Plenair Koffeman bij behandeling Energiewet



Verslag van de vergadering van 3 december 2024 (2024/2025 nr. 10)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 15.38 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter, dank u wel en welkom aan de minister. Energiekosten vormen een groot deel van het huishoudbudget van de meeste mensen en daarmee van de betaalbaarheid van het levensonderhoud. Uit onderzoek van TNO dit jaar blijkt dat 90% van de huishoudens in energiearmoede huurder is. Het Nibud geeft aan dat een alleenstaande met een bijstandsuitkering in een niet energiezuinige woning zijn energierekening in een jaar tijd zag verdubbelen. Juist huishoudens die niet de financiële mogelijkheden hebben om energiebesparende maatregelen te treffen, kunnen onevenredig hard getroffen worden bij prijsstijgingen in hun energievoorziening. Het is de vraag of de energiearmoede met deze wet niet gaat toenemen en of die niet leidt tot nieuwe onzekerheden voor burgers. Ik kom daar zo op terug.

Juist omdat de levering van energie steeds complexer geworden is, met aparte tarieven voor verbruik, netbeheer en levering door een woud van energieaanbieders met niet transparante termijnen, tarieven, boeteclausules en aanbiedingen, zijn de aanbiedingen van de diverse energiebedrijven voor een leek nog nauwelijks te vergelijken. Voor mensen met zonnepanelen is de ondoorzichtigheid nog groter, omdat ze te maken hebben met terugleverkosten, terugleververgoedingen, flexibele of dynamische tarieven, hoger vastrecht en onzekerheid over de uitwerking van wijzigingen in de salderingsregeling. Wat doet het kabinet om die onzekerheden weg te nemen en meer transparantie te bieden wat betreft de grote onzekerheden op het gebied van energiegebruik? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. De nieuwe Energiewet kan niet los gezien worden van de Warmtewet, die vorige week behandeld werd. Op dit moment is bijna 50% van alle gebruikers van warmtenetten ontevreden met wat het warmtenet ze biedt of kost, en maar 12% is positief. Wat wil en kan de minister doen om meer gebruikers reden tot tevredenheid te geven en de redenen voor ontevredenheid weg te nemen? Een reden dat het kabinet de Wgiw nog dit jaar erdoor wil krijgen, is dat de tariefberekening voor warmtenetten per 1 januari 2025 gewijzigd kan worden. Lukt dat niet, dan kan die correctie pas in 2026 van kracht worden. Dat is van belang met het oog op de betaalbaarheidsklachten van het afgelopen jaar, waarbij verschillende sociale huurders na een overstap op een warmtenet onverwacht duur uitkwamen.

De komende tijd wordt de warmteprijs nog berekend op basis van de gasprijs. Die koppeling heeft ongewenste effecten, ook omdat de gasprijzen in de afgelopen jaren torenhoog waren. Maar er zijn meer redenen waarom de huidige gebruikers van warmtenetten niet blij zijn. Om het gasverbruik te ontmoedigen stijgt de energiebelasting elk jaar. Die gasboete komt vanwege de gasreferentie automatisch ook in de warmteprijs terecht, bij huishoudens met een warmtenet. Dat is onlogisch voor een overheid die de inzet van warmtenetten wil aanmoedigen. In de gasreferentie wordt ook uitgegaan van de kosten van een servicecontract voor het onderhoud van een cv-ketel, terwijl lang niet alle Nederlanders zo'n contract hebben. Met deze nieuwe wet zouden deze oneerlijke componenten kunnen verdwijnen uit de tariefvorming voor warmte, maar het is nog lang niet zeker of dat gaat gebeuren. Het is zelfs zo onzeker dat een op zichzelf goede ontwikkeling nog steeds koude rillingen kan veroorzaken.

Mijn eerste vraag aan de minister is waarom de wet consumenten niet gegarandeerd vrijwaart van hogere energielasten in verhouding tot andere uitgaven, wat in de huidige situatie het geval is. In veel gevallen is de informatie over de voorwaarden en de kosten niet voorhanden. De wet schrijft dat ook niet voor. Is de minister bereid om een maximumtarief voor de levering van warmte en elektriciteit vast te stellen, om te voorkomen dat gebruikers onverwacht duur uit zullen zijn? Ziet de minister nog andere invloeden dan de koppeling aan de gasprijs of de geopolitieke ontwikkelingen die de prijzen ongewenst hoog zouden kunnen maken? Natuurlijk moeten exploitanten van warmtenetten hun investering terug kunnen verdienen, maar wie houdt toezicht op de vraag of die kosten op een redelijke en billijke manier worden doorberekend? Is de Autoriteit Consument & Markt op sterkte en zijn er voldoende sanctiemogelijkheden in situaties waarin de doorberekening van kosten niet redelijk en billijk is?

Het blijkt op dit moment al moeilijk om op te treden tegen energiecowboys die via telefonische verkoop mensen ondoorzichtige contracten aansmeren met torenhoge opzegboetes. Het is mooi dat de nieuwe wet een beperking of zelfs een verbod wil instellen op die telefonische verkoop, maar op welke manier wordt toegezien op de andere methodes die die cowboys ongetwijfeld aan de dag zullen gaan leggen om mensen alsnog aan een te duur energiecontract te helpen? Graag een reactie daarop.

Dan een ander punt. Gemeenten kunnen verenigingen van eigenaren verplichten om zich aan te sluiten bij een warmtenet, maar de wet zwijgt over compensatie voor individuele huiseigenaren die al geïnvesteerd hebben in hun eigen warmtevoorziening, bijvoorbeeld door zonnepanelen te plaatsen of door zich aan te sluiten bij een lokale energiecoöperatie. Is de minister het met onze fractie eens dat huiseigenaren hiervoor gecompenseerd zouden moeten worden? Beschouwt de minister de overheid hierin als een betrouwbare partner? Die burgers doen namelijk wat de overheid jarenlang heeft gestimuleerd en nog steeds stimuleert, namelijk het verduurzamen van de eigen woning om energie te besparen. Ze zouden moeten kunnen rekenen op een overheid die dat waardeert in plaats van afstraft. Graag een reactie.

Hiermee samenhangend: hoe ziet de minister de balans tussen de keuzevrijheid van individuele bewoners om zelf te beslissen over hoe ze hun huis verwarmen versus de verplichting om aangesloten te worden op een warmtenet? Deze vraag is extra prangend wanneer bewoners gewetensbezwaren hebben tegen de herkomst van bepaalde vormen van energie. Denk aan restwarmte uit fossiele energie, uit energieslurpende datacenters of uit energie die afkomstig is van kernenergie, bruin gas of bruine stroom. Ze kunnen veel duurder uit zijn met het verplichte warmtenet. Welke mogelijkheden hebben ze behalve verhuizen? Graag een reactie van de minister.

De vraag hoe lock-insituaties voorkomen kunnen worden, is ook van belang. Hoe wil de minister voorkomen dat warmtenetten die hun energie halen uit de fossiele industrie of biomassa bijdragen aan het in stand houden van die vervuilende industrie? Is de minister het met ons eens dat lock-insituaties zo veel mogelijk voorkomen zouden moeten worden en hoe zou de minister dat doel willen bereiken?

Voorzitter, tot slot. In de Energiewet worden ook de garanties van oorsprong vastgelegd, waarmee de herkomst van elektriciteit of gas uit hernieuwbare bronnen moet worden aangetoond. Hoe voorkomt de minister dat er gefraudeerd wordt met deze garanties en dat er bijvoorbeeld gesjoemeld wordt met papieren over de toevoerketen? Nederland heeft ervaring met hout uit Oost-Europese en Canadese oerbossen dat terechtkomt in Nederlandse biomassacentrales. Anders gezegd: kan de minister voor honderd procent garanderen dat die garanties van oorsprong ook voor honderd procent correct zullen zijn? Welke ruimte laat de nieuwe wet voor lokale energiecollectieven om opwekking en verbruik van energie in eigen onderling beheer te houden en om elkaars leverancier te worden zonder afhankelijk te blijven van commerciële of publieke energieaanbieders buiten het collectief? Graag een reactie.

Voorzitter. Onze kritische vragen worden niet ingegeven door argwaan tegenover de nieuwe wet of de inzet van warmtenetten om wijken gasvrij te krijgen. Wij zien dat ze ook een nuttige rol zouden kunnen hebben in de energietransitie, maar we zoeken naar antwoorden hoe we die positieve effecten kunnen borgen en negatieve effecten kunnen voorkomen. We gaan ervan uit dat ook de minister die ambitie heeft en zien om die reden met belangstelling haar antwoorden op onze vragen tegemoet.

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Schalk van de fractie van de SGP.