Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen



Verslag van de vergadering van 14 januari 2025 (2024/2025 nr. 14)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 17.11 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter, dank. Dank aan de minister voor de beantwoording. Ik wil eigenlijk toch nog even terugkomen op wat voor mij het belangrijkste uitgangspunt is bij het debat van vandaag, op het principe dat wat mij betreft leidend is. Zo lees ik dat ook in de Europese richtlijn. Dat is dat een inkomen in Nederland voor een fulltime baan, dus ook een minimuminkomen, moet voorzien in een fatsoenlijk bestaan. Je moet daar fatsoenlijk van kunnen leven. Dat betekent dat dat loon toereikend moet zijn. Het minimumloon moet toereikend zijn. Het loon dat je krijgt, dat je betaald wordt door je werkgever, moet toereikend zijn om een fatsoenlijk bestaan te kunnen leiden. Volgens mij is dat nu in Nederland niet altijd het geval. In die zin voldoen we eigenlijk niet aan het toereikendheidscriterium van de richtlijn. Misschien kan de minister daar nog één keer op ingaan.

Daarnaast zijn er ook andere argumenten om het minimumloon te verhogen. Ik heb er ook op gewezen, maar daar is de minister eigenlijk niet op ingegaan, dat het minimumloon, als je het bekijkt over een periode van zowel de afgelopen jaren als van de afgelopen decennia, eigenlijk helemaal niet zo veel is toegenomen of nauwelijks is toegenomen, in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt. Dat wil zeggen: in reële termen. Daarbij geldt ook nog eens dat het reële minimumloon is achtergebleven bij de ontwikkeling van de economie als geheel, bij de arbeidsproductiviteit, bij de winsten die, zeker de afgelopen jaren, alleen maar enorm gestegen zijn. Het reële minimumloon blijft daarbij achter. Dan is ook de vraag of dat voldoet aan het billijkheidscriterium, dat ook in de richtlijn staat. Het loon moet billijk zijn. Is het billijk dat het minimumloon zo is achtergebleven bij andere lonen en vooral bij de economie als geheel?

Om het billijk te maken is ook het idee dat het 60% zou moeten zijn van het mediane loon. Dat zou billijk zijn volgens de OESO, volgens de Nederlandse vakbonden, volgens de Europese vakbeweging. Dat is ook wat de Europese Commissie als sterke suggestie doet. Vandaar dat mijn handtekening ook staat onder de motie van collega Vos. Het is vandaag een mooie rood-rood-groene-groene samenwerking, want ik spreek ook nog eens namens de Partij voor de Dieren.

Ten slotte over het jeugdloon. De fracties namens welke ik spreek, zijn ook blij dat de minister daar nu eindelijk serieus naar wil kijken. Daarbij is het de vraag of de argumenten nog wel valide zijn om die discriminatie in stand te houden. Want discriminatie is het. Jeugdloon is halfloon; dat is een vorm van pure discriminatie. De minister houdt er rekening mee dat de uitkomst van het onderzoek zou kunnen zijn dat die argumenten niet langer valide zijn. Wat ons betreft is dat eigenlijk al heel lang duidelijk, maar het is mooi om te horen dat de minister daar ook rekening mee houdt. We hopen dan ook dat dit tot die uitkomst zal leiden. Is het dan ook mogelijk dat er nog deze kabinetsperiode overgegaan zal worden tot afschaffing van het minimumjeugdloon, in ieder geval vanaf 18 jaar, is ten slotte mijn vraag aan de minister.

Dank.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan is het woord aan mevrouw Bakker-Klein namens het CDA.