Plenair Marquart Scholtz bij voortzetting behandeling Wet seksuele misdrijven



Verslag van de vergadering van 19 maart 2024 (2023/2024 nr. 24)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.16 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Marquart Scholtz i (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb nog een paar losse punten. Het punt waarmee ik wil beginnen, na dank te hebben gezegd aan de minister voor haar antwoorden, is dat ik één antwoord heb gemist, tenzij ik niet goed heb opgelet, hoor. Ik had de minister gevraagd of zij kon toezeggen dat bij de keuze voor rechters en officieren die nieuw worden aangesteld, in de sollicitatieprocedure alleen maar op kwaliteit en pluriformiteit zal worden gelet. Dat vindt de BBB namelijk van groot belang.

Ten tweede de evaluatie. Wat bedoelt de minister met een nulmeting? Hoe gaat dat? Dan heeft ze het over een campagne met branded content. De BBB hecht zeer aan het gebruik van de Nederlandse taal, ook in dit huis. Misschien kan de minister zeggen wat dat precies is. Waar zitten de aandachtspunten in die branded content? Wat is de inhoud van die branded content?

Ten derde. Ik heb het gehad over de normadressaat. De minister heeft mijn vraag beantwoord op een naar mijn mening nogal korte wijze, met verwijzing naar de aanwijzingen waarover de Raad van State, terecht, zeer kritisch is geweest. Het Wetboek van Strafrecht uit 1886, het handboek van iedere strafrechtjurist, dat hij zo ongeveer als een bijbel naast zich op het nachtkastje heeft, een schepping van minister Modderman, de grote rechtsgeleerde uit die tijd, is een fraai en duurzaam staaltje wetgeving. Elke strafrechtjurist werkt daarmee, zoals gezegd. Hoewel er wijzigingen zijn aangebracht ter modernisering, functioneert het nog steeds zeer naar behoren. Maar de thans voorgestelde wijziging van de normadressaat doet het wetboek naar de mening van de BBB domweg geweld aan.

Vergelijk het eens met een mooi hockeyveld, met een grasmat van groen kunstgras. Een onderhoudsfirma heeft er al wat kleine werkzaamheden aan verricht aan de randjes en dat is niet zo goed uitgevallen: de kleur wijkt wat af. Er is nu echter een grote reparatie nodig, want het veld is versleten en vooral bij de middenstip is een heel stuk kaal. Weer wordt die firma ingehuurd, zeer tegen het advies van een deel van het bestuur in, maar goed, die firma komt weer. Het ongeluk wil dat de bedrijfsleider van die firma, een voormalig ambtenaar van Buitenlandse Zaken, naar een cursus diversiteit is geweest. Wat blijkt? Als de schuttingen zijn weggehaald, is de hele middenstip knalblauw geworden in plaats van groen. Dat is wat er nu met het wetboek gebeurt: het wordt gedenatureerd.

Dan heb ik nog een vraag aan de minister over de straftoemeting. Teneinde de slachtoffers van nieuwe delicten niet blij te maken met een dode mus — lees: met een lage straf wellicht of zelfs met enkel een taakstraf — zullen er in ernstige gevallen gevoelige straffen dienen te worden gerekwireerd door het Openbaar Ministerie. Welnu, het College van pg's stelt op grond van artikel 130 van de Wet op de rechterlijke organisatie strafvorderingsrichtlijnen vast. Te verwachten is dat, nu er nieuwe zedendelicten bij komen, die richtlijnen zullen worden aangepast. Kan de minister toezeggen dat ze, voordat de richtlijnen voor de nieuwe delicten uit deze titel worden vastgesteld, de Staten-Generaal omtrent de inhoud van die richtlijnen zal informeren?

Ten slotte, voorzitter. Het is bijna lente, en wel morgen. Dan zou je verwachten dat er weleens lentekriebels kunnen uitbreken. Die zijn ook uitgebroken, op de scholen in Nederland, maar niet deze week of de komende week, nee, een paar weken geleden al. Die week is verplaatst in verband met de ramadan en die heeft toen plaatsgevonden. Ik heb een boekje gekocht in het kader van de Week van de Lentekriebels, want ik wilde toch weleens lezen wat er aan de hand is. Ik ging dus naar een goede boekhandel op de Lange Poten — ik zal u de naam niet noemen — en ik vroeg aan de lichtelijk verbijsterde vrouw achter de kassa of ik het boekje Zin in jezelf kon kopen. Dat kon. Dat werd voor mij besteld. Ik heb er €10,80 voor betaald en van de inhoud kennisgenomen. Ik moet u zeggen: naast de voorlichting, puur feitelijk, die erin staat, staan er ook zeer indringende zaken in die aan jongeren in de groepen 1 tot en met 8 worden verteld. Dit boekje is bedoeld voor de bovenbouw, maar het is niet uit te sluiten dat het ook in handen van jongere kinderen valt. Ik zou aan de minister willen vragen of zij eens kan reflecteren op de verenigbaarheid van dit soort voorlichting met dat strafbaar gestelde feit in artikel 251, lid 1, sub a.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Marquart Scholtz. Dan is het woord aan mevrouw Schippers namens de VVD.