Plenair Perin-Gopie bij behandeling Wet betaalbare huur



Verslag van de vergadering van 18 juni 2024 (2023/2024 nr. 36)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.44 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Dank u wel, voorzitter. Nu moet ik eigenlijk creatief zijn, want ik zat ook niet op te letten. In mijn spreektekst wilde ik verwijzen naar iets wat meneer Talsma straks gaat doen. Ik ga dus even improviseren. In de eerste termijn gaf ik aan hoe mijn fractie kijkt naar het wetsvoorstel, dat steunt op vier pijlers. Daarbij gaf ik aan dat wij wel zien dat twee van de vier pijlers gerealiseerd worden met deze wet, namelijk dat de huurders beschermd worden tegen hoge huren en dat deze wet bijdraagt aan het verduurzamen van huurwoningen.

Ik gaf al aan dat onze zorg bij de pijler is of er een voldoende omvangrijk middenhuursegment wordt gerealiseerd. Die zorg is er nog steeds een beetje. Ik kom na dit debat tot de conclusie dat we toch allemaal een beetje in een glazen bol moeten kijken naar wat er gaat gebeuren als we deze wet aannemen of verwerpen. Ik vond de minister wel heel overtuigend over een langetermijnvisie. Dat herken ik wel. Ik verwacht, als we deze wet aannemen, dat er op de lange termijn wel meer middenhuurwoningen bij komen. De vraag is wat er op de korte termijn gaat gebeuren. Mijn fractie heeft toch wel het vermoeden dat er ook een aantal huurwoningen in de verkoop zullen gaan. Ik ben het niet met de minister eens dat het dezelfde huurders zijn die deze dan zullen kopen. Er is een kwetsbare groep mensen die juist gebruik kan maken van het huidige middenhuursegment, omdat ze een tijdelijke woning zoeken, bijvoorbeeld mensen die gaan scheiden. Voor hen verdwijnt dus wel een aandeel van dat huursegment. Het is nu aan mijn fractie om te beoordelen naar welke kant die balans doorslaat; dat zullen wij met elkaar moeten bespreken.

Dan was er nog de pijler om de investeringsbereidheid van verhuurders in de vrije sector wat op peil te houden. Daar had ik ook grote zorgen bij. Die zorg is er nog steeds enigszins. De minister heeft veel gedaan om de DAEB in Brussel geregeld te krijgen. Het is nu aan de Commissie in Brussel om daarmee verder te gaan. Als we deze wet aannemen, zal de opvolger van de minister toch maatregelen moeten nemen om te zorgen dat de wet zo uitpakt als de bedoeling is, zodat er meer investeringsbereidheid komt. Als de wet het niet haalt, zal er ook iets mee moeten gebeuren. Wij houden nog twijfel over hoe hiermee om te gaan. Daarover zal ik de komende week overleg voeren met mijn fractie, om te kijken naar welke kant de balans doorslaat.

Ook dank aan de minister voor de heldere beantwoording over de juridische houdbaarheid van de termijnen die er zijn. Daar konden we ons goed in vinden. Hij zei dat we dat maar moeten zien, maar ik denk dat de minister dat goed onderbouwd heeft.

Ik wil de minister ook danken voor de debatten die wij hier met hem gevoerd hebben. Onze fractie zit hier pas een jaar en de meeste debatten heb ik met deze minister gevoerd. Die waren altijd vrij lang. De minister is altijd heel bevlogen en kan veel woorden gebruiken. De minister gebruikt ook interessante taal. Ik herinner me nog het debat over de tijdelijke wet over de AIVD en de MIVD. Ik weet niet of u het zich nog herinnert, maar op een gegeven moment kreeg ik een enorme lachkick, toen u zei dat de kabel aan de ketting moest. Dat is zoiets fantastisch! Waarschijnlijk weet niemand hier waar het over ging, maar dat werkte op mijn lachspier, die daar veel moeite mee had. Ik wens de minister heel veel succes in het vervolg en ik hoop dat hij een functie vindt waarin hij nog net zo veel kan praten en debatteren als hij hier heeft gedaan, want volgens mij vindt hij dat heel erg leuk.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Perin-Gopie. Dan denk ik dat ik het woord maar eens ga geven aan de heer Talsma namens de ChristenUnie.