Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Begroting Defensie 2024



Verslag van de vergadering van 14 mei 2024 (2023/2024 nr. 31)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.52 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter, dank. Ook van mijn kant nogmaals mijn felicitaties en waardering richting collega Goossen voor zijn persoonlijk getinte maidenspeech.

Voorzitter. Als het gaat om Defensie, en dus ook de Defensiebegroting, wordt de toon al snel ernstig. Met de invasie van heel Oekraïne heeft Poetin de belangrijkste volkenrechtelijke norm, het geweldsverbod, aan zijn laars gelapt. Sindsdien woedt de grootschaligste oorlog op het Europees continent sinds 1945. Intussen lijkt er een nieuw IJzeren Gordijn in Europa te zijn neergelaten en zijn de VS en China in een koude oorlog verwikkeld. We leven inderdaad in een wereld die veel onveiliger is dan hij in decennia geweest is. Natuurlijk vindt ook mijn fractie daarom een sterke defensiecapaciteit om ons grondgebied te verdedigen, mocht het ondenkbare zich toch voordoen, belangrijk. En toch, toch is mijn fractie tegelijkertijd ervan overtuigd dat het antwoord op ons terechte gevoel van onveiligheid niet alleen kan zijn dat we alsmaar meer uitgeven aan Defensie, dat we onze bewapening telkens maar verder opvoeren. Sterker nog, steeds meer uitgeven aan wapens brengt het levensgrote risico met zich mee dat de wereld uiteindelijk juist nog onveiliger zal worden. We moeten en mogen ons niet neerleggen bij een nieuwe wapenwedloop.

Voorzitter. Volgens het gezaghebbende SIPRI, het Stockholm International Peace Research Institute, hebben de militaire uitgaven vorig jaar een nieuw record bereikt van 2.433 miljard dollar. Dat is de grootste stijging sinds 2009. Ik zie dat ik ruim in mijn tijd zit, want die begint nu pas te lopen. Vindt de minister dit met de SP-fractie niet een alarmerend record? Van de bijna 2.500 miljard aan mondiale militaire uitgaven neemt de NAVO maar liefst 55% oftewel 1.341 miljard dollar voor haar rekening. De wereldwijde militaire machtsbalans is nu dus al duidelijk in het voordeel van de NAVO. Is de minister dat in het licht van de feiten met mij eens?

De militaire uitgaven van de NAVO zijn van 2014 tot 2023 met 19% gestegen in reële termen. Terwijl de Nederlandse defensie-uitgaven in 2014 nog geen 8 miljard euro bedroegen, voorziet de begroting die we hier vandaag behandelen voor 2024 in 21,4 miljard aan militaire uitgaven. Rekening houdend met de inflatie is dat volgens mij bijna een verdubbeling in tien jaar tijd. Dit kabinet alleen al heeft de defensie-uitgaven met 40% laten stijgen. Mijn vraag aan de minister is: wanneer is het genoeg? Wil zij er echt nog eens een keer 2 à 2,5 miljard bij? Slaan we niet nu al totaal door met deze verdubbeling? De disbalans tussen de NAVO en de landen die de NAVO als bedreiging zien, wordt er zo enkel maar groter op. Kan de minister daarop reflecteren? Ook een onderzoeker van het SIPRI waarschuwt voor een mogelijke negatieve actie-reactiespiraal. Immers, zo leert ons het veiligheidsdilemma uit de leer der internationale betrekkingen: een versterking van de defensie van land A zal land B al snel zien als een bedreiging en daarmee als reden om zijn eigen militaire uitgaven te verhogen, wat vervolgens de onveiligheid in land A weer zal vergroten, dat in reactie zijn defensie nog verder zal opschroeven, enzovoort en zo verder. Aan het eind worden we er met z'n allen niet veiliger op. Dan heb je een wapenwedloop waar alleen de wapenindustrie en het militair-industrieel complex wel bij varen. Erkent de minister met mij dat gevaar? Erkent zij dat in ieder geval dat risico bestaat, en zo ja, hoe gaat zij daarmee om?

Het leeuwendeel van de 1,3 biljoen die de NAVO aan defensie uitgeeft, komt voor rekening van de Amerikanen. Maar toch geeft ook het Europese deel van de NAVO met 375 miljard dollar nog altijd drieënhalf keer zoveel uit aan defensie als Rusland. De economie van het Europese deel van de NAVO is meer dan tien keer zo groot als die van Rusland. Rusland, dat bovendien het grootste deel van zijn militaire slagkracht nu inzet in de oorlog tegen Oekraïne, een land dat het na meer dan twee jaar oorlog niet heeft weten te veroveren, ook niet met een Poetin die duidelijk niets om mensenlevens geeft, ook niet om de mensenlevens van zijn eigen soldaten.

We moeten, met andere woorden, de huidige en de toekomstige militaire slagkracht van Rusland en daarmee de mate waarin Rusland de NAVO überhaupt kan bedreigen weliswaar niet onderschatten, maar ook niet overdrijven. Dat gebeurt echter bij voortduring wel: door NAVO-generaals, door zogenaamde militaire deskundigen en van rechts tot helaas links in politiek Nederland. Ook deze minister maakt zich daar schuldig aan. In een recent interview met de NRC zegt ze volgens de krant: "Oekraïne zal niet het laatste maar het eerste land zijn dat wordt aangevallen." Heeft de minister dat echt zo op die manier gezegd? Zo ja, dan vind ik dat een verbazingwekkende maar eerlijk gezegd ook onverantwoordelijke uitspraak.

Om misverstanden te voorkomen: een Russische aanval op NAVO-grondgebied acht ik weliswaar onwaarschijnlijk, maar niet uit te sluiten. Alleen moeten hierbij twee fundamentele vragen gesteld worden en die stel ik ook aan de minister. Eén: is er reden om aan te nemen dat de NAVO niet in staat is om haar eigen grondgebied te verdedigen? Voor die stelling heb ik nog geen overtuigend bewijs gezien. De tweede fundamentele vraag is: dreigt hier het gevaar van — dan komt het Engels — een selffulfilling prophecy? Dat wil zeggen dat we het gevaar van een militaire confrontatie met Rusland dichterbij brengen door zelf ook meer bewapening als enig antwoord te zien en gevangen te raken in een oorlogslogica waarin elk perspectief op vrede achter de horizon verdwijnt. Graag een reactie van de minister.

Met het frame van een Russische dreiging die groter zou zijn dan ooit worden onze geesten rijp gemaakt voor een oorlogseconomie. Ook deze minister doet daaraan mee, bijvoorbeeld als ze wederom onze pensioenfondsen en onze banken oproept om de door u en mij opgebrachte pensioenpremies te gaan steken in de wapenindustrie. Een slechte zaak wat betreft de SP-fractie, zeker zolang we er niet zeker van kunnen zijn dat via de export in Nederland geproduceerde wapens niet ook in handen kunnen vallen van regimes die mensenrechten schenden. Het laatste wat wij in dit verband zouden moeten willen, is het deels uit handen geven van de zeggenschap over onze eigen wapenexport. Maar dat is precies wat dreigt te gebeuren als Nederland toetreedt tot het zogenaamde Verdrag van Aken, zoals het kabinet wenst, want dan komt de wapenexportcontrole te liggen bij de eindproducent. Dat is in de meeste gevallen niet Nederland, maar bijvoorbeeld een land als Frankrijk, waar vaak minder strenge normen gelden. Ziet de minister dit risico ook en, zo ja, hoe weegt zij dat? Dat past misschien bij het idee van een oorlogseconomie, maar dat is niet per se wenselijk.

Ik heb nog een vraag aan de minister en de staatssecretaris. We zien dat er vanuit Defensie een enorme claim wordt gelegd op de ruimtelijke ordening. Dat gaat onvermijdelijk ten koste van de woningbouw en energieprojecten. Mijn vraag is of dat aanvaardbaar is voor de minister.

Voorzitter, tot slot. De SP-fractie betreurt het ten zeerste dat ons land op Defensiegebied blijft samenwerken met een land dat niet alleen al 57 jaar een bezettingsmacht is, maar dat momenteel ook een verschrikkelijke oorlog voert tegen de bevolking van Gaza. Het is een nietsontziende oorlog. Volgens het Internationaal Gerechtshof is het plausibel dat dit een genocide is. Ik herhaal: een genocide. We zouden moeten komen tot een onmiddellijke tweezijdige wapenboycot van Israël: geen wapens van Israël en al helemaal geen wapens voor Israël. Maar als het aan deze regering ligt, doen we beide. We kopen voor een half miljard aan Israëlische raketartillerie, het zogenaamde PULS-systeem. Waarom zou je wapens willen kopen van een defensie-industrie van een land dat met de wapens van diezelfde industrie een bezetting in stand houdt en een genocidale oorlog voert? Graag een reactie van de minister en/of de staatssecretaris.

Tot voor kort — dat wil zeggen: totdat de rechter het verbood — was Nederland in militaire zin zelfs direct medeplichtig aan die waarschijnlijke genocide door de levering van F-35-onderdelen aan Israël. Mijn fractie vindt het onbestaanbaar dat de regering desondanks wil doorgaan met die levering. Wij vinden het ook onbestaanbaar dat de regering nog steeds de banden met het Israëlische bezettingsleger wil aanhalen middels het zogenaamde Status of Forces Agreement, dat nu door deze Kamer behandeld wordt. Ik doe bij dezen een beroep op de minister. Vanuit het respect voor het internationaal recht en voor artikel 90 van onze Grondwet en vanuit onze medemenselijkheid, nu we zien hoe er in Gaza dagelijks kinderen gedood worden door Israëlische bommen en granaten: trek het wetsvoorstel ter goedkeuring van dat verdrag in.

Ik dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Martens.