Verslag van de vergadering van 18 juni 2024 (2023/2024 nr. 36)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.13 uur
De heer Van Hattem i (PVV):
Dank, voorzitter. Allereerst, ik krijg ook tijdens het debat nog steeds allerlei mailtjes binnen van mensen, zowel huurders als verhuurders, die allerlei vragen en opmerkingen hebben. In het kader van de wetsgeschiedenis wil ik toch uit een mailtje dat ik net binnenkreeg, een vraag stellen. Ik heb het antwoord namelijk zelf ook niet. Een kijker van dit debat vraagt het volgende — het is altijd goed om de mensen thuis ook mee te nemen. Wat behelst verlenging van de huidige huurovereenkomst van bepaalde tijd naar onbepaalde tijd per 1 september 2024 in de zin van de Wet betaalbare huur? Is de stilzwijgend verlengde overeenkomst van een bestaand contract in de zin van de aanstaande wet, of moet dit toch worden opgevat als een nieuwe huurovereenkomst per 1 september 2024, waarvoor dan ook de vereisten van de Wet betaalbare huur gelden? Dat lijkt me toch een vrij specifieke vraag die voor de wetsgeschiedenis wel interessant is.
De voorzitter:
Ik voel een schorsing aankomen zo meteen, maar gaat u door.
De heer Van Hattem (PVV):
Er is al gezegd dat er veel reacties op het debat zijn, zowel van huurders die zeer opgelucht zijn om van een onbetaalbare huur af te kunnen komen, maar ook van vele kleine verhuurders, mensen die voor hun pensioen hebben geïnvesteerd in een appartementje of die het oude huis van de hun ontvallen opoe verhuren. Het vertrouwen is weg bij veel van deze mensen, grotendeels ook door de fiscale maatregelen. Daarom nogmaals de vraag aan de minister of hij toch nog een keer een perspectief kan schetsen voor deze kleine verhuurders, zodat hun woningen vooral zo veel mogelijk behouden blijven voor de huursector en zodat het geen "wet belastbare huurders" wordt.
Voorzitter. De wet is een ingrijpende stelselwijziging waarvan de effecten onzeker zijn. Veel verwachtingen zijn gebaseerd op modelmatige berekeningen. Als er onverwacht negatieve bijwerkingen in het stelsel optreden, moet tijdig kunnen worden bijgestuurd. Daarom is het goed dat er een kwartaalmonitoring is toegezegd. Maar kan de minister ook aangeven of er een laagdrempelig meldpunt kan komen voor huurders en verhuurders waar zij zulke bijwerkingen of vragen, zoals ik die net ook schetste, kunnen melden, ook ten behoeve van deze monitoring? Graag een reactie.
Voorzitter. Laten we ook hopen dat met ons nieuwe kabinet de druk op de woningmarkt vermindert door de aanpak van de migratiedruk. Met minder immigratie zal er ook meer lucht op de woningmarkt ontstaan, want met 18 miljoen mensen is het gewoon niet te doen.
Voorzitter. Het belang van deze wet is toch vooral om de ontwikkeling van de disproportionele huurprijzen te temperen en de lage kwaliteit te verbeteren met het moderniseren van het woningwaarderingsstelsel. Omwille van de portemonnee van de huurders en hun woongenot, maar evengoed voor de waardering van kwalitatief goede woningen van verhuurders, steunen we het wetsvoorstel, maar met inachtneming van de risico's en het daarbij tijdig bijsturen, zodat we niet omwille van een vrij klein aantal malafide pandjesbazen straks plots massaal met uitpondjesbazen geconfronteerd worden. Dat zou zonde zijn en een averechts effect van deze goedbedoelde wet zijn.
Voorzitter, tot slot. Mijn dankwoorden aan de minister. We hebben in verschillende woordvoerderschappen regelmatig tegenover elkaar gestaan. Af en toe waren dat stevige debatten, maar wel altijd stevig op de inhoud. Ik dank de minister voor deze prettige samenwerking.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Hattem. Dan is het woord aan de heer Rietkerk namens het CDA.