T03910

Toezegging Factoren meenemen bij brede herziening Wiv 2017 (36.263)



De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Kroon (BBB), toe verschillende factoren mee te nemen naar de brede herzieningsprocedure van de Wiv 2017. Er zal gekeken worden of er bij het toezicht voldoende blikvelden betrokken worden, of er voldoende diversiteit in de toezichtcommissie aanwezig is en of de benoemingstermijnen juist zijn.


Kerngegevens

Nummer T03910
Status openstaand
Datum toezegging 5 maart 2024
Deadline 1 januari 2025
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden drs. ing. B. Kroon (BBB)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
herziening
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
Toetsingscommissie inzet bevoegdheden
Kamerstukken Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen (36.263)


Uit de stukken

Handelingen I 2023-2024, nr. 22, item 6 - blz. 45

Minister De Jonge:

(…)

“Maar nogmaals, het is wel echt een rechtmatigheidstoets. Wij denken dat het bij deze vormgeving van het toezicht ook zinvol is om deze samenstelling te kiezen. Stel dat je in het kader van die herziening zou toewerken naar één toezichthouder. Zou dat dan anders kunnen worden? Ik wil de vraag of je bij het toezicht voldoende blikvelden betrekt ook echt wel daarbij betrekken, want ik vind het een reëel punt. Maar dan nog blijf ik vinden dat de toezichthouder zich wel moet richten op het rechtmatigheidstoezicht. Ik ben er heel beducht voor dat een toezichthouder anders op alle fronten het werk van de dienst gaat zitten overdoen, terwijl hij ook niet helemaal kan overzien wat die dienst wél kan overzien. Die dienst heeft natuurlijk een paar duizend medewerkers en de toezichthouder enkele tientallen. Dat moet je natuurlijk met elkaar in verhouding willen blijven zien. Als die dienst zich nou echt richt op de rechtmatigheid … Daar hebben wij het toezicht ook op te organiseren, ook op grond van internationale verdragen. Maar ik snap dat je die rechtmatigheidsoordelen ook goed kunt geven, beter kunt geven, als we, daar waar we nu redeneren dat je ook kennis van het technische domein zou moeten hebben, kijken of het wellicht ook zinvol zou zijn om te zien of er nog andere domeinen zijn die zouden kunnen helpen bij dat rechtmatigheidsoordeel. Dat zou best weleens kunnen. Maar laten we die vraag meenemen bij de brede herziening, zou ik willen zeggen.”

De heer Kroon (BBB):

“Ik heb twee vragen. Eén. Hoe hangt die rechtmatigheidstoets dan samen met het proportionaliteitsbeginsel? Twee. Bent u dan bereid om in die nieuwe wetgeving de diversiteit binnen de toezichtscommissie te verbreden langs de lijnen die ik schetste?”

Minister De Jonge:

“Allereerst: dat rechtsmatigheidsoordeel steunt natuurlijk op een aantal rechtsbeginselen, van proportionaliteit, subsidiariteit en noodzaak. Dat wordt allemaal getoetst, maar dat zijn wel allemaal juridische toetsen. Die vinden plaats in de intelcontext, die nogal technisch van aard is, en dus is er gezegd: je hebt een tweetal juristen in de commissie van drie en één techneut. Bij de TIB is dat nu zo. Stel dat je zou toewerken naar een toezichthouder die de ex ante en de ex durante toetsen zou doen, dus één toezichthouder, dan zou je misschien ook weer moeten kijken — dat is volgens mij uw suggestie — of er in dat toezicht ook mensen zitten die voldoende snappen van dat inteldomein, dus mensen die de inlichtingenwereld goed genoeg snappen. Dat zou best een goed idee kunnen zijn, maar ik wil dat eigenlijk meewegen bij die brede herziening.

Uw andere vraag ging over de benoemingstermijnen: die zijn nu vrij lang; zouden die niet veel korter moeten? Ook die vraag wil ik gewoon wegen. Want het duurt wel eventjes voordat je als toezichthouder daadwerkelijk op vlieghoogte bent. Het is nogal een ingewikkeld klusje. Het is niet iets wat je zomaar eventjes onder de knie hebt. Het is dus wel zonde van de expertise als je te snel mensen moet vervangen. Tegelijkertijd is het misschien ook niet gezond als mensen te lang op dezelfde plek zitten, zeker als het gaat om een toezichthouder met zulke grote bevoegdheden. Dat is volgens mij waar u aandacht voor vraagt. Laten we ook deze vraag, over de zittingsduur, dus meenemen bij de brede herziening.”


Brondocumenten


Historie

  • 5 maart 2024
    toezegging gedaan