slag — is wat haar eerste bevindingen zijn. Kan deze wet met deze middelen goed worden uitgevoerd? We zien dat de politie, het Openbaar Ministerie en justitie, net als bijna alle sectoren in Nederland, kampen met grote schaarste en de gevolgen die dit heeft. Er liggen heel veel zedenzaken op de plank. Dat heeft een enorme invloed op de slachtoffers, op de omgeving van de slachtoffers, maar ook op de samenleving als geheel. Het voelt niet goed als een dader vrolijk verder leeft, terwijl het slachtoffer kampt met de gevolgen. Om dat aan te pakken wordt er in specifieke eenheden van de politie gewerkt met extra bijstand van andere rechercheurs, de Koninklijke Marechaussee en politievrijwilligers, vaak oud-politierechercheurs. En er is een Actieplan versterken ketenaanpak zedenzaken van het Ketenberaad. Kan de minister aangeven hoe dat loopt? Zien we daarvan al iets terug in de cijfers? Loopt de tijd terug dat er moet worden gewacht op behandeling van zedenzaken? Of leidt het toenemend aantal aangiftes juist tot oplopende werkvoorraden, oplopende doorlooptijden en dus ook oplopende wachttijden? We zullen niet gemakkelijk zomaar de capaciteit kunnen uitbreiden, gezien ook de krapte op de arbeidsmarkt. Hoe zorgen we er dan toch voor dat we deze wet goed uitgevoerd krijgen en deze wet gehandhaafd kan worden? Hoe zorgen we ervoor dat dit voldoende prioriteit heeft, ook op lokaal niveau?

De minister heeft al flinke inspanningen gedaan: een toevoeging van 110 fte aan extra capaciteit voor de uitvoering van deze wet en 3 fte aan extra docenten. Ook de algemene politiecapaciteit is fors uitgebreid en daarnaast kondigt de minister nog verdere uitbreiding aan in een nota naar aanleiding van het tweede verslag. Dit is superbelangrijk en het heeft de volle steun van mijn fractie. Maar de uitstroom is nu al groter dan de instroom en de politie luidt de noodklok over rechercheurs op leeftijd die nog gaan uitstromen. Kan de minister hierop een reactie geven? Hoe zorgen we dat we daadwerkelijk meer capaciteit hebben en dat dit niet beperkt blijft tot een uitbreiding op papier, namelijk een uitbreiding van vacatures. Dat geldt uiteraard voor de hele justitiële keten. Capaciteitsuitbreiding kent haar grenzen, zeker als we kijken naar de enorme toename aan fte bij de totale overheid. We moeten om resultaat te behalen veel slimmer en creatiever opereren. De minister doet dat door de inzet van buitengewoon opsporingsambtenaren en de inzet van oud-rechercheurs. Mijn fractie is van mening dat we daarnaast moeten digitaliseren en automatiseren, waar dat kan en helpt. We moeten de administratie versimpelen en kijken naar verbeteringen in de procedures. Kortom, we moeten fors inzetten op innovatiever werken. Ik hoor graag de mening van de minister hierover. Naar mijn mening is dit een van de belangrijkste opgaven voor de komende periode.

De tijd tussen aangifte en behandeling van een zedenzaak kan heel lang zijn en dat is ontzettend moeilijk voor een slachtoffer. Kan de minister al iets zeggen over de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek dat de Raad voor de rechtspraak doet naar de automatische koppeling van de politie naar een slachtofferadvocaat en Slachtofferhulp Nederland? Kan zij iets zeggen over de stroomlijning van de hulp voor slachtoffers en het makkelijker vindbaar maken daarvan?

Voorzitter. Het betreft hier complexe misdrijven om te bewijzen. Dat het gebruik van geweld en het bieden van verzet niet doorslaggevend zijn voor een veroordeling, vind ik echt winst. Het is al ingewikkeld om seksuele misdrijven aan te tonen, omdat er meestal niemand anders bij is, en dat wordt er niet eenvoudiger op. Seks heb je niet na het tekenen van een verklaring. Het lezen van je partner voor de seks gaat de een beter af dan de ander. Veel is impliciet en vaak is ook drank in het spel, wat het oordeelsvermogen ook niet bevordert. Er is ook een andere kant. Valse aantijgingen zijn ingrijpend voor de onterecht aangeklaagde. Wij delen de mening van de politie, het Openbaar Ministerie en de minister dat strafrecht alleen de oplossing niet gaat zijn, maar dat preventie, voorlichting en educatie doorslaggevend zijn. Strafrecht is het sluitstuk. Het begint in de samenleving.

In het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld werken drie ministeries, OCW, SZW en JenV samen. Goed dat dit zo breed wordt opgepakt, want dat is ook nodig. Juist omdat dit een cruciaal aspect is om een belangrijke verandering in Nederland te bewerkstelligen, is het belangrijk dat dit actieprogramma daadwerkelijk het verschil gaat maken. Hoe ziet de minister dat? We kennen eerlijk gezegd nogal wat overheidsplannen, actieplannen, die goedbedoeld zijn, maar weinig effectief. Hoe zorgen we er in Nederland voor dat er echt iets gaat veranderen? Hoe herbevestigen we de norm dat je vooraf bij elkaar expliciet nagaat of seks gewenst is of niet, een principe dat voor iedereen helder moet zijn: dat nee nee is en niet wordt uitgelegd als hard to get?

Na alle schandalen over de laatste decennia, is het in de filmwereld, in de tv-wereld, in de sport, in de kerk, in de zorgwereld, in de politiek en in het bedrijfsleven blijkbaar in sommige kringen nog steeds zo dat gedacht wordt dat seks erbij hoort om hogerop te komen of om jezelf te kunnen handhaven. Het naar buiten brengen van deze schandalen is blijkbaar onvoldoende. Er is dus op alle fronten door ons allemaal actie nodig. De strafverzwaringsgrond voor daders die ernstige zedenmisdrijven plegen tegen mensen in afhankelijkheidsrelaties en -posities is heel helder en heel nodig, maar de ervaring leert dat deze norm nog steeds niet overal wordt geaccepteerd in de praktijk en dus is er op alle fronten door ons allemaal actie nodig.

Er is ook de zorgelijke ontwikkeling van een groeiende groep jongeren die een nogal ongelijkwaardig, zo niet discriminerend beeld heeft van wat wel en wat niet kan. Om dat te keren is er op alle fronten door ons allemaal actie nodig. Ik zeg maar even dat het allemaal begint bij de opvoeding van kinderen. Het begint dus ook bij de educatie van de ouders. Het mag niet zo zijn dat onze vrijheid niet voor iedereen in dit land geldt. Complimenten voor Femke Halsema, die als burgemeester van Amsterdam actief het gesprek met jongeren hierover aangaat. Wij vinden dat de overheid het commitment moet aangaan om deze normen actief en over een langere periode over te dragen op een manier waarop verschillende doelgroepen worden bereikt. Want er zijn ook tegenkrachten, heel sterke tegenkrachten, die vaak veel meer invloed hebben. Ik denk maar even aan een influencer als Andrew Tate, maar hij is zeker niet de enige die een heel ander normenkader propageert. Daar moet je dus in de praktijk tegenop boksen. Wordt hier nu planmatig over een langere periode over de volle breedte van het kabinet aan gewerkt op een andere manier, die wel impact gaat hebben?

Tot slot, voorzitter. Het lijkt nogal complex als je deze wet leest, zeker voor een niet-jurist, maar het maakt nogal wat uit of je opzettelijk seksuele grenzen overgaat of dat je hebt nagelaten om te verifiëren of je seksuele grenzen overgaat, of er sprake is van aanranding of van verkrachting en of je slachtoffer minderjarig is. Het maakt nogal wat uit of je geweld gebruikt of niet. Natuurlijk staat niet iedere situatie in deze wet. Dat is schier onmogelijk. Net zoals dat het geval is bij vele andere wetten, zal dit zich in de praktijk moeten uitkristalliseren. Kan de minister toezeggen dit goed te monitoren opdat we als dit in de praktijk niet goed gaat tijdig als wetgever kunnen bijsturen?

Voorzitter. Veiligheid is een belangrijke voorwaarde om je vrij te kunnen voelen, om jezelf te kunnen ontplooien, om erop uit te trekken, om je eigen keuzes te kunnen maken, om je eigen leven te leiden. En dat ligt mij na aan het hart. Vrijheid is er niet alleen voor de groep Nederlanders die het sterkste is. Die tijd is lang voorbij. Op papier. Het blijkt dat we er iedere dag allemaal aan moeten blijven werken om dat ook in de praktijk zo te laten zijn.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Schippers. Mijn hartelijke gelukwensen met uw maidenspeech. Staat u mij toe om iets van uw achtergrond te schetsen.

U studeerde politicologie aan de Rijksuniversiteit Leiden. Na uw afstuderen ging u al snel aan de slag bij de Tweede Kamerfractie van de VVD, eerst als persoonlijk medewerker van Dick Dees en later als beleidsmedewerker Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Vervolgens werkte u enkele jaren bij VNO-NCW voordat u in 2003 terugkeerde in de Tweede Kamer, dit keer als volksvertegenwoordiger. Na zeven jaar "aan de overkant", zoals we dat hier zeggen, werd u in 2010 minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Die functie vervulde u zowel in het eerste als in het tweede kabinet-Rutte. In 2017 besloot u de politiek te verlaten. Wel was u nog verkenner na de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 en enige tijd informateur van wat uiteindelijk het derde kabinet-Rutte zou worden.

Zelf werd u president van DSM Nederland en DSM Europa. Sinds mei 2023 bent u Global Project Director Real Estate bij DSM-Firmenich, om vervolgens een maand later terug te keren in de politiek, als lid van de Eerste Kamer én voorzitter van de VVD-fractie. Al was dit gebouw u vreemd, de Eerste Kamer was dat allerminst. Als minister heeft u hier menig debat gevoerd, waarvan u zich de behandeling van de Wet verbod verticale integratie vast nog herinnert. Het wetsvoorstel werd verworpen, mede doordat drie senatoren van coalitiegenoot Partij van de Arbeid tegenstemden. Zij waren bang voor een beperking van de vrije artsenkeuze. Het zorgde bijna voor een vroegtijdig einde aan het kabinet van VVD en Partij van de Arbeid. Het zou een understatement zijn als ik zeg dat u "not amused" was.

In 2019 zei u in een interview in Elsevier: "Toen ik begon, kwam het niet in me op om minister te worden. Ik heb nooit een heel duidelijk carrièreperspectief gehad, zo van: op die stoel wil ik zitten. Ik heb altijd mijn hartstochten gevolgd." Dat bleek ook uit uw maidenspeech. En u zei: "Eigenlijk weet ik nog steeds niet wat ik wil worden. Dat klinkt raar als je mijn leeftijd hebt." En hier staat u dan, wellicht vroeger niet geambieerd, maar wel op uw plek als lid van deze Kamer.

Nogmaals van harte gefeliciteerd met uw maidenspeech.

Dan geef ik thans de collega's de gelegenheid de leden Marquart Scholtz en Schippers te feliciteren met hun maidenspeech, maar niet dan nadat ik hen als eerste heb gefeliciteerd. Ik verzoek deze leden zich op te stellen voor het rostrum voor de felicitaties.