Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Begroting Buitenlandse Zaken 2024



Verslag van de vergadering van 18 juni 2024 (2023/2024 nr. 36)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 12.20 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Dank, voorzitter. Dank, minister. Dank voor de beantwoording en waardering voor de verantwoording die zij hier heeft willen afleggen. Ik was hard over het beleid van de minister als het gaat om de internationale rechtsorde. Uiteraard gaat het over het beleid van de minister en niet over de persoon van de minister.

Ik heb het veel gehad over internationaal recht, maar ik wil toch ook een ander aspect inbrengen: onze medemenselijkheid. Ik zal daar zo meteen op terugkomen. Ik twijfel niet aan de medemenselijkheid van de minister, zeg ik voor de goede orde.

Volgens UNICEF is Gaza de gevaarlijkste plek op aarde voor kinderen. Ik zal toch nog maar één gruwelijk detail noemen, want we moeten de waarheid onder ogen zien, vind ik. Volgens UNICEF zijn al in de eerste maand van de oorlog bij meer dan 1.000 kinderen een of beide benen geamputeerd, soms zonder verdoving. De lijst met gruwelen die kinderen ondergaan, is lang. Eindelijk hebben de VN Israël op de zwarte lijst gezet van landen die falen in het beschermen van kinderen in oorlog. Over schendingen van recht gesproken: ik blijf volhouden dat dit kabinet met twee maten meet en een dubbele standaard aan de dag legt. Ik heb het net nog even opgezocht. Op een pagina van de website van de rijksoverheid gaat het over Oekraïne en Rusland, getiteld "Oorlog in Oekraïne: Nederlandse inzet tegen oorlogsmisdaden en straffeloosheid." Daar zegt de regering niet bij: die oorlogsmisdaden moeten nog maar eens vastgesteld worden door de rechter; er vinden altijd schendingen van internationaal recht plaats aan beide zijden, maar voor de rest is het woord aan de rechter. Nee, daarover zegt Nederland onomwonden: er is sprake van oorlogsmisdaden; Nederland moet zich inzetten als het gaat om het voorkomen van straffeloosheid van Rusland. Dat doet Nederland op allerlei manieren die daarop worden uitgelegd. Iets dergelijks heb ik van deze regering nog nooit gehoord als het gaat om Israël.

De minister ziet dit duidelijk anders en vindt dat zij niet met twee maten meet. Maar ik wil haar toch nog vragen — daar ging zij in de eerste termijn eigenlijk niet op in — hoe zij denkt dat dit in de Global South, het mondiale Zuiden, gepercipieerd wordt. Ik denk dat de minister heel goed het antwoord op die vraag weet, want zij is daar natuurlijk veel actief en heeft zich daar ingezet voor Nederlandse belangen. De Global South wordt steeds belangrijker, ook voor Nederland. Maar hoe zit het nu met onze geloofwaardigheid in dat mondiale Zuiden als het gaat om de internationale rechtsorde? Volgens mij weet de minister heel goed dat die geloofwaardigheid wel degelijk is ondermijnd door onze houding inzake Israël en Palestina enerzijds en de vergelijking met Rusland en Oekraïne anderzijds.

Hoe kan de minister — zij heeft nog maar twee weken, maar ik vraag dit ook met het oog op de continuïteit van het Nederlandse beleid — of Nederland zich op het internationale diplomatieke toneel succesvol blijven inzetten, bijvoorbeeld tegen de straffeloosheid in het geval van Rusland, terwijl wij niets ondernemen tegen de straffeloosheid van Israël? Dat heeft wel degelijk onze geloofwaardigheid op het spel gezet, zeker als het gaat om de internationale rechtsorde. Daar helpen we inderdaad ook Poetin mee. Wat dat betreft wil ik hier ook nog even gezegd hebben dat ik mij helemaal aansluit bij het betoog van collega Karimi, waarin zij "het indirect enabelen" — dat is niet heel erg mooi Nederlands — van autocraten benoemde.

Tot slot wil ik de minister danken voor haar inzet. We zullen het hierover niet eens worden, maar op heel veel gebieden heeft de minister zich natuurlijk ingezet voor het Nederlandse belang, ook op manieren die wel de steun van de SP-fractie konden krijgen. Ik wil haar bedanken voor dit inhoudelijke debat en voor haar vakkundigheid, die ze ook hier in de beantwoording weer aan de dag heeft gelegd.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we door naar mevrouw Karimi van GroenLinks-PvdA. U krijgt het woord in tweede termijn.