Plenair Janssen bij behandeling Wet betaalbare huur



Verslag van de vergadering van 18 juni 2024 (2023/2024 nr. 36)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.27 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Janssen i (SP):

Voorzitter, dank u wel. Mijn inbreng is inderdaad mede namens de Partij voor de Dieren. Het wetsvoorstel is met een drievierdemeerderheid aangenomen door de Tweede Kamer. Hoe hoog of hoe laag wij vandaag ook springen, de wet is de wet zoals die voorligt, hoe graag sommigen van ons vandaag ook nog wijzigingen in die wet zouden willen aanbrengen. Dat geldt overigens ook voor ons, zij het om andere redenen. Onze fracties staan namelijk ook niet te juichen bij deze wet.

Naar onze mening zijn er namelijk best veel concessies gedaan aan de verhuurders en hadden zittende huurders en toekomstige huurders nog beter beschermd kunnen en moeten worden. Maar het is wat het is, en we kunnen vandaag nog met de minister spreken over de uitvoering en de invulling, onder andere in de besluiten. Dat zullen we ook gaan doen. Ik vraag de minister, juist omdat dat belangrijk is, om aan te geven dat dat gebeurt in de vorm van scenario's. Geen van allen weten we wat de toekomst ons brengt. We hebben van de ene kant en van de andere kant allerlei scenario's ontvangen, maar wat het gaat worden, weten we nog niet. Ik denk dat het belangrijk is dat we daarvan leren en dat we daarin kunnen bijsturen, zodat we, als het eenmaal ingevoerd is, niet de fouten maken die in het buitenland zijn gemaakt en dat wij tijdig kunnen reageren.

Voorzitter. Ook onze fracties hebben veel mails ontvangen van mensen die zeggen dat ze geschaad worden in hun financiële belangen. Maar beleggen is nooit zonder risico's. Veranderende wetgeving is een van de risico's die zich kunnen voordoen. Dat zegt niets over verhuurders, of dat nou huisjesmelkers zijn, die woekerwinsten opstrijken of woekerprijzen rekenen voor slecht onderhouden woningen, of verhuurders met de beste bedoelingen. Beleggen is nou eenmaal niet zonder risico's, hoe aantrekkelijk beleggen in woonruimte in een tijdperk van schaarste ook mag lijken. Ook beleggers in maatschappelijke projecten met ideële doelen kunnen niet rekenen op vaste rendementen die nooit negatief kunnen worden. Beleggen met woonruimte is daar geen uitzondering op. Dat staat los van de bedoelingen.

Voorzitter. Ik wil tegen iedereen die zegt dat deze wet de markt ontregelt, vooral zeggen dat het naar de mening van onze fracties hoog tijd is dat de door de vorige kabinetten gecreëerde markt wordt gecorrigeerd, opgeschud en ontregeld. Het afscheid nemen van volkshuisvesting met een grote v nadat in 2010 met trots het toenmalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer was opgeheven, en het wonen van burgers aan de markt overleveren, hebben desastreuze gevolgen gehad. Woningcorporaties zijn uitgekleed en private investeerders, met name de buitenlandse, hebben ruim baan gekregen. Het naar de mening van onze fracties basisrecht op wonen is primair een verdienmodel geworden. De verkoop van tienduizenden sociale huurwoningen tegen dumpprijzen aan uitsluitend buitenlandse beleggers en de invoering van de verhuurderheffing zijn daar schrijnende voorbeelden van, voorbeelden waarvoor de huurders en woningzoekenden vandaag nog steeds bloeden. Wij mogen daar onze ogen niet voor sluiten. Het moet daarom anders, wat ons betreft. Het moet eerlijker. Wij kunnen niet langer wachten.

Vanuit die gedachte is mijn vraag aan de minister waarom hij nu hij met deze wet een stap zet, niet veel meer dan nu is gebeurd inzet op volkshuisvesting zonder primair winstoogmerk, dus op volkshuisvesting met een nog grotere v. In de ogen van de fracties van de SP en de Partij voor de Dieren is huisvesting namelijk een basisrecht voor iedereen; ik zei het net. Ik wil de minister daarom vragen wat hij zegt tegen de huurders die nu wonen in naar de maatstaven van dit wetsvoorstel veel te dure huurwoningen, waar niks aan verandert. Wat heeft hij de politieagenten, het zorgpersoneel en de onderwijzers te bieden die nu al meer dan 40% van hun inkomens aan huur besteden, terwijl ze zo hard nodig zijn? Zij kunnen alleen met grote financiële offers in de stad wonen waar ze juist zo hard nodig zijn. Is het dan gek dat ze er de brui aan geven en dat ze emplooi elders gaan zoeken?

Zoals onze fracties het zien, hebben ze geen andere optie dan verhuizen. Maar waarheen? Daarmee laten ze tevens een moeilijk in te vullen vacature achter. Sparen voor een koopwoning zit er voor hen niet in. Nieuwbouwwoningen gaan met dit wetsvoorstel nog duurder worden. De woningen krijgen extra punten voor zuinige labels, er zit een nieuwbouwopslag van 10% in de huur en die nieuwbouwwoningen hebben een hoge WOZ-waarde. Graag een reactie van de minister op de vraag wat dit betekent voor politieagenten, zorgpersoneel en onderwijzers die op zoek gaan naar een betaalbare woning, en zeker voor beginnende mensen uit de categorieën die ik net noemde. Er verdwijnen in de grote steden door deze wet namelijk 16.000 sociale huurwoningen naar het middenhuursegment. De minister geeft aan dat dat weliswaar gereguleerd is, maar daarmee is het nog steeds niet of nauwelijks bereikbaar voor juist de beginnende mensen uit de beroepsgroepen die ik net noemde, die ook zo heel hard nodig zijn in de steden waar het om gaat. Waarom kon dit niet voorkomen worden, vraag ik aan de minister.

Voorzitter. Voor de SP en de Partij voor de Dieren is de Wet betaalbare huur zoals die vandaag voorligt, niet een echte wet betaalbare huur. De wet is er immers niet voor zittende huurders van wat middenhuurwoningen zouden moeten zijn; die mensen blijven te veel betalen. Deze wet maakt nieuwbouwwoningen minder betaalbaar. Deze wet laat sociale huurwoningen niet sociaal blijven, door het geschuif met de WOZ-cap. En deze wet pakt naar de mening van onze fracties niet de hoogste huren aan. Deze wet zorgt ook niet voor een volkshuisvestelijk alternatief wanneer huurwoningen verkocht worden. Ik heb daar bij het artikel 51-debat dat wij voerden ook bij de minister naar gevraagd. Ik heb gezegd: zou het niet voor de hand liggen dat de overheid woningcorporaties te hulp schiet door te zorgen dat als er woningen vrijkomen in gebieden waar zij al een stevig bestand hebben, zij geholpen worden om die woningen toe te voegen aan hun bestanden? Zou dat niet eigenlijk moeten? Wij zien dat dat nu niet gebeurt. Dat zijn allemaal voorbeelden van punten waarop de wet in de ogen van onze fractie beter had gemoeten en ook beter had gekund.

Voorzitter. Wat onze fracties betreft hadden we van de nu voorliggende Wet betaalbare huur een wet gemaakt die die titel ook echt had verdiend, terug naar de echte volkshuisvesting, een wet die alle tekortkomingen die ik zojuist noemde wél had waargemaakt en een wet die er vooral ook voor had moeten zorgen dat volkshuisvesting er weer is voor iedereen, omdat iedereen een betaalbaar dak boven zijn hoofd verdient. Echte volkshuisvesting, waar verduurzaming van huizen en buurten en duurzame energie geen luxeproduct zijn waar je huurverhogingen mee kan scoren als verhuurder, maar gewoon een basisvoorwaarde.

Zoals eerder gezegd staan onze fracties niet te juichen bij deze wet. We horen daarom graag van de minister welke mogelijkheden hij ziet om de door ons geconstateerde — laat ik het positief formuleren — verbeterpunten in de toekomst nog een plek in de uitvoering te laten krijgen. Het is ongetwijfeld van andere kanten ook gevraagd door collega's, wellicht vanuit een wat andere invalshoek, maar wij zien ook graag hoe de minister de uitvoering voor zich ziet. Wij zien in deze wet ook niet een eindpunt, maar een beginpunt, waarmee in ieder geval beweging teweeg is gebracht, waarmee ontregeling optreedt. Ja, maar dat werd naar onze mening ook hoog tijd. Wij kijken met belangstelling uit naar de beantwoording door de minister.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Van Hattem van de fractie van de PVV.