Plenair Schippers bij behandeling Algemene Politieke Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 8 oktober 2024 (2024/2025 nr. 03)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.39 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Schippers i (VVD):

Dank, voorzitter. Graag heet ik namens de VVD-fractie premier Schoof en zijn kabinet van harte welkom in de Eerste Kamer. Wij zijn blij dat met een nieuw landsbestuur de hand aan de ploeg kan worden geslagen. Het motto "bevlogen pragmatisme" spreekt ons bijzonder aan. Wij willen perspectief voor het land. Het kabinet straalt met hoop, lef en trots uit dat het de drive heeft om aan de slag te gaan. Dat schept hoge verwachtingen. Maar we beginnen niet bij nul. Er is een aantal grote, langjarige ontwikkelingen dat in het oog moet worden gehouden.

Ik wil onze bijdrage vandaag beginnen met onze positie in de wereld. We zien een onrustige wereld: heftige, dramatische oorlogen dicht bij huis in Oekraïne en het Midden-Oosten, maar ook oorlogen die misschien wat minder op het netvlies staan, bijvoorbeeld in Soedan, waar al tien jaar oorlog woedt. Deze spanningen zijn ook voelbaar in onze westerse samenlevingen, wat zich ook vertaalt in politieke onrust. Dat gevoel van onrust is gebaseerd op een feitelijke verschuiving in de wereldorde. De WRR heeft hierover recent een interessant rapport uitgebracht en daarin beschreven hoe de wereldorde fragmenteert en resulteert in vijf grootmachten: de VS, China, India, Rusland en de Europese Unie, met een veelheid aan middelgrote machten.

De visies van deze wereldmachten op de wereldorde zijn verschillend. Dat leidt tot instabiliteit. De strijd wordt niet alleen militair gevoerd, maar ook met de inzet van grondstoffen, infrastructuur, technologie, kennis, personen, bijvoorbeeld via criminele netwerken, en migratie. Maar ook propaganda en desinformatie worden ingezet in de strijd. Deze fragmentatie heeft grote consequenties. De VVD-fractie zou het kabinet graag om een reflectie willen vragen op de conclusies van de WRR. Ook willen wij vragen welke ambities Nederland heeft in dit geopolitieke landschap. Waar wil Nederland voortrekker of aanjager in zijn? Wat is er nodig om onze ambities waar te maken? Hoe zien wij hoop, lef en trots in het geopolitieke beleid van dit kabinet? Deze fragmentatie lijkt misschien ver van mijn bed, maar heeft ook grote gevolgen voor ons land, dat onder de Amerikaanse veiligheidsparaplu een democratische rechtsstaat en een socialewelvaartsstaat heeft kunnen opbouwen door globalisering en vrijhandel.

De schuivende wereldpanelen hebben grote gevolgen voor ons land en vragen een actieve herijking, in Nederland en Europa, van wat lang vanzelfsprekend leek. In coronatijd kwamen we erachter dat onze mondkapjes volledig uit het buitenland komen, met name uit China. Toen de nood aan de man was, sloten de grenzen en was het "eigen volk eerst". Naar aanleiding daarvan is er toen productie opgezet in Nederland en in Europa. Maar toen de pandemie eenmaal achter de rug was, kochten we onze mondkapjes toch weer in China, omdat die net een fractie goedkoper produceren. Wat in Nederland was opgezet, is inmiddels weer ontmanteld. Het is penny wise wellicht, maar het is te hopen dat het nooit pound foolish wordt. Ik weet dat Europa eerste pogingen heeft gedaan om te bepalen wat wij zelf aan grondstoffen hebben, aan productie wíllen hebben en waar we afhankelijkheid accepteren van andere continenten, maar het heeft niet de urgentie, de prioriteit en de robuustheid die het zou moeten hebben. Met ruim 8 miljard mensen op de wereld, groeiend naar zo'n 10 miljard in 2050, geldt dat ook voor onze Europese voedselvoorziening. Ik hoor graag van het kabinet hoe het, in de veranderende wereldpolitieke constellatie, aankijkt tegen deze kwetsbaarheden van ons land, en in bredere zin, van Europa.

Voorzitter. We hebben niet alleen meer mensen, maar ook een heel andere bevolkingssamenstelling in de komende jaren. Vergrijzing kan voor niemand een verrassing zijn; als er iets voorspelbaar is, dan is dat het wel. Belangrijke handelspartners van ons vergrijzen eveneens. Wat betekent dat voor onze handel? Moeten we de bakens niet verzetten? Veel Europese vergrijzende landen hebben niet de pensioenvoorzieningen opgebouwd die wij wél hebben. Wat zijn daarvan de consequenties? Ik hoor graag van het kabinet hoe het daarnaar kijkt. De consequenties van de dubbele vergrijzing en ontgroening zijn voelbaar op de arbeidsmarkt. Tekorten in de zorg, het onderwijs, de politie, de bouw, de horeca, het mkb: waar eigenlijk niet? Er is niet één oplossing voor al deze tekorten. Zouden we allemaal een paar uur meer werken, dan hebben we een groot deel van het tekort opgelost.

Maar dan moet werk wel lonen. We hebben een complex belasting- en toeslagensysteem dat niet meer dienend is aan onze doelstellingen. Ons belastingsysteem moet worden aangepast en het toeslagensysteem moet op de helling. Dat vindt het kabinet ook. Maar als ik dan het regeerprogramma lees, dan mis ik de urgentie en de ambitie die nodig is. Natuurlijk kan niet alles tegelijkertijd en kan niet alles nu. Maar er is al jaren gepraat en onderzocht. Als het kabinet dan nu aankondigt om in gesprek te gaan met iedereen en alles over de stip op de horizon, als die stip dan weer de basis is voor de hervormingsagenda en als die agenda dan deze kabinetsperiode wordt voorbereid, dan lees ik eigenlijk: er gaat de komende jaren weinig gebeuren. Ja, het kabinet kondigt aan wat knelpunten en schrijnende situaties op te lossen, maar dat is wat ons betreft niet genoeg. We moeten uit de analyse náár de besluitvorming en het doen. We horen graag hoe meer tempo kan worden gemaakt; wij vinden dit een topprioriteit.

Een tweede oplossing voor het capaciteitstekort op de arbeidsmarkt omvat innovatie, automatisering, robotisering, digitalisering, toepassing van artificial intelligence en andere sleuteltechnieken. Nieuwe mogelijkheden, zoals AI, moeten we in Europees verband reguleren, opdat ze ten goede van ons allen kunnen worden ingezet. Maar tegelijkertijd is toepassing ervan nodig om de stagnerende productiviteit in Nederland en in de rest van de westerse wereld te verhogen.

De arbeidskrapte zal er voorlopig wel blijven. Ik zie overigens grote verschillen in de oplossing daarvan in Nederland. Veel fabrieken zijn sterk geautomatiseerd. Dat betekent een enorme arbeidsproductiviteitsslag in de private sector. Maar als ik dan zie dat ten eerste de rijksoverheid gegroeid is met 22% in vier jaar, en daarmee een steeds groter beslag legt op het arbeidspotentieel, en ten tweede tegelijkertijd de onvrede met het niveau en de kwaliteit van de dienstverlening toeneemt, dan is dat onhoudbaar. De rijksoverheid kan gewoon niet zo'n groot deel van de beroepsbevolking opslokken en moet keuzes maken, innoveren en investeren in automatisering. Dat moet ook bij de rechterlijke macht, bij de politie en in de zorg. Er gebeurt wel iets, maar niet systematisch en snel genoeg. Er moet een plan komen voor de overheid en semioverheid om de krakkemikkige ICT-infrastructuur grondig te renoveren, en om de digitale overheid een boost te geven. Dat is de enige structurele oplossing. Ik hoor graag hoe het kabinet dit oppakt.

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Ik hoorde mevrouw Schippers van alles vertellen over het aanpakken van de arbeidsmarktproblematiek. Ik vraag mij af of zij ook kijkt naar meer gelijke kansen in de werving en selectie op de arbeidsmarkt, als oplossing om de tekorten op te lossen.

Mevrouw Schippers (VVD):

Als je ziet wat het arbeidspotentieel is, zeg ik in eerste instantie: als iedereen wat meer gaat werken, dan hebben we een deel opgelost. Maar ik denk eerlijk gezegd dat met name automatiseren en digitaliseren veel belangrijker zijn om de grote getallen op te lossen.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Er is nog een ander heel groot probleem op de arbeidsmarkt, namelijk discriminatie. We hebben in deze Kamer de Wet gelijke kansen bij werving en selectie behandeld. Die is toen mede door de VVD weggestemd en nu lees ik in het regeerprogramma weer terug dat er maatregelen zullen volgen om discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakken. Aan wat voor maatregelen moet ik dan denken? Waar staat de VVD dan achter? Gaat de VVD dit keer wel een vergelijkbaar wetvoorstel steunen, zoals ook in uw eigen verkiezingsprogramma stond?

Mevrouw Schippers (VVD):

Wij zijn tegen discriminatie, overal en dus ook op de arbeidsmarkt. Daar kan geen discussie over bestaan en dat hebben we destijds in het debat ook gewisseld. Wat we wel willen, is wetgeving die werkt en bij deze wetgeving kregen wij, niet van de minsten, signalen dat die helemaal niet gaat werken. Wij willen geen symboolwetgeving om het vinkje te kunnen zetten van "goh, wij hebben er ook iets aan gedaan". Nee. Wij zullen ervoor zijn als er wetten komen die daadwerkelijk werken en die tegelijkertijd niet onze kleine mkb-bedrijven opzadelen met een enorme verzwaring van de administratieve lasten.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Perin-Gopie.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Ja, tot slot. Ik ben het er helemaal mee eens dat we geen symboolwetgeving moeten maken. Bij de wet waar we het nu over hebben, lag gewoon een rapport waarin stond dat die werkt. Ik lees nu in het regeerprogramma dat dit kabinet ook iets gaat doen, maatregelen gaat treffen om arbeidsmarktdiscriminatie te voorkomen. Ik vraag me dan af wat de VVD wel gaat doen, wetende dat de wet die we hier behandeld hebben gemaakt was door de VVD en dat die wet ook letterlijk genoemd was in het verkiezingsprogramma van de VVD.

Mevrouw Schippers (VVD):

Als hier een wet komt die discriminatie op de arbeidsmarkt daadwerkelijk aanpakt en dat doet zonder de lasten te verzwaren, zal mijn fractie daar altijd met een positief oog naar kijken. Maar wat wij hier uiteindelijk doen, is de voorstellen van het kabinet, die nog gemaakt moeten worden, beoordelen op doelmatigheid, op rechtmatigheid en op uitvoerbaarheid en deze wet kon die toets niet doorstaan wat ons betreft.

De heer Van Meenen i (D66):

Ik ken de VVD als een partij die gelooft in vooruitgang en ik heb mevrouw Schippers ook een lans horen breken voor innovatie. Daar moeten we het van hebben. Mijn vraag aan haar is hoe zij dan kijkt naar de bezuinigingen van een miljard op de wetenschap, op onderzoekers, en naar het slopen, om het maar even kortheidshalve zo te noemen, van het Groeifonds, dat juist bedoeld is voor creatieve ondernemers, bedrijven om onderzoek te kunnen doen waarvan we niet op voorhand weten of het een succes zal zijn, onderzoeken waardoor we wel heel veel vooruitgang in dit land gehad hebben. Hoe kijkt zij daarnaar?

Mevrouw Schippers (VVD):

Waar ik blij om ben, is dat het kabinet in ieder geval zorgt dat we voor de bedrijven in Nederland de lasten verlichten. Want twee derde van de innovatiekosten, van de R&D-uitgaven, komen van bedrijven en waar we eerder zagen dat kabinetten bedrijven … Eh, ik wil niet zeggen "als pinautomaat gebruikten", maar als er een tekort kwam, werd er wel naar bedrijven gekeken. Ik ben ontzettend blij dat dit kabinet daar een andere kijk op heeft en die sluit ook aan bij die van mijn fractie. Bedrijven moeten dus investeren in innovatie. Daarbij moet je ook zorgen dat je natuurlijk als wetenschap kan investeren. Ik ben zelf nooit zo'n heel grote fan geweest van het Groeifonds. Ik heb zelf een aantal van die trajecten mogen zien en ik heb in al die tombola's van die groeifondstrajecten gezeten. Heel Nederland was zo'n beetje bezig met het maken van plannen voor dat Groeifonds. Daar viel dan 99% van af. Dan heb je 1% kans. Al die activiteiten van al die overheden en van al die bedrijven en instellingen, dat was echt een heel inefficiënt circus.

De heer Van Meenen (D66):

Daar kunnen we verschillend over denken, maar hoe kijkt mevrouw Schippers dan naar al die partijen die ons oproepen en met name het kabinet oproepen om niet te bezuinigen op onderzoek en innovatie? Het regeerprogramma staat bol van het woord "innovatie", maar ondertussen wordt er diep gesneden. En je kunt het Groeifonds wel opheffen, maar dan moet je wel iets anders doen. Als je juist de overheid een rol wilt geven en bedrijven wil laten stimuleren om dat onderzoek te doen in plaats van dat ze er alleen voor staan, zou je toch niet alvast het Groeifonds moeten opheffen zonder dat je iets anders doet? Dan moet je toch niet bezuinigen, maar juist investeren in onderzoek en innovatie?

Mevrouw Schippers (VVD):

Het is altijd lastig als er bezuinigd moet worden. Je kunt er heel lang over discussiëren, maar uiteindelijk moet je een deugdelijke begroting inleveren. Ik vind het heel belangrijk dat instrumenten zoals de BBSO en Innovatieboxachtige stimuleringsmaatregelen in stand zijn gebleven. Dat er na de enorme groei van uitgaven voor de wetenschap — u was daar zelf bij; ik ben ook heel blij met die groei — nu een pas op de plaats wordt gemaakt, had ik liever niet gezien, maar in het licht van een ordentelijke begroting kan ik het wel accepteren.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Meenen.

De heer Van Meenen (D66):

Ik begrijp de zin "het is altijd lastig als je moet bezuinigen" — ik hoor het de minister van Onderwijs ook zeggen — alsof het een soort natuurramp is, bijna een crisis, zou je haast zeggen, die je overkomt, waardoor je dit moet doen. Maar het is toch ook echt een keuze van dit kabinet om het te doen en ook om het juist dáár te doen. Wij hebben eigenlijk maar één grondstof. We hadden lang gas, maar dat hebben we niet meer, zeg ik kortheidshalve maar even. Wij hebben maar één grondstof: kennis, innovatie, wetenschap. Daarom lopen wij voorop in de wereld. Dan is het toch oliedom om te bezuinigen op die kennis, die wetenschap en dat onderzoek?

De voorzitter:

Mevrouw Schippers. Vervolgt u daarna uw betoog.

Mevrouw Schippers (VVD):

Als je kijkt naar kennis en onderwijs, zie je dat de uitgaven in de laatste zeven jaar gigantisch gestegen zijn. Daarin is enorm geïnvesteerd. Bij de start van Rutte IV is daar nog een enorme schep bovenop gedaan van 4,7 miljard. Dat kabinet is voortijdig gesneuveld. Dit kabinet haalt van de 4,7 miljard wat weg, maar nog steeds blijft er ten opzichte van die start 2,9 miljard extra over aan investeringen in onderwijs en in kennis. Dat is goed en daar ben ik ook voor. We moeten niet net doen alsof dit kabinet werkelijk alles weghaalt, want dat is onjuist.

De heer Rosenmöller i (GroenLinks-PvdA):

Niet alles maar wel veel. We moeten het misverstand wegnemen dat door de inspanningen van het vorige kabinet, waar de partij van de heer Van Meenen in zat en ook uw partij en dat inderdaad fors heeft geïnvesteerd in onderwijs, we koploper zijn geworden. Het was "het been bijtrekken". Dat was internationaal de situatie. Dan is het toch onverstandig om een stuk van dat been dat je net hebt bijgetrokken weer te amputeren?

Mevrouw Schippers (VVD):

Als je die extra investering van 4,7 miljard van het vorige kabinet niet meetelt, zaten we al op het OESO-gemiddelde. Het OESO-gemiddelde is 5% en wij zitten op 5,1%. Ik ben het met u eens, we pieken niet. Als ik zie — maar goed, nu begin ik al vooruit te lopen op de rest van mijn tekst — dat met die investeringen de prestaties van ons onderwijs nou niet bepaald om naar huis te schrijven zijn, dan stel ik vast dat er veel meer nodig is. Dan is er ander beleid nodig om ervoor te zorgen dat we betere resultaten halen. Maar het is dus niet zo dat wij minder doen dan het OESO-gemiddelde. We zitten er net een beetje boven.

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

Over cijfers hoef je hier niet te discussiëren, maar ik wilde even het beeld wegnemen dat we bijna koploper waren door de inspanningen van het vorige kabinet. Ik wil, als u mij dat toestaat, voorzitter, nog een vraag stellen over de productiviteit van werknemers, aantrekkelijkheid, arbeidsmarkttekorten en datgene wat u het kabinet verwijt of wat u in ieder geval mist in de analyse. Dat is een groot verhaal. Ik maak het iets kleiner. Het gaat over de begroting voor 2025. In die begroting zit een lastenverzwaring voor lage en middeninkomens. Die verzwaring wordt benut voor het deels financieren van de zogenaamde box 3-problematiek voor de vermogenden. Mijn vraag is: is dat niet onverstandig vanuit het perspectief dat je werk aantrekkelijk moet maken?

Mevrouw Schippers (VVD):

Dat van die box 3 is een uitspraak van de rechter. Als je in een rechtsstaat leeft, zul je dat moeten dekken. Ik ben dan ook blij dat het kabinet dit gedekt heeft en er tegelijkertijd voor heeft kunnen zorgen dat de middeninkomens en de lagere inkomens erop vooruitgaan.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

Dat is dan een wijziging van de gedachtes die ook in het vorige kabinet bestonden, ook bij de vorige minister-president. Zij zeiden nadrukkelijk: de uitspraak van de rechter over vermogenden moet door vermogenden worden gefinancierd. Het zou u, met al die verhalen over hardwerkende Nederlanders, toch sieren als u hier zou zeggen: die belastingverhoging voor lage en middeninkomens is onverstandig; laten we dat niet doen. Laten we hier geen geld van lage en middeninkomens verschuiven naar hoge inkomens en vermogenden. Dat zou je toch op z'n minst kunnen repareren in politieke zin?

Mevrouw Schippers (VVD):

Als we het over vermogenden hebben, dan is daar zo'n beeld van. Wij denken dan allemaal aan miljardairs, die hun geld allang ergens anders neergezet hebben. Waar zit het vermogen in Nederland in? Dat zit in pensioenen, in huizen en in ondernemingen. Dat is de grote groep waar we het hier over hebben. Dus ik ben niet tevreden, maar het is een goed begin dat er lastenverlichting is gekomen bij de middengroepen, zodat werk meer gaat lonen. En ik vind eigenlijk dat we daar nog een tandje bij kan in de komende jaren.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

Laten we geen karikatuur maken van vermogenden. Laten we ook niet doen alsof iedereen hier vermogend is, want dat is gewoon niet zo. Ook dat is vrij precies te bepalen. Maar wie dat in ieder geval in veel gevallen niet zijn, zijn mensen met een laag- en middeninkomen, die hard werken, en die u juist zou willen belonen, vanwege rechtvaardigheid, vanwege het verleden en vanwege de arbeidsmarktproblematiek. Hier mist u een kans om de verlaging van de algemene heffingskorting, die dus een belastingverzwaring is, ongedaan te maken en samen iets te doen voor die hardwerkende Nederlander.

Mevrouw Schippers (VVD):

Ik ben blij dat die rekening gedekt is en dat tegelijkertijd de lagere en middeninkomens er nog steeds op vooruitgaan. Maar ik vind wel iets van de stap die daar gezet wordt, en met name voor werkenden. Als jij een uur werkt, moet jij veel meer overhouden dan je nu overhoudt, ook na de plannen van het kabinet. Ik vind dus ook dat wij daar een aparte agenda voor moeten maken. In de tweede Kamer heeft de minister-president aan mevrouw Yeşilgöz toegezegd om een nota te maken over de agenda voor werkend Nederland. Dat steun ik van harte. Ik denk dat een agenda voor werkend Nederland hard nodig is. Ik zou de vraag bij het kabinet willen neerleggen wanneer wij daar de eerste resultaten van kunnen zien.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Schippers (VVD):

Voorzitter. Ik hoor vaak dat migratie genoemd wordt als oplossing voor arbeidstekorten. De Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 heeft een heel lezenswaardig rapport geschreven. De conclusie is helder: migratie kan een beetje verlichting geven op de vergrijzingsontwikkeling op korte termijn, maar komt als een boemerang terug in latere jaren. De migratie moet namelijk continu en zeer omvangrijk zijn om de leeftijdsstructuur van een bevolking substantieel te kunnen veranderen. Er zijn verschillende redenen waarom we grip moeten krijgen op migratie. Gematigde groei is het scenario waar we op zouden moeten sturen, aldus de staatscommissie.

We moeten dus actief sturen, in plaats van het ons te laten overkomen. Het kabinet heeft een stevige migratieparagraaf die beoogt om de verschillende migratiestromen actief te sturen. Wij steunen het kabinet in de overtuiging dat de samenleving de instroom niet meer aankan, niet in de zorg, niet in het onderwijs, niet op de woningmarkt en niet in de opvang. Grip op wie we als arbeidsmigrant naar Nederland willen halen door de discussie te durven aangaan welke sectoren in het land gaan groeien en welke zullen krimpen, kan op onze steun rekenen. Als een bedrijf alleen kan overleven bij gratie van laagbetaalde immigranten, waarbij alle kosten op de samenleving worden afgewenteld, dan is het de hoogste tijd om hierin het mes te zetten. Dat vergt een kritische doorlichting van ons beleid, fiscaal, ruimtelijk en op verschillende overheidsniveaus, en wij steunen dat.

Het aantal studenten uit het buitenland is ontzettend gegroeid. Ons onderwijs zou niet van het huidige niveau en de huidige diversiteit zijn zonder studenten uit het buitenland. Internationale uitwisseling en verbanden zijn cruciaal voor een land als Nederland. Maar we moeten ook constateren dat veel van deze studenten niet al te lang na hun studie ons land verlaten. Daarnaast kan onze infrastructuur het simpelweg niet aan. Er is niet genoeg huisvesting en de collegezalen lopen over. Internationalisering is een levensader voor Nederland, dus gooi het kind niet met het badwater weg, maar herstel in goed overleg met de onderwijsinstellingen de balans, en voer beleid om afgestudeerden die we nodig hebben langer hier te houden.

Wij willen minder asielinstroom en grip op wie instroomt, namelijk de mensen die recht hebben op bescherming. Die moeten ook sneller doorstromen. Mensen die niet mogen blijven, moeten terug. De asielketen is volledig vastgelopen. Het beroep dat we op het kabinet willen doen, is om de lange lijst aan structurele maatregelen in het regeerprogramma versneld op te pakken, van de invoering van het tweestatusstelsel tot aan de gedwongen terugkeer van overlastgevende en uitgeprocedeerde asielzoekers. Kan de premier ons inzicht geven in de tijdslijnen die het kabinet heeft ten aanzien van de invoer van structureel instroombeperkende maatregelen?

Voorzitter. Het kabinet moet nu wel doorpakken om ervoor te zorgen dat we de balans herstellen en voorkomen dat het hogegroeiscenario, waarvan de staatscommissie ook heel helder stelt dat ons land daarbij niet is gebaat, werkelijkheid wordt. Nederland behoort tot de dichtstbevolkte landen ter wereld. Groei van de bevolking en veranderende vraag leiden tot een schrijnend tekort aan woningen in Nederland. Bouwen moet, en snel, maar we moeten ook goed kijken naar wat we nu en in de toekomst aan woningen nodig hebben. De toename van het aantal eenpersoonshuishoudens en vergrijzing hebben bijvoorbeeld hierop grote impact.

Wij hebben 5 miljoen eengezinswoningen in Nederland, terwijl in bijna de helft daarvan geen gezin woont. We hebben een toenemende zorgvraag en een stijgende eenzaamheid onder oud en jong. Dat vraagt er niet alleen om de bestaande bouw beter te benutten, maar ook om echt anders te bouwen. Er zijn veel concurrerende ruimtelijke claims, maar er moet worden gebouwd en dat kan niet alleen maar binnenstedelijk worden opgelost. Het moet natuurlijk wel met inachtneming van bodem en water. Maar het aanwijzen van grootschalige bouwlocaties is onvermijdelijk en moet snel. Bent u dat met ons eens? En wanneer zien wij hier de eerste resultaten van?

Voorzitter. Samenleven doen we met elkaar. Ik wil in een land wonen waar wij elkaar tegenkomen, waar we elkaar helpen en waar we met elkaar in gesprek blijven. Daarbij is het van belang dat we blijven zoeken naar wat ons met elkaar verbindt. Wij maken ons grote zorgen over de bubbels op social media, waar mensen heel snel in een fuik worden gezogen, fuiken van terroristische netwerken tot aan anorexiaverheerlijking. De huidige aanpak van dit fenomeen en de algoritmes die hierachter liggen, schiet te kort.

De socialmediaplatforms, die in handen zijn van vaak buitenlandse bedrijven, spelen een hele belangrijke rol bij het verspreiden van informatie, maar helaas ook van mis- en desinformatie. Dat heeft niet alleen gevolgen in de digitale wereld, maar ook in onze fysieke wereld. Wat strafbaar is op het marktplein, moet dat ook online zijn. Het op lucratieve manier faciliteren en aanjagen van deze fuiken door deze exploitanten heeft grote gevolgen voor de samenleving en is voor de VVD niet acceptabel. Welke mogelijkheden ziet het kabinet om deze partijen eenvoudiger en effectiever te kunnen aanpakken? En wil het kabinet zich ook in Brussel inzetten voor een Europese aanpak?

Voorzitter. Cybercrime is geen nieuw fenomeen, maar wel een dat heel bedreigend is voor de samenleving. Wij zijn heel verheugd om te zien hoe ambitieus het kabinet is om dit aan te pakken. Eén vraag heb ik. Hoe verhogen wij de weerbaarheid van onze cruciale infrastructuur ook buiten de overheid, zoals onze ziekenhuizen, banken, havens en water- en energiebedrijven?

Voorzitter. Voorgaande kabinetten hebben fors extra geïnvesteerd in onderwijs en in dezelfde periode is Nederland — we hadden het er net al over — qua prestaties gedaald in de internationale vergelijkingen. Dat is een hele slechte constatering. Wij geven gemiddeld niet minder uit aan onderwijs dan andere OESO-landen. Wij zijn blij dat het kabinet inzet op meer focus voor basisvaardigheden en wij steunen dan ook het kabinet daarin. Maar is dat genoeg om het tij te keren?

Nederland staat aan de vooravond van een aantal ingrijpende transities. Naast geopolitieke, demografische en technologische transities zijn dat ook transities rond energie en klimaat. De VVD-fractie steunt het kabinet in de agenda voor groene groei. We moeten veranderen om onze welvaart te behouden en ons land beter door te geven dan we het aantroffen. Een goed ondernemersklimaat is cruciaal en wij zijn verheugd te zien dat dit kabinet daar meer oog voor heeft dan voorgaande kabinetten. Het herstel is ingezet, maar er is meer nodig. Met lastenverlichting zorgt het kabinet dat bedrijven, groot en klein, kunnen blijven investeren in Nederland. Dat is superbelangrijk. Twee derde van de R&D-uitgaven is afkomstig van het bedrijfsleven, dus is het van groot belang dat het kabinet voorkomt dat bedrijven met veel innovatiepotentie het land verlaten. Maar dan moeten we er ook voor zorgen dat deze bedrijven op het energienet kunnen en dat zij technisch personeel kunnen vinden, dat we ons mkb niet verstikken met complexe en onuitvoerbare regels. Dat staat hoog op de agenda van de VVD-fractie in de Eerste Kamer. Mijn vraag is met welke gerichte maatregelen het kabinet deze en andere blokkades om te kunnen groeien voor bedrijven in Nederland wil ontmantelen.

Voorzitter. Tot slot. De VVD-fractie is blij dat dit kabinet inzet op kernenergie. Nu discussiëren we in de politiek al zo'n vijftig jaar over kernenergie zonder al te veel resultaat. Wat niet helpt is de onzekerheid over de intenties en de consistentie van de overheid. Er zijn nog niet zo lang geleden schone kolencentrales gebouwd waarin veel privaat geld is geïnvesteerd, maar waar de stekker al uit ging voor ze goed en wel waren opgestart. Dat vooruitzicht is geen lokkertje voor investeerders in kernenergie. Er zal dus meer zekerheid tegenover moeten staan. Hoe ziet het kabinet dat? Gezien de enorme afhankelijkheid die wij hebben van andere landen voor onze energie en om de leveringszekerheid te vergroten, willen we dat het kabinet het bouwen van kerncentrales tot prioriteit maakt. Juist deze coalitie van deze vier partijen geeft de gelegenheid om hier nu eens maximaal tempo op te maken. Graag horen we van de premier hoe het kabinet het tempo kan opvoeren, hoe het werk gaat maken van de ontwikkeling van de SMR's en hoe het kabinet ervoor zorgt dat het gebrek aan kennis over kernenergie in Nederland snel wordt ingehaald.

De voorzitter:

Wilt u uw verhaal afronden, mevrouw Schippers?

Mevrouw Schippers (VVD):

Ja. Ik zou best nog wel even willen doorgaan, maar mijn tijd is op.

De can-domentaliteit van dit kabinet spreekt ons erg aan. Niet voor iedere oplossing een nieuw probleem. Niet waarom iets niet kan, maar inzetten op wat er wel kan en het lef hebben om grote ambities te hebben om de rest in beweging te krijgen. Maar de hoge verwachtingen scheppen ook grote verplichtingen, dus mouwen opstropen en aan de slag.

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

Mevrouw Schippers sprak kort over asielmigratie. Ik ken de VVD als een partij die een behoorlijk sterk ontwikkeld staatsrechtelijk geweten heeft. Mijn vraag is of ik het goed gezien heb dat dit onderwerp in uw bijdrage niet een zodanige urgentie had dat die het inroepen van het staatsnoodrecht, waar veel over gesproken is de afgelopen maanden, rechtvaardigt.

Mevrouw Schippers (VVD):

Het is een misverstand als u niet de urgentie in mijn bijdrage heeft gevoeld. Die urgentie is niet alleen de urgentie van de VVD. Ik heb het rapport van de staatscommissie gelezen. Het is echt cruciaal dat wij in dit land grip gaan krijgen op migratie. Gaan we die niet krijgen, dan zullen de mensen die na ons komen, voor wie u ook aandacht vroeg, voor de mensen, de kinderen die in de toekomst onze leeftijd hebben, het echt heel erg moeilijk gaan krijgen. Wij moeten dus grip krijgen op migratie. Dat staat voor ons heel erg hoog op de agenda.

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

Dat is eigenlijk geen antwoord op de vraag. Wij vinden ook dat er grip moet komen op migratie. Ik heb zelf gesproken over grip op migratie. De vraag is: is de situatie zo ernstig? Zijn de buitengewone omstandigheden van dien aard dat het volgens de VVD-fractie gerechtvaardigd is om maatregelen te nemen waarbij de Tweede en de Eerste Kamer tijdelijk buitenspel gezet worden?

Mevrouw Schippers (VVD):

Ik hecht toch wel aan de rolneming die we met elkaar met enige regelmaat in dit huis bespreken. We hebben met elkaar afgesproken dat de regering regeert en dat het parlement controleert. Wat de regering gaat doen weet ik niet. Ik weet niet of zij gebruik gaat maken van de artikelen in de Vreemdelingenwet die wij zelf overigens hebben goedgekeurd, ook in dit huis, en of zij dat voldoende kan motiveren. Dat kan ik niet beoordelen, want ik heb nog niks gezien. Ik wacht dus waar het kabinet mee komt en daarna zal ons oordeel er zijn.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

Dan kan ik u helpen, want ik heb wel wat gezien. Dat staat namelijk in het regeerprogramma. In het regeerprogramma staat klip-en-klaar dat dit gaat gebeuren en dat er nog een dragende onderbouwing moet worden gevonden. Die zullen we nader lezen, als het kabinet daaruit komt. Maar het is natuurlijk niet zo dat we hier voor onze beurt praten. U sprak uw collega Yeşilgöz even aan of u haalde haar aan. Bent u het met haar eens dat het ook een aansporing aan het kabinet kan zijn: het maakt mij niet uit, staatsnoodrecht of een spoedwet? Dat was haar oplossing in dat debat in de Tweede Kamer. Deelt u dat?

Mevrouw Schippers (VVD):

Het gaat ons om de resultaten. Een resultaat is dat er iets moet gebeuren en dat dat niet te lang kan wachten. Dat is ook de vraag die ik aan het kabinet heb: wanneer komt u met een tijdslijn over welke wetsvoorstellen wij hier allemaal te kunnen verwachten om daadwerkelijk de daad bij het woord te voegen? Welke route het kabinet gaat kiezen, wacht ik af. Ik weet niet welke route het kabinet gaat kiezen. Ik wacht af waar zij mee komen en wij zullen dat beoordelen op basis van de motivatie die zij daarbij aandragen.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

Maar het is toch belangrijk om in die routes, die toch tamelijk principieel zijn, namelijk of je de volksvertegenwoordiging wel of niet betrekt bij de oplossing van dit vraagstuk, een keuze te maken?

Mevrouw Schippers (VVD):

Wij hebben in de wet hier ruimte voor gegeven. Dan moet dat wel dragend gemotiveerd worden. Nou, dat zullen wij afwachten. Er staat ook dat de Raad van State nog gaat kijken naar een eventueel voorstel van het kabinet. En mocht het zo zijn dat het hele parlement vindt dat het niet goed gaat, kunnen wij altijd nog het kabinet of de minister-president of de minister van Asiel en Migratie naar de Kamer roepen om het beleid bij te sturen. Het is ook een beetje een beeld scheppen alsof wij hier buitenspel worden gezet. Nee, wij hebben hier een wet aangenomen. Het kabinet kijkt of het gebruikmaakt van deze wet. Ik zal het wel zien. Het enige dat ik zeg is dat wat ik graag zou willen hebben, een resultaat is. Want het probleem is urgent en die urgentie moet ons allen aansporen tot het nemen van maatregelen.

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter …

De voorzitter:

Ik ga naar de heer Jansen namens de SP. Ik moet consequent zijn, meneer Rosenmöller. Sorry. Ik heb u al vier vragen gegeven. Meneer Jansen.

De heer Janssen i (SP):

Dat is royaal. Ik heb een vraag. De VVD heeft zich opgeworpen als schatbewaarder van dit kabinet, met de minister van Financiën. Zij hebben gezegd: wij gaan goed op de centen letten. In dat kader heb ik een vraag over migratie. We weten dat noodopvang twee tot drie keer zo duur is als reguliere opvang en we zien nu dat de aankondiging van het intrekken van de Spreidingswet bij het COA al leidt tot afzeggingen van locaties voor reguliere opvang. Die locaties moeten dus door noodopvang, voor twee tot drie keer de prijs, gerealiseerd worden en dat gaat honderden miljoenen per jaar extra kosten. Wat is dan de beweegreden van de VVD om te zeggen "laten we die Spreidingswet maar intrekken" als dat honderden miljoenen per jaar aan vermijdbare kosten op gaat leveren?

Mevrouw Schippers (VVD):

Dat zeggen wij niet. In het regeerakkoord staat inderdaad dat de Spreidingswet wordt ingetrokken, maar er staat ook nog iets bij, namelijk dat er instroombeperkende maatregelen worden genomen. Dat hangt wel samen. Je kan niet het ene doen zonder het andere. En als je instroombeperkende maatregelen neemt, komen er dus minder mensen die een beroep doen op die opvang. Er staat nog een ding in het regeerprogramma, namelijk dat het kabinet opvanglocaties uitbreidt. Dat is het regeerprogramma dat ik heb gelezen en ik wacht dus af waar het kabinet mee komt.

De heer Janssen (SP):

We zien in de prognoses dat de kosten de komende jaren nog gaan oplopen. Die daling komt pas veel later. Twee jaar zeggen "we gaan niet beslissen op aanvragen" betekent dat die mensen ergens moeten verblijven. We zien nu gewoon dat er al heel veel noodopvang is in plaats van reguliere opvang en dat het COA te kampen heeft met afgezegde locaties. U kunt wel zeggen dat ze er gaan komen, maar als er nu concrete plannen afgezegd worden, hoelang duurt het dan voordat die er zijn? Die maatregelen betekenen niet dat vanaf het moment dat ze genomen worden de instroom zodanig veel lager wordt dat al die locaties overbodig worden. Dus de noodopvang, die veel duurder is, twee tot drie keer zo duur, zal nog honderden miljoenen extra per jaar gaan kosten de komende jaren. Of zegt u: de Spreidingswet wordt voorlopig toch maar niet afgeschaft, het kan nog wel twee, drie jaar duren voordat dat realiteit is, dus het is geen probleem?

Mevrouw Schippers (VVD):

Voordat dat realiteit is, zal even duren en in die tijd zullen ook de instroombeperkende maatregelen effect moeten hebben. Maar het is natuurlijk niet zo dat … Iedereen die hier binnenkomt moet gewoon netjes opgevangen worden. Dat is wat voor ons vooropstaat. Daarom moet er ook voor gezorgd worden dat er voldoende opvang is. Het slapen op het gras is geen oplossing. Er moet gewoon goede opvang zijn voor mensen die hier binnenkomen.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Janssen.

De heer Janssen (SP):

Maar kan mevrouw Schippers dan de mening onderschrijven dat als er opvang moet zijn — ze zegt zelf dat die er moet zijn voor mensen die binnenkomen — het streven moet zijn dat dat zo veel mogelijk reguliere opvang is en dat noodopvang ook echt noodopvang moet zijn en niet een bijna even groot aandeel moet zijn als de reguliere opvang, zoals nu het geval is?

Mevrouw Schippers (VVD):

Ja, en daarom onderschrijf ik ook het regeerprogramma, waar dat in staat: uitbreiding van de opvang.

De heer Schalk i (SGP):

Een overzichtelijke vraag, denk ik, naar aanleiding van de inperking van de asielinstroom. In de Tweede Kamer heeft mevrouw Yeşilgöz volgens mij niet gezegd "het is het een of het ander". Nee, daar is heel zorgvuldig gedebatteerd. Maar zij heeft wel de suggestie gedaan aan het kabinet om, terwijl er misschien gewerkt wordt aan een noodwet, tevens te werken aan spoedwetgeving. Steunt u die suggestie?

Mevrouw Schippers (VVD):

Ja, die steun ik.

De heer Koffeman i (PvdD):

Ik hoor collega Schippers een warm pleidooi houden voor kernenergie. Hoe kijkt mevrouw Schippers ernaar dat private investeerders helemaal niks zien in investeren in kernenergie? Die vinden dat kennelijk risicovol. Hoe verhoudt zich dat nou tot het uitgangspunt van de VVD dat de markt problemen moet oplossen, terwijl het in dit geval helemaal uit publieke middelen moet komen?

Mevrouw Schippers (VVD):

Ik denk niet dat de markt alle problemen kan oplossen. Anders konden we de overheid natuurlijk opheffen. Ik heb wel geschetst wat er in het verleden is gebeurd waardoor ik kan begrijpen dat de markt voorzichtig is om hierin te investeren. Het is aan het kabinet — die oproep heb ik net gedaan — om ervoor te zorgen dat dit wel van de grond gaat komen. Zorg ervoor dat die markt voldoende vertrouwen heeft om hierin wél te gaan investeren. Neem die onzekerheid weg.

De heer Koffeman (PvdD):

Begrijp ik daaruit goed dat voor de VVD geldt dat als de markt dat vertrouwen niet krijgt, dit ook een breekpunt kan zijn wat het aanleggen van kerncentrales betreft, dus als de markt ernaar kijkt en zegt "voor ons hoeft het niet"?

Mevrouw Schippers (VVD):

Als ik naar onze energie kijk, maak ik me wel zorgen. We zijn veel te afhankelijk van regimes waarvan je niet afhankelijk wilt zijn. Kernenergie is een onderdeel. We hebben wind en zon, maar we hebben ook kernenergie nodig, ook voor de leveringszekerheid. Ik ben er juist een groot voorstander van dat het kabinet alles doet wat in zijn macht ligt om die kerncentrales van de grond te trekken.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Koffeman.

De heer Koffeman (PvdD):

Dan is toch de vraag of je dat meteen met vier kerncentrales zou moeten doen. Een aantal staan bovendien in gebieden waar de zeespiegelstijging een reëel gevaar vormt. Is dat weldoordacht energiedenken? Of zou dat ook op een andere manier geïmplementeerd kunnen worden? Je kunt zeggen: we gaan inzetten op energiebesparing en gaan niet voluit voor kernenergie.

Mevrouw Schippers (VVD):

Ik vrees dat we het allemaal moeten doen. Het is echt en-en-en-en. Ik denk dat we ook energie moeten besparen als burgers, als bedrijven en als samenleving. Maar ik denk dat we ook leveringszekerheid moeten creëren. We moeten ook creëren … We zijn allemaal zo afhankelijk van elektriciteit! We hebben allemaal bevorderd dat iedereen met een elektrische auto gaat rijden. Het beslag dat dat alleen al legt … Je hebt een paar kerncentrales zoals Borssele nodig, wil je al die auto's kunnen laten rijden. Wij zullen in Nederland echt wel een tandje bij moeten zetten wat mij betreft.

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Mevrouw Schippers zei dat de Kamer, de Tweede of de Eerste Kamer, niet buitenspel staat. Ik was blij dat ze dat zei. Zij merkte ook op dat de Kamer, de Tweede of de Eerste Kamer, altijd de minister-president naar de Kamer kan roepen, elke week. Mag ik daaruit de conclusie trekken — dat begreep ik eigenlijk al van u, maar ik hoor het graag nogmaals naar aanleiding van mijn vraag — dat u dus afwacht waar het kabinet eventueel mee komt? Dat weten we namelijk helemaal niet. We kunnen altijd de premier vragen, elke week. Bent u dat met mij eens?

Mevrouw Schippers (VVD):

Helemaal.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik, gezien de tijd, schorsen voor de lunchpauze.

De beraadslaging wordt geschorst.