Verslag van de vergadering van 16 april 2024 (2023/2024 nr. 29)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 9.02 uur
Mevrouw Van Langen-Visbeek i (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Welkom collega-Eerste Kamerleden, iedereen die meeluistert, in het bijzonder de staatssecretaris en uiteraard de Groningers. Ik ben een nieuwe woordvoerder op dit langslepende onderwerp en ineens krijg ik te maken met de enorme emotionele druk waarmee dit debat gepaard gaat. Daarom ben ik vrijdag nog naar Groningen geweest, want wij van de BBB vinden het belangrijk om mét de Groningers te plaatsen in plaats van óver de Groningers.
Voorzitter. Toch wil ik wat kwijt over de aanloop naar dit debat. Die verdient in mijn ogen niet de schoonheidsprijs. Kamerleden werden in een bepaalde groep geplaatst, zo van: jij stelt vragen over de beëindiging van de gaswinning in Groningen, dus jij bent tegen de sluiting. Daar kunnen wij kort over zijn: de kraan gaat wat de BBB betreft definitief dicht.
Voorzitter. Het feit dat je alles mag zeggen betekent niet dat je als politicus dit soort dingen moet zeggen. Caroline van der Plas zei het al in de HJ Schoo-lezing. "We spreken wel, maar we praten niet. We horen wel, maar we luisteren niet. Iets kan niet goed zijn als het niet in mijn wereldbeeld past of door gelijkgestemden wordt verkondigd." In de Tweede Kamer, bij uitstek de plaats waar een open gesprek gevoerd zou moeten worden, gebeurt dit aan de lopende band. Dit leidt tot kuddegedrag en verlies aan vertrouwen in de politiek, en nu ook in de Eerste Kamer.
Voorzitter. Deze manier van polariseren zaait onveiligheid in de samenleving, in ieder geval zaait het grote onrust in Groningen. Terwijl de Groningers juist duidelijkheid, stabiliteit en rust nodig hebben. Wij volksvertegenwoordigers pakken onze rol niet meer, de rol van de Eerste Kamer als chambre de réflexion, waar nogmaals inhoudelijk het gesprek gevoerd kan worden, juist bij onderwerpen die de Tweede Kamer vrijwel unaniem hebben gepasseerd.
Antwoorden die door de staatssecretaris in de Eerste Kamer worden gegeven, hebben een juridische waarde. Als je de Groningers echt zekerheid wilt geven, dan moet je in de Eerste Kamer je huiswerk gedaan hebben. De Tweede Kamer voert het politieke gesprek.
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Mevrouw Van Langen-Visbeek komt hier met een soort van reflectie op wat er twee weken geleden gebeurd is in commissiekamer 1 van deze Kamer. Ik hoor haar zeggen dat deze manier van politiseren niet goed is en onrust heeft veroorzaakt. Maar dan heeft mevrouw Van Langen-Visbeek van de BBB-fractie het, neem ik aan, ook over de rol van haar eigen fractie en die van andere fracties die toen om uitstel vroegen, toch?
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Nee, ik heb het juist over hoe dat geframed werd. Het enige wat wij vroegen was de gelegenheid om vragen te stellen. Wij zijn altijd tegen de sluiting geweest, maar ja, omdat je dan vragen wilt stellen, ben je dus ineens niet meer tegen die sluiting. Dat was gewoon framing en dat was gewoon niet goed.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Met alle respect, dat is gewoon niet waar. Zo is het niet gegaan, en dat weet mevrouw Van Langen-Visbeek ook heel goed. De staatssecretaris weet dat ook heel goed; hij heeft toen ook in het commissiedebat dat de dag daarna plaatsvond in de Tweede Kamer geciteerd uit het commissiedebat hier in de Eerste Kamer. Het beslispunt van die dag was, zo stond heel helder geformuleerd, of de commissie kon instemmen met nog een tweede vragenronde. Die vragen zouden dan die vrijdag ingeleverd en ook meteen beantwoord kunnen worden, zodat we vorige week hadden kunnen debatteren. In die extra vragenronde was dus reeds voorzien. Maar waar de BBB-fractie om vroeg, bij monde van de VVD-woordvoerder, de heer Van den Berg, was om uitstel tot na afronding van een geheel andere wet, die behandeld zou gaan worden, gaat worden in de Tweede Kamer, namelijk een wet rondom de gasmarkt en leveringszekerheid. Zo is het gegaan. Ik zou mevrouw Van Langen-Visbeek aanraden het commissiedebat nog een keer terug te kijken.
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Nou, ik heb het teruggekeken en ik weet zeker dat het niet zo bedoeld is. Het kan misschien zo gezegd zijn, maar onze intentie is altijd geweest om zo snel mogelijk te sluiten. Alleen, wij moeten ook ons werk doen. Er zijn nog vragen — daar kom ik nog verder op terug in dit verhaal — maar het werd gebracht alsof wij heel lang wilden … Dat is gewoon niet waar en het is ook heel jammer, ook richting de Groningers — dat is ook wat ik hier zeg — dat hier onrust mee veroorzaakt is. Ik denk dat je daarover na zou moeten denken als je zoiets framet.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Van Apeldoorn.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Nee, de BBB-fractie, zo zeg ik tegen mevrouw Van Langen-Visbeek, had moeten nadenken over wat de gevolgen zouden zijn van het procedurevoorstel dat de VVD ook namens de BBB-fractie deed. Het procedurevoorstel was om eerst af te wachten wat er in de Tweede Kamer zou gebeuren met die hele andere wet. Dat is letterlijk zo gezegd. Dat heeft de onrust veroorzaakt. Ik neem er dus echt afstand van dat de BBB-fractie hier nu zegt dat het een framing is geweest van andere fracties die voor onrust heeft gezorgd en voor woede en onbegrip in Groningen. Daar zijn de fracties verantwoordelijk voor die dat procedurevoorstel hebben gedaan. Dus mevrouw Van Langen-Visbeek moet echt even goed nadenken over wat ze nu zegt, want het is echt onjuist.
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Wat de heer Van den Berg gezegd heeft, wist ik natuurlijk niet. Ik heb daar alleen van begrepen dat we nog één ronde vragen gingen doen, niet meer en niet minder. En "niet meer en niet minder" heb ik ook gezegd, hoor je als je dat naluistert. Dus dan denk ik: je wordt in een bepaalde hoek gezet omdat je één week extra vragen wilt stellen. Nou ja, nogmaals. Ik zeg het nog maar eens voor een derde keer: de kraan gaan wat de BBB betreft gewoon definitief dicht. Daar gaan we het vandaag nu verder over hebben, als u het goedvindt voorzitter. Ja?
De voorzitter:
De heer Crone namens GroenLinks-PvdA.
De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):
Het is denk ik voor de geschiedschrijving wel goed om eerlijk te zijn. Iedereen zegt "het is zwart" en alle media en ook de staatssecretaris hebben gezien dat er werd gevraagd om uitstel totdat er meer zekerheid was over leveringszekerheid. Daar werd om gevraagd. Toen hebben anderen gezegd: we zouden het debat vorige week al hebben. Dat was ons voorstel geweest, zelfs al eerder. Toen is echt gevraagd om uitstel en er waren al 40 pagina's antwoorden over leveringszekerheid, 40 pagina's. Toen is echt het frame heel duidelijk neergezet door de VVD en de andere fracties die het voorstel gesteund hebben, ook uw fractie: we willen eerst zekerheid over leveringszekerheid. Pas daarna bleek, na die gesprekken … De heer Van den Berg is wat dat betreft wel open en eerlijk geweest en heeft in interviews gezegd: ik wist niet dat het zo lang zou duren, maar dat was niet mijn bedoeling. Het zou u sieren als u ook zegt: het is niet de schuld van de anderen dat ze ons verkeerd begrepen hebben. Als zwart zwart is, moet u niet zeggen dat het wit is.
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Ik zeg ook niet dat het zwart is of wit. Ik weet alleen hoe ik het zelf begrepen heb en daar ga ik nu vanuit. En hoe je dat dan ervaart, als dat zo groot geframed wordt door iedereen, terwijl je zelf weet dat je dat niet zo bedoeld hebt. Dus nou ja, goed. Dat is even een gevoel dat ik wil weergeven.
De heer Van der Goot i (OPNL):
Ik begrijp uit uw woorden dat u iets niet bedoeld had. Dat kan zo zijn, maar dat u zegt dat de framing ligt aan de andere fracties, dat werpt mijn fractie verre van zich. De heer Crone en de heer Van Apeldoorn van de SP hebben dat keurig verwoord en daar sluit ik mij graag bij aan, namens die Groningers. Dit moet ophouden. Gaat u graag verder met het inhoudelijke debat, zeg ik tegen de voorzitter.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog, maar niet nadat de Partij voor de Dieren ook nog bij monde van mevrouw Visseren-Hamakers een korte interruptie heeft geplaatst.
Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):
Dank u wel. Zou mevrouw Van Langen dan hier ter plekke willen zeggen dat ze het inderdaad niet zo bedoeld had of kan ze haar excuus aanbieden voor de verwarring die is ontstaan, zodat ze inderdaad afstand neemt de verwarring die is ontstaan in onze commissievergadering twee weken geleden? Want ze was wel degelijk onderdeel van een groep partijen die niet alleen om een tweede schriftelijke ronde vroeg, maar om een combinatie van twee dossiers en dus om uitstel van ons besluit hier in de Eerste Kamer. Dus wil u dan daar vandaag afstand van nemen?
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Nee, want ik heb dat echt niet zo bedoeld. Wij hadden alleen naar aanleiding van die eerste ronde nog één ronde vragen. Er is ook niets aan de hand. We staan hier gewoon de zestiende. We gaan gewoon sluiten. Dan denk ik: waarom is dit zo groot gemaakt? Het maakt je werk en ook uw werk niet, hoor. Dus laten we met z'n allen afspreken dat we gewoon gezamenlijk die procedurevergaderingen houden voor wat ze zijn: procedurevergaderingen.
De voorzitter:
Mevrouw Visseren, tot slot.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Volgens mij waren we dan bij verschillende procedurevergaderingen. Het was volstrekt helder dat het niet alleen om een tweede schriftelijke ronde zou gaan, want anders was al die ophef en ook die onhelderheid in Groningen en in heel het land niet ontstaan. Het ging echt om uitstel van het besluit om het Gronings gasveld te sluiten. Ik begrijp niet hoe u nu een heel ander idee heeft van wat er twee weken geleden op 2 april is gebeurd in onze commissievergadering.
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Ik kan er niks aan doen dat u dat verkeerd begrijpt.
De heer Van Apeldoorn (SP):
"Dat u dat verkeerd begrijpt"? Ik neem aan dat mevrouw Van Langen-Visbeek toch ook gewoon geluisterd heeft naar wat er gezegd is tijdens die vergadering. Er is ook gezegd door de woordvoerder van de VVD dat hij verwachtte — daar heeft hij zich dus in vergist — dat we het dan in ieder geval nog konden afronden voor het einde van dit gasjaar. Dat is 1 oktober. Dat was met verwijzing naar die andere wet waarvan de behandeling nog moest beginnen in de Tweede Kamer. Dan heb je het dus in ieder geval al over een uitstel van een halfjaar. Dan heb je het niet over een tweede vragenronde.
De heer Van den Berg sprak ook namens u, zeg ik via de voorzitter tegen mevrouw Van Langen-Visbeek. Er werd toen gezegd door BBB: er zal straks een procedurevoorstel gedaan worden namens mijn partij. Het werd ook gezegd door de PVV en andere partijen. Iedereen kan het nog een keer nalezen. Nogmaals, ik zal het daarbij laten, maar ik heb er grote moeite mee dat de BBB-fractie het hier nu heeft over framing door andere partijen terwijl de onrust is veroorzaakt door BBB en de andere partijen die met dat procedurevoorstel kwamen. Wat mij betreft — ik sluit me ook aan bij de vorige spreker — zou excuus richting de Groningers bij wie die onrust daardoor ontstaan is, heel erg op zijn plaats zijn.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog, mevrouw Van Langen.
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Ik vind dat we gewoon moeten proberen om goed met elkaar om te gaan en dit niet zo op de spits te drijven, maar goed.
De Eerste Kamer toetst wetgeving op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. We zijn dan ook verheugd om te zien dat de staatssecretaris ervoor heeft gekozen om niet direct in de Tweede Kamerbankjes te gaan zitten, maar vandaag het gesprek aan te gaan met de Eerste Kamer. Graag horen we van de staatssecretaris hoe hij op zijn rol terugkijkt. De BBB-fractie gaat, zoals beloofd, de gaswinning in Groningen per direct stoppen, omdat de veiligheid van de Groningers in het geding is. De fractie vindt het belangrijk dat er een goede strategie ligt om Nederland definitief zonder Gronings gas te verwarmen. De vraag aan de staatssecretaris is: is die strategie er, en zo ja, kunt u ons die toesturen? Zo nee, kunt u ons toezeggen dat die er zo snel mogelijk komt? Het is namelijk belangrijk om snel duidelijkheid te hebben over hoe we verdergaan zonder Gronings gas en het gas in de Waddenzee. Daarvoor vragen we een viertal toezeggingen van de staatssecretaris.
Eén. In verschillende landen, zoals Duitsland, hebben ze de aardgaswinning al genationaliseerd, zodat ze minder afhankelijk zijn van het buitenland. De vraag aan de staatssecretaris is: gaan we die kant ook op in Nederland met EBN?
Twee. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de versnelling van gaswinning op de Noordzee? Komt er een Noordzeegasinvesteringsplan en gaat u de vergunningverlening versnellen?
Drie. Kunt u ons toezeggen dat er voldoende opslagcapaciteit is en de opslagen goed gevuld blijven? Dat wil zeggen ten minste 90%, als dat nodig is.
Vier. Blijft er ondanks de oorlog in Oekraïne en de situatie in Israël genoeg lng beschikbaar uit Amerika en Arabische en Aziatische landen en wordt daarvoor de tijdelijke vergunning voor lng in de Eemshaven verlengd? De fractie van BBB wil die duidelijkheid en benadrukt nogmaals niet de deur op een kier te willen houden om te profiteren van gasgeld, zoals in de commissie door sommige partijen werd beweerd. Het Groningenveld moet nu direct worden afgesloten.
Voorzitter. Er zijn in het verleden te vaak beloftes aan Groningen niet nagekomen. Niet voor niets staat voorop ons verkiezingsprogramma "Van Vertrouwenscrisis naar Noaberstaat". Gasunie Transport Services, GTS, brengt jaarlijks in januari een advies uit over hoe Nederland zeker is van gas in het komende gasjaar. De Gasunie ziet in dat advies alleen een potentieel gastekort als het in de winter een etmaal tussen de -11 en -14 graden wordt. In combinatie met de storing in de gasopslag van Norg zou dat problematisch kunnen zijn. Omdat die lage temperatuur de afgelopen twaalf jaar maar drie keer is voorgekomen, schat het kabinet dat in als een te verwaarlozen risico. Maar wat als we weer een winter krijgen als die van '97, of '86 en '87? De gasopslag in Norg is de afgelopen zeven jaar maar één keer uitgevallen. Maar wat als dit toch gebeurt? Bij de dijkversterking houden we rekening met scenario's van eens in de 10.000 jaar. Ik vraag aan de staatssecretaris: zou hier geen risicoanalyse van gemaakt moeten worden, zeker in de huidige geopolitieke situatie? En gaat u dat ook doen?
Zijn er genoeg alternatieven en zijn die snel beschikbaar? De meest voor de hand liggende oplossing is investeren in duurzame energie. Hiermee slaan we twee vliegen in één klap. Met duurzame energie ben je minder afhankelijk van gas, waardoor de kosten lager zijn en je geen schade toebrengt aan het klimaat. Denk hierbij aan kernenergie, warmtepompen en zonnepanelen op dak. Voorlopig lijkt het er echter nog niet in te zitten dat we als land volledig kunnen overstappen op duurzame energie. Het stroomnet zit vol. Recent lazen we in de krant dat onze havenfaciliteiten niet voldoende zijn voor de grote windmolens op zee. Er moeten enorme uitbreidingen plaatsvinden op hoog- en laagspanningsnetten. Er komen schadelijke stoffen vrij van de wieken. De visserijsector wordt nog verder beperkt. De fractie van BBB heeft grote moeite met de nadelige gevolgen van windmolens. Toen ik afgelopen dinsdag naar huis reed, was er een huisarts op de radio die steeds meer patiënten krijgt die lijden aan slapeloosheid door het geluid van windmolens.
De plannen om kerncentrales te bouwen worden steeds ingewikkelder. Er zijn nu eenmaal dagen dat de wind niet waait en de zon niet schijnt. Ik vraag aan de staatssecretaris: gelooft u nog steeds in de oplossing van windparken op zee? Wat heeft het kabinet tot op heden gedaan of gaat het doen om de inzet van kernenergie te versnellen? In Oekraïne schijnt het in vijf tot zeven jaar te lukken om twee kernreactoren te bouwen en dat is een land in oorlog. Dus wie weet komt u met een mooie oplossing om de inzet van kernenergie te versnellen. Wij zijn benieuwd!
BBB wil dat energie ook zonder het Groningenveld in de toekomst betaalbaar, beschikbaar en betrouwbaar blijft. BBB wil de toezegging van de staatssecretaris dat hij met een toekomstplan komt om dat te garanderen en dat hij ons van de uitvoering ervan op de hoogte houdt. De veiligheid van de Groningers staat voor ons voorop. Sluiting moet snel, slim en veilig. De bevingen die er nu nog zijn, komen door drukverschillen. Gaat u onderzoeken wat de beste manier is om de drukverschillen te verkleinen? Graag een toezegging.
Dit besluit zorgt voor meer druk op de gaswinning in de Noordzee en in de zogenaamde kleine gasvelden. De schadeafhandeling van de kleine velden gaat anders dan de schadeafhandeling van het Groningenveld. In de antwoorden op onze vragen lezen we dat het klopt dat van de meer dan 300 gemelde schades een deel nog niet is afgehandeld, maar ook dat van de meer dan 250 meldingen die wel zijn afgehandeld, geen enkele tot schadevergoeding heeft geleid. De fractie van BBB is bang dat hier weer dezelfde fouten worden gemaakt als in het verleden. BBB wil dat de regie voor de schadeafhandeling in Groningen, bij provincie en gemeentes komt te liggen, met minder regels en minder kosten. Voor elke uitgekeerde euro worden door het IMG 78 cent kosten gemaakt. Dat loopt op, want het was eerst 74 cent. En we willen een faciliterende rijksoverheid. Het uitgangspunt is daarbij simpel: elke woning in het aardbevingsgebied moet hersteld, veilig en verduurzaamd uit deze ellende komen. Gaat u zich hiervoor inzetten? Graag een toezegging van de staatssecretaris.
In antwoord op onze vragen zegt u omdat u demissionair bent niet te willen beslissen over verduurzaming van woningen buiten het aardbevingsgebied vanwege de kosten. De fractie van BBB denkt echter dat het inzetten op verduurzaming van woningen een deel van de belofte aan de Groningers inlost dat ze iets terugzien van de gaswinsten. We denken dat dit werkgelegenheid oplevert voor het mkb, de vraag naar gas daalt, het de energiearmoede in Groningen beperkt en het de tegenstellingen verkleint doordat nu in sommige gebieden de scheiding dwars door woonwijken loopt. Deze verduurzaming zou gefinancierd kunnen worden uit het Klimaatfonds. De vraag aan de staatssecretaris is: wilt u toezeggen dit alsnog te onderzoeken?
Sinds kort draait de stikstoffabriek in Zuidbroek. Op de website lezen we het volgende: "De stikstoffabriek brengt de komende tijd mogelijk geluidshinder met zich mee. Er worden machines opgestart en leidingen schoon-/afgeblazen; dat wil zeggen: een hoeveelheid restgas wordt verwijderd uit het systeem. Dat kan gepaard gaan met een krachtig geluid dat in de omgeving hoorbaar is. De meeste activiteiten vinden overdag plaats, maar het opstarten van de hoge torens die stikstof uit de lucht halen gaat ook 's avonds en 's nachts door. Hierbij kan het voorkomen dat er dan ook wordt afgeblazen." De vraag aan de staatssecretaris is: wat doet u om deze nieuwe bron van overlast aan te pakken?
Tot slot, voorzitter. t Het mooi west, ofwel het is genoeg geweest. Te lang hebben we het belang van de regio's ondergeschikt gemaakt aan het belang van de grootstedelijke gebieden. Naar mijn mening had dit nooit zo lang kunnen duren als het in de Randstad gebeurd was. De onbekendheid met de problemen in de regio was voor velen van ons allang bekend, maar werd pas echt onderbouwd in het rapport Elke regio telt! van het CPB. Rijksondersteuningsprogramma's duurden te kort of waren te kleinschalig. Wil de staatssecretaris toezeggen dat dit in Groningen niet het geval zal zijn? Laten we er samen voor zorgen dat de Groningers zich weer serieus genomen voelen. Dit geldt niet alleen voor de Groningers, maar voor alle mensen in de regio: de boeren, de burgers en de bedrijven. Daarnaast blijft de fractie van BBB zich inzetten voor minder regels.
Voorzitter, dank u wel. Tot slot ook dank aan mijn college Bart Kroon, die heel veel heeft gedaan in de voorbereiding van dit debat.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Langen. Mevrouw Visseren.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Dank u, voorzitter. Ik heb tussen alle vragen van mevrouw Van Langen geen nieuwe gehoord. Ik zou zo alle vragen kunnen beantwoorden, maar ik denk dat de staatssecretaris dat beter kan dan ik. Ik heb echt geen nieuwe argumenten gehoord van de fractie van BBB. Waarom heeft BBB op 2 april geprobeerd om besluitvorming over dit dossier uit te stellen terwijl ze eigenlijk geen nieuwe vragen heeft? Wat waren nou voor BBB de belangrijkste redenen om uitstel van dit besluit te willen bewerkstelligen?
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Wij wilden helemaal geen uitstel van het besluit. We hadden vragen en we willen van de staatssecretaris bevestigd hebben dat hij met bepaalde dingen bezig is, dat we daar verslag van krijgen en dat er wat aan gebeurt. Voor de rest is die sluiting en dat het zo snel mogelijk moet voor ons nooit in Frage geweest. Ik weet niet wat u nu weer suggereert, maar dat is gewoon niet zo.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Wat waren voor BBB de belangrijkste vragen die nog moesten worden beantwoord om tot deze besluitvorming over te gaan?
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Die heeft u net allemaal gehoord. Die kunt u zo beantwoorden, dus ik ben ook benieuwd naar het antwoord van de staatssecretaris.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Visseren.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Maar wat zijn, van de 30 vragen die u heeft gesteld, de 3 belangrijkste waarop u antwoord nodig had om tot besluitvorming over te gaan?
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Ze zijn allemaal even belangrijk. Als ik vragen stel, dan heb ik ook graag duidelijkheid en een goede beantwoording. Iets wat in mijn verhaal terugkomt, is bijvoorbeeld die schadeafhandeling. Dat is voor ons een heel belangrijk punt. Er zitten natuurlijk mensen nog op de afhandeling van hun schades te wachten. Het duurt veel te lang en het kost veel te veel geld. Het zou in onze ogen anders moeten. Zo zijn er wel meer dingen. Die vragen heb ik allemaal gesteld. Ik denk niet dat ik mijn hele betoog nog eens hoef te herhalen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Van den Berg namens de VVD-fractie.