Verslag van de vergadering van 26 november 2024 (2024/2025 nr. 09)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 15.02 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Van Aelst-den Uijl i (SP):
Dank, voorzitter. Verbazingwekkend genoeg ben ik een van de weinige papierlozen bij dit duurzaamheidsdebat. Ook via deze route gefeliciteerd aan de heer Lievense, die één week voor mij beëdigd werd als senator, maar iets langer heeft moeten wachten op zijn maidenspeech. Maar gefeliciteerd! Het was een mooi verhaal.
Voorzitter. Nu ga ik in op deze wet. Dat we niet langer door kunnen gaan met het opstoken van fossiele brandstoffen is duidelijk voor de meesten van ons. Dat moeten we echter wel op een slimme en vooral eerlijke manier doen, omdat de transitie anders zal stoppen. Het slimme kan wat ons betreft beginnen met de vraag welke lessen we leren van de warmtetransitie die op sommige plekken al gestart is. Waar zijn we tegen stevige problemen aangelopen? Als je daar namelijk een beetje naar gaat zoeken, zie je nu al dat de warmtenetten op veel plekken vooralsnog veel duurder blijken te zijn dan gas, omdat de mensen die omwille van de kosten bijna niets verbruiken, ineens een heel veel hoger vastrecht zijn gaan betalen ten opzichte van het vastrecht bij gas. Welke zaken gingen er goed? Wat kunnen we stimuleren als we leren van eerdere transities? We horen dan ook graag van de minister hoe de geleerde lessen in het voorliggende voorstel staan.
TNO waarschuwde in de deskundigenbijeenkomst over de Energiewet, waar vandaag vanzelfsprekend veel overlap mee is, dat er een groeiende tweedeling is tussen mensen die mee kunnen komen met verduurzaming en mensen die dat niet kunnen. Zij hebben een achterstand, omdat zij de nieuwe technologie niet kunnen betalen. De achterblijvers moeten bovendien met een steeds kleinere groep de vaste netkosten voor het gasnet betalen. Hoe kan het beleid uiteindelijk doeltreffend zijn, wanneer het ervoor zorgt dat zo veel mensen niet langer aangehaakt zijn?
Wij denken dat het collectief daarmee uiteindelijk op losse schroeven komt. Dit is extra zuur wanneer je weet dat de verduurzaming de rekening voor huishoudens omlaag zal gaan brengen. En nog zuurder wanneer je bedenkt dat de uiteindelijke schade door klimaatverandering een veelvoud zal zijn van de preventieve kosten die wij nu hebben; er werd net al aan gerefereerd door D66.
Een vergelijkbare zorg kunnen we uitspreken over gemeenten, waarvan de financiën problematisch te noemen zijn. Ook zij krijgen van rijkswege hoge kosten van de implementatie van klimaatbeleid op hun bord, en dus ook van de warmtetransitie. Gemeenten kunnen hierdoor nog dieper in de financiële problemen komen. De Raad voor het Openbaar Bestuur becijferde dat het klimaatbeleid van gemeenten voor problematisch hoge kosten zal zorgen. Dan zullen ook deze kosten uiteindelijk bij inwoners terechtkomen of ten koste gaan van voorzieningen in wijken, buurten en kernen. Dit is extra zuur, omdat de verduurzaming op termijn positieve effecten zal hebben op steden en dorpen en kosten zal besparen voor klimaatmitigatie. De SP is er in ieder geval wel van overtuigd dat dit slimmer kan.
Een hiermee samenhangende zorg, waar de ChristenUnie net ook al even aan refereerde, is dat de uitvoering van de wet waarschijnlijk gepaard zal gaan met hele dure externe inhuur. Daarmee zal veel publiek geld en publieke kennis wegstromen naar de markt toe. Het is goed dat hiervoor een regeling beschikbaar gaat komen, maar wij vragen ons wel af hoe dit voor de lange termijn gewaarborgd gaat worden. We zijn ook heel benieuwd hoe de minister voorkomt dat de implementatie van deze wet en van de energietransitie voor nog meer externe inhuur zal gaan zorgen. Daarmee komt publiek geld in markthanden en blijft de kennis niet publiek. Hoe voorkomt de minister daarnaast dat de kosten die gemeenten moeten maken voor de energietransitie ten koste zullen gaan van andere taken? Oftewel: hoe zorgt de minister voor structureel voldoende middelen op lokaal niveau?
Als historicus kan ik toch de vergelijking niet laten. Er is echt een heel groot verschil tussen de omslag van fabrieksgas naar aardgas en de omslag nu. Bij fabrieksgas naar aardgas zijn de inwoners niet voor hoge kosten gesteld. De insteek was dat zij geholpen moesten worden en dat de overstap aantrekkelijk moest zijn. Een scherp contrast met de transitie nu. Voor mensen die al geld hebben, is het gemakkelijk om over te stappen en om de overstap voor een deel terug te verdienen of met subsidie vergoed te krijgen. Voor degenen die het geld voor die cofinanciering niet hebben, is de transitie op dit moment de poort naar nog meer armoede, kou, schimmelwoningen en achterstand. En die mensen die tot nu toe niet kunnen meekomen met de transitie, betalen wel al jaren mee aan de subsidies voor mensen die het eigenlijk wel kunnen betalen; de subsidies voor elektrische auto's, de SDE-subsidie, de saldering, de btw-verlaging op zonnepanelen en ga zo maar door. De wijzigingen in het energiedomein, zoals de afschaffing van de salderingsregeling, de Energiewet en de wet die vandaag voorligt, zijn niet alleen technische wijzigingen. Het zijn vooral sociaaleconomische vraagstukken; verdelingsvraagstukken, die vooralsnog bijzonder technocratisch worden aangevlogen.
Daarnaast is er ook een grote tweedeling tussen mensen met een eigen huis en geld en mensen zonder eigen huis of mensen zonder geld en een eigen huis. Huurders hebben weinig te zeggen over isolatie en warmtebronnen. Woningeigenaren die op dit moment het hoofd maar nauwelijks boven water kunnen houden, raken kopje onder door de hoge stookkosten. En eigenaren met genoeg geld hebben eigenlijk al maatregelen genomen met subsidies. Dat is onwenselijk in het licht van wat TNO ook stelde over de afkalvende steun voor de transitie, wanneer deze vooralsnog zo oneerlijk is.
Voorzitter, laten we eerlijk zijn. We kunnen het ons met z'n allen gewoonweg niet veroorloven dat deze transitie zo rommelig en zo oneerlijk vorm wordt gegeven, omdat het alle hens aan dek is om de collectieve doelen te bereiken.
In de brief van het kabinet over de randvoorwaarden voor de warmtetransitie worden enerzijds een aantal oplossingen besproken, maar anderzijds wordt benadrukt dat hiervoor vooralsnog geen geld beschikbaar is. Dat de middelen nog niet beschikbaar zijn, vindt mijn fractie in ieder geval zorgelijk. Hoe realistisch is hetgeen in de brief van eind oktober gesteld is, in het licht van het eigenlijk volledig ontbreken van middelen? Een ander zorgelijk punt in dezelfde brief is dat het maximumtarief voor warmtenetten vooral opgenomen lijkt te zijn voor het moment dat de kosten in één gebied sterk afwijken van de kosten in andere gebieden. Maar wat als de tarieven in hun geheel afwijken van de situatie van gas of van de situatie met een warmtepomp? Hoe wordt dan voorkomen dat inwoners voor te hoge kosten komen te staan?
Dan mijn een-na-laatste punt: de verwondering over zeggenschap. Die verwondering voelde ik echt diep toen ik naar de deskundigensessie en de technische briefing over de Energiewet keek — ik was toen nog geen woordvoerder — en daar zo duidelijk werd gesteld dat dingen publiek doen eigenlijk bijna een soort van vies woord is geworden. BBB refereerde er ook al aan dat uiteindelijk alleen de dingen die de markt echt niet wil doen en waar de markt echt geen winst op kan maken, publiek moeten worden uitgevoerd. Dus eerst is alle winst naar de markt gegaan, en het onrendabele stuk mag dan vervolgens met collectieve financiële middelen worden betaald. In alle eerlijkheid: ik kan het niet begrijpen, want juist die winst zou gebruikt moeten worden om de onrendabele top te bekostigen. Maar nu is er eigenlijk dubbele winst voor de marktpartijen en dubbel verlies voor de belastingbetaler. Volgens mij werd het al gezegd door GroenLinks-Partij van de Arbeid tijdens diezelfde sessie. Wij begrijpen het niet meer. In de randvoorwaardenbrief worden verschillende opties genoemd om de warmtenetten betaalbaar te houden. In alle gevallen is hier heel veel publiek geld mee gemoeid. Wat mij dan verbaast, is dat er niet direct ook zeggenschap tegenover staat. Dus kennelijk mogen wij wel betalen met belastinggeld, maar mag dat dan vervolgens gedeeltelijk eigendom worden van een marktpartij die daarover mag beslissen. Datzelfde geldt voor de compensatie voor gebruikers van warmtenetten. Het gaat om publiek geld, dat betaald gaat worden aan een bedrijf, al dan niet met publiek meerderheidsbelang. Maar dan nog is het voor een deel in private handen.
Voorzitter. Mijn laatste punt — mijn tijd is zo goed als om — is de samenhang met ander beleid. In deze wet, samen met een aantal andere wetten, staat een punt waarover wij ons verbazen. Voor een deel van de warmtetransitie wordt gekeken naar het diep boren in de ondergrond, naar het opslaan van warm water in de ondergrond en het dan weer oppompen daarvan. Wij missen de samenhang, wanneer je het echt goed zorgvuldig zou willen bekijken, met milieubeleid, met bodembeleid, met grondwater en met drinkwater. Met elkaar kennen wij de effecten van het diep boren in de ondergrond op de kwaliteit van ons grondwater en op de kwaliteit van ons drinkwater nu nog onvoldoende en zijn wij mogelijk bezig met het veroorzaken van problemen als wij nu op allerlei plekken ruimte bieden om diep te gaan boren. Wij zijn dus wel heel benieuwd of er ook voor dat aspect wordt gekeken naar de samenhang tussen verschillende beleidsterreinen.
Voorzitter, resumerend. De SP maakt zich over een aantal punten best stevig zorgen. Over de wet van vandaag, maar ook over de wet die volgende week voorligt. We missen de samenhang met ander beleid en met name de borging dat publieke middelen niet in handen van de markt stromen. We missen ook echt de benadering vanuit sociaaleconomisch perspectief in plaats van alleen het technische perspectief.
We zijn heel benieuwd naar de antwoorden van de minister.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Aelst. Dan is het woord aan de heer Van Ballekom namens de VVD.