Plenair Perin-Gopie bij voortzetting behandeling Wet verhoging minimumloon 2024



Verslag van de vergadering van 16 april 2024 (2023/2024 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.33 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan de minister en de staatssecretaris voor hun heldere antwoorden, al hebben die mijn fractie niet echt gerustgesteld.

Wij hebben nog altijd de zorg of er wel voldoende wordt gedaan om de mensen die voor een minimumloon werken uit de armoede te houden, of eruit te halen. Ook de minister erkent in haar beantwoording dat aanvullende maatregelen nodig zijn om armoede aan te pakken. De minister heeft vandaag aangegeven dat we voor de aanvullende maatregelen zullen moeten wachten op de formerende partijen. Het is me ook duidelijk geworden dat als die partijen dan met nieuwe voorstellen komen, het nog flink veel tijd zal kosten om die maatregelen door te voeren. Ik begrijp van de minister dat de snelheid waarmee wij deze wet voor het verhogen van het minimumloon willen doorvoeren, heel erg hoog is. Het heeft meer dan een halfjaar gekost, maar dat wordt dus al gekwalificeerd als "snel". Reken maar dat de hardwerkende werknemer die iedere maand geld te kort komt, een halfjaar niet zou kwalificeren als "snel". Een halfjaar duurt dan eindeloos. In een halfjaar tijd elke maand geld te kort komen, telt flink op in de schulden, in geld, maar ook in de mentale last, de stress en dus ook in de gezondheid van deze werknemers.

Ik kan niet anders dan concluderen dat we op deze debatdag vandaag beslissen over het dagelijks leven en de gezondheid van heel veel mensen. En toch is het in dit debat vooral erg veel gegaan over wat deze 1,2% voor de werkgevers betekent. Een goede en concurrerende werkgever betaalt zijn werknemer al langer meer dan het minimumloon. Die groep werkgevers, de overgrote meerderheid, heeft helemaal geen last van deze nieuwe wet. En daarbij wil mijn fractie niet voorbijgaan aan de werkgevers die deze verhoging wel moeten doorvoeren, ook als hun business daardoor onder druk staat.

Maar hoe zit het dan met de tol van armoede op de gezondheid van de werknemers? Wat betekent die dan wel niet voor die werkgevers? Leidt langdurige stress over of je in je huis kunt blijven wonen, over kiezen of je straks eten gaat kopen of je gasrekening kan betalen, over je afvragen of je ooit uit de oplopende schuld gaat komen niet onomstotelijk tot meer ziekte-uitval en op z'n minst tot een verlies aan productiviteit? Dat zou pas nadelig zijn voor werkgevers. Werkgevers hebben aan ziekteverzuim of aan werknemers met kopzorgen veel hogere kosten dan aan die 1,2% minimumloonsverhoging. Ik vraag de minister of zij dit zo meteen kan bevestigen.

De effecten voor werkgevers zijn niet alleen minimaal, maar zeker ook proportioneel. Laten we concluderen dat we vandaag niet één maar twee keer kunnen kiezen om een hele hoop mensen in een penibele situatie niet te laten bungelen. Wat Volt betreft is er vandaag niets naar voren gekomen dat die keuze in de weg staat. We moeten het vooral gewoon willen. En Volt wil dat we vandaag duidelijkheid geven en sneller verlichting bieden door deze verhoging van het minimumloon aan te nemen. Zodat we aan iedereen kunnen laten zien dat we in Nederland echt vinden dat de mensen moeten kunnen rondkomen van hun loon.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel mevrouw Perin-Gopie. Het woord is aan mevrouw Vos.