Plenair Hartog bij behandeling en stemming (zonder stemming aagenomen)



Verslag van de vergadering van 4 juni 2024 (2023/2024 nr. 34)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.09 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Hartog i (Volt):

Dank u, voorzitter. De Voltfractie stelt de antwoorden op de gestelde schriftelijke vragen zeer op prijs en bedankt de staatssecretaris en haar ambtenaren voor deze antwoorden.

Het thema van onze vragen betrof en betreft de kosten van de beschikbaarheidstelling van data, en dan met name dynamische data, en de eventuele verdeling van die kosten. Zonder de zeer duidelijke juridische basis van de antwoorden te willen herhalen, begrijp ik dat er zodanige veiligheidsmechanismen in de wet zijn ingebouwd dat de staatssecretaris op het gebied van oplopende kosten geen problemen verwacht. Is de staatssecretaris het met deze samenvatting eens?

Deze veiligheidsmechanismen resulteren uit de voorliggende wet in samenhang met de Wet hergebruik van overheidsinformatie. Er blijven voor de Voltfractie desalniettemin twee soorten vragen over. De eerste gaat over het maken van uitzonderingen en de administratieve kosten en de tweede soort heeft betrekking op de mogelijkheid om de gebruiker op vrijwillige basis te laten meebetalen.

In het eerste setje heeft mijn fractie de volgende vragen. De staatssecretaris stelt dat het aantal hergebruikers geen invloed heeft op de uitvoering van de wet. Bij een onverwacht hoog aantal kan een overheidsorganisatie een uitzondering inroepen op basis van technische beperkingen. Hoever kan dit gaan? Wie bepaalt wat een te hoog aantal is? Ziet de staatssecretaris een risico dat de rechter met die interpretatie wordt belast? Is de staatssecretaris van plan richtlijnen hiervoor op te stellen? Ten tweede. Gegevens moeten gratis ter beschikking worden gesteld, maar er is een mogelijkheid om marginale kosten in kosten te brengen. Geeft dit aan de verstrekkers geen administratieve rompslomp? Gelden administratieve kosten en opschaling van de infrastructuur als marginale kosten? Hoe moet dit worden doorberekend aan een op dat moment onbekend aantal hergebruikers? Ziet de staatssecretaris op dat punt een significant verschil tussen statische en dynamische gegevens?

In het tweede setje vragen heb ik eigenlijk maar één vraag. Hergebruikers zijn vaak best bereid om mee te betalen aan de verwerving en verwerking van de gegevens. Waarom wordt dit niet door de wet gefaciliteerd en wordt er niet aldus een collaboratief ecosysteem gecreëerd?

Tot slot, voorzitter, wil ik kort iets zeggen over artikel 1, lid 4 van de richtlijn zelf. Daarin staat expliciet dat de richtlijn geen afbreuk doet aan het Unierecht of het nationale recht betreffende de bescherming van persoonsgegevens. Hoe interpreteert de staatssecretaris dit in juridische zin? Er kan zich op een gegeven moment een casus voordoen die een spanning tussen de AVG en deze wet blootlegt. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om gegevens die voor hergebruik zijn overgedragen en waarvan achteraf komt vast te staan dat zij niet overeenkomstig de AVG zijn. Hoe is op dat moment de aansprakelijkheid geregeld? Staan de twee wetten naast elkaar of staat de ene wet boven de andere?

Voorzitter. Ik kijk uit naar de beantwoording van mijn vragen. Ik wil afsluiten met een korte persoonlijke opmerking aan de staatssecretaris. Ook vanuit mijn vorige functie hebben we heel goed samengewerkt op het digitale vlak. Dat was vanuit de Europese Commissie. Ik denk dat we samen heel hard hebben gewerkt aan mogelijkheden om ook gemeenten te digitaliseren en om dat te faciliteren. De staatssecretaris heeft ook ondertekend in het kader van de beweging Living-in.EU, juist om die 80.000 gemeenten in de Europese Unie gezamenlijk dit te laten aanpakken. Ik wil daarvoor mijn persoonlijke dank aan haar uitspreken.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Hartog. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Staatssecretaris, wenst u een schorsing?

Staatssecretaris Van Huffelen i:

Ja.

De voorzitter:

Van hoelang ongeveer?

Staatssecretaris Van Huffelen:

Een kwartiertje.

De voorzitter:

Een kwartiertje. Dan schors ik tot 14.30 uur. Ik vraag de aanwezigen om even naar het rostrum te komen.