Plenair Van Apeldoorn bij voortzetting behandeling Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen



Verslag van de vergadering van 28 januari 2025 (2024/2025 nr. 16)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 13.45 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Dank, voorzitter. De vraag die vandaag voorligt, is wat de EU-bevoegdheid is in dezen. Mijn partij vindt in het algemeen dat het goed is als Brussel zich niet met al te veel zaken al te veel bemoeit, als die zaken ook prima op nationaal niveau geregeld kunnen worden. Dat zeggen wij niet vanuit nationalisme, maar vanuit democratisch oogpunt. Je kunt dingen het beste zo dicht mogelijk bij de burger regelen.

Maar in de EU hebben we een interne markt met veel en vergaande economische vrijheden. Wat ons betreft hoort daar ook bij dat je bepaalde sociale rechten op Europees niveau waarborgt en dat je als het ware een vloer inbouwt, want anders wordt het echt een free-for-all. Dat is het wat ons betreft eigenlijk al te veel.

Als je het principe van vrije mededinging huldigt op Europees niveau — als dat prima is op Europees niveau — waarom geldt dat dan niet ook voor het principe van een toereikend minimumloon, voor een juiste balans? De richtlijn bemoeit zich niet met de hoogte van het minimumloon, maar zegt alleen dat het toereikend moet zijn. De basis daarvoor is het Handvest van de grondrechten van de EU, zoals de richtlijn stelt. Dat steunt mijn fractie. Dat geldt ook voor de Europese sociale pijler en het Europees Sociaal Handvest van de Raad van Europa. De SP zegt al jarenlang: daartoe zou de EU moeten toetreden. Daar staat ook in dat je als burger van Europa het recht hebt om fatsoenlijk te kunnen leven van het loon dat je krijgt. Die richtlijn is dus prima. Maar ik heb in de eerste termijn duidelijk gemaakt dat wij de implementatie van de richtlijn, waar de regering met dit wetsvoorstel voor heeft gekozen, volstrekt ondermaats vinden. Dus dat kan ook meteen als stemverklaring gelden. Wat ons betreft gaan we vandaag gewoon stemmen over dit wetsvoorstel en dan zullen wij om die reden tegen zijn. Maar wij zijn dus niet tegen de richtlijn. Voor het overige sluit ik mij graag aan bij de goede vragen van collega Vos.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan zag ik dat mevrouw Moonen het woord wenst. Het woord is aan mevrouw Moonen, namens D66.