T03928

Toezegging Budget ontwikkelingshulp en de economische groei (36.600)



De minister-president zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Bovens (CDA) en Huizinga-Heringa (ChristenUnie), toe dat hij aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en de minister van Financiën zal vragen om - voorafgaand aan de behandeling van de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp - in een brief aan de Kamer in te gaan op de koppeling van het budget voor ontwikkelingshulp en de economische groei en meer in het bijzonder uit te leggen waarom het in het hoofdlijnenakkoord geraamde bedrag voor bezuiniging op ontwikkelingshulp is gewijzigd.


Kerngegevens

Nummer T03928
Status voldaan
Datum toezegging 8 oktober 2024
Deadline 1 januari 2025
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Kamerleden drs. T.J.F.M. Bovens (CDA)
J.C. Huizinga-Heringa (ChristenUnie)
P. Rosenmöller (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Bruto Nationaal Inkomen
budget
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, begroting
economische groei
ontwikkelingshulp
Kamerstukken Miljoenennota 2025 (36.600)


Uit de stukken

Handelingen I 2024/25, nr. , item , p.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

“Ik meende te horen dat de minister-president (…) het over de koppeling van ontwikkelingssamenwerking heeft gehad. Daar wil ik vragen over stellen, dus bij dezen. Heb ik de minister-president nu horen zeggen dat die koppeling niet wordt losgelaten?”

Minister-president Schoof:

“Ik heb het iets genuanceerder gezegd. Het vorige kabinet heeft tot en met de Voorjaarsnota — ik zeg het nu ietsje anders, geef ik eerlijk toe — ontwikkelingshulp gekoppeld aan economische groei. Die koppeling heeft dit kabinet toen gerespecteerd, tot nu toe. Het kabinet heeft er nu voor gekozen om bij de Miljoenennota de geactualiseerde raming van het bni niet te verwerken in het budget voor ontwikkelingshulp. Dit vanwege de totale problematiek. In het voorjaar van 2025 maakt het kabinet opnieuw de balans op. Daar kan ik nu niet op vooruitlopen, want daar zit een budgettaire component aan. Extra uitgaven moeten worden gedekt.”

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

“Dan begrijp ik dat die koppeling nu wordt losgelaten, dat u het voor de Voorjaarsnota nog niet weet, en dat uw argument daarvoor is dat uitgaven moeten worden gedekt. Maar sommige uitgaven staan gewoon vast. Al sinds jaar en dag is die koppeling er, waardoor het geld dat voor ODA wordt geïndexeerd, meegroeit met het bni. Als de minister-president zegt dat het kabinet dat nu gaat loslaten, dan doet hij net alsof het een keuze is of we daar geld aan uitgeven of niet. Maar het is een koppeling die bestaat. Het is een breuk om te zeggen: daar stoppen we nu mee. Ik vind dus dat de minister-president daar wat laconiek overheen loopt.”

Minister-president Schoof:

“Ik heb geenszins de indruk willen wekken dat ik er laconiek overheen loop. Ik heb alleen gezegd dat we nu de geactualiseerde raming van het bni niet verwerkt hebben en dat we bij de Voorjaarsnota — dat is een nadrukkelijke afspraak — opnieuw de balans opmaken. Dat hebben we ook in het kabinet afgesproken. Ik heb vervolgens gezegd dat ik daar nu niet op kan vooruitlopen. Maar we hernemen de discussie in het kabinet, en ongetwijfeld ook met uw beide Kamers naar aanleiding van de besluitvorming van de Voorjaarsnota. (…)”

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

“Dan concludeer ik uit het antwoord van de minister-president dat hij zegt: die koppeling, die we al 50 jaar lang respecteren, zetten we nu op de tocht; we gaan er nu eens over spreken of we daarmee doorgaan.”

Minister-president Schoof:

“Het klopt dat wij de geactualiseerde raming niet hebben verwerkt en dat we er bij de Voorjaarnota in het kabinet op terugkomen en dan de discussie met elkaar hervatten.”

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

“Ik vat dat op als een "ja".”

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

“Ik schrik daar toch een beetje van, los van wat wij volgend voorjaar te zien krijgen. Is het nu zo dat na jarenlange koppeling er tenminste voor de begroting voor 2025 een ontkoppeling heeft plaatsgevonden omdat u op zoek was naar geld en dat u dat heeft gevonden bij de arme landen?”

Minister-president Schoof:

“We hebben de geactualiseerde raming losgelaten. Naar overtuiging van dit kabinet is er in het budget voor ontwikkelingshulp nog alle ruimte om de prioriteiten te geven die wij willen geven op een aantal onderwerpen, zoals ik net ook heb aangegeven. Denk aan voedselzekerheid en water. We kunnen nog steeds in de Europese en internationale gremia de rol spelen die wij nodig vinden op dit domein.”

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

Buiten deze zaal begrijpt natuurlijk helemaal niemand wat van "we hebben de geactualiseerde raming losgelaten". Dat betekent gewoon: minder geld voor ontwikkelingssamenwerking. Klopt dat?

Minister-president Schoof:

“Het klopt dat het minder is, maar het is niet zo dat de koppeling volledig is losgelaten. We hebben alleen de geactualiseerde raming niet gebruikt. We hebben de koppeling losgelaten in de zin dat we de geactualiseerde raming niet hebben meegenomen. En we hebben gezegd dat we er bij de Voorjaarsnota in het kabinet op terugkomen. Wij snappen namelijk dat dit een onderwerp is dat nadere discussie in het kabinet en in beide Kamers verdient.” (…)

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

“Dan is dus de conclusie dat u voor de begroting voor 2025 afgestapt bent van een jarenlang bestaande systematiek die internationaal is afgesproken en geleid heeft tot een paar honderd miljoen euro, die u nodig had voor een gat in de begroting.”

De heer Bovens (CDA):

“Ik kreeg de indruk uit het regeerakkoord, dat volgt het hoofdlijnenakkoord, dat er een bezuiniging was op ontwikkelingssamenwerking — ik meen dat het 2,4 of 2,7 miljard was — en dat dit er in één keer bij kwam, als een soort verrassing. Ik bedoel dat die raming er tussentijds gekomen is en dat u die losgelaten heeft. Ik vraag mij af hoe het kan dat die budgettair noodzakelijk was, want het is er later in gevoegd. Met andere woorden: dat is een ander bedrag dan de bezuiniging die u in het hoofdlijnenakkoord had staan. Dat vond ik ook al heel vervelend, maar dat is eenmaal wat u heeft afgesproken. Ik zou toch graag een brief of iets dergelijks willen voordat wij de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking in de Kamer behandelen, waarin u dat nog even toelicht en uitlegt wat de mogelijkheden zijn. Ik zie straks in de meerjarenraming dat u de raming ook loslaat. Dan wordt het inderdaad een hele opgave om dat te gaan dekken, terwijl het iets is wat er eigenlijk later in is gefietst. Ik zou dus heel graag een brief of iets dergelijks van de minister-president of het kabinet willen voordat wij de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking behandelen, waarin nog even precies wordt uitgelegd wat het betekent en wat het voor consequenties heeft. Dan kunnen we daar eventueel verder over spreken bij de begrotingsbehandeling.” (…)

Minister-president Schoof:

“Dan vroeg de heer Bovens om een brief, voorafgaande aan de behandeling van de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, over de koppeling van het budget ontwikkelingshulp en de economische groei. Ik kan dit toezeggen. Ik geleid dit verzoek dan ook door naar de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en de minister van Financiën.”



Historie